Gilles Fuchs wil het modehuis Nina Ricci weer het elan van de glorierijke jaren geven. De lancering van een avant-garde make-uplijn en een gedurfd

parfum als “Deci Delà” zijn nog maar een begin.

LINDA RAATS

De charme en verleidelijkheid van een vrouw, vertaald naar mode. ” Zo omschrijft Gérard Pipart de spirit van het modehuis waarvoor hij sinds de jaren ’60 de haute-couturekollektie tekent. Hij heeft het over Nina Ricci, een huis met traditie, met een verhaal ook. Een Franse familiesaga die begint in Turijn. Daar wordt in 1883 Nina Ricci geboren als Marie Adélaïde Nielli. Als kind al is ze in de ban van de mode en verbaast ze haar omgeving met poppehoedjes en mini-accessoires. Haar familie emigreert naar Zuid-Frankrijk en Nina gaat in de leer bij een couturière. Op haar 18de brengt ze het daar tot eerste naaister. Ze trouwt jong met Louis Ricci en installeert zich als modiste in Monte-Carlo, waar ze werkt voor de meest befaamde Parijse modehuizen.

Haar man sterft jong, maar het is zoon Robert die Nina overtuigt om naar Parijs te gaan en daar carrière te maken. In 1932, Nina Ricci is dan 49, opent ze een “Maison de Couture” in de rue des Capucines. Het sukses, met de vrouwelijke, wat speelse jurken, komt meteen. Het atelier wordt uitgebreid tot 40 naaisters. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn dat er 450 geworden, beslaat het Maison Nina Ricci 11 verdiepingen in drie gebouwen en zijn er 25 verkoopsters in dienst.

In 1946, in een impuls om te diversifiëren en in navolging van zoveel andere grote modenamen, lanceert Robert Ricci een eerste parfum : “Coeur Joie”, verpakt in een Lalique-flakon, een traditie die men lang in ere zal houden. Twee jaar later wordt “L’Air du Temps” gelanceerd, één van de grote klassiekers van de parfumerie en nu nog goed voor het grootste deel van de parfumomzet van het huis.

In 1950 zet Robert Ricci zijn moeder aan om jong talent een kans te geven. De Belg Jules-François Crahay komt bij de ploeg en in 1964 wordt Gérard Pipart binnengehaald, de man die ook nu nog de couturekollektie tekent. Wanneer Mevrouw Ricci in november 1970 sterft, neemt haar zoon de leiding over. Gilles Fuchs, die met de oudste dochter van Robert Ricci trouwde, werkt al sinds 1959 bij Nina Ricci en richtte daar de exportafdeling op. Bij de dood van Robert Ricci in 1988, wordt hij van vice-president tot algemeen direkteur benoemd. Zijn groep heeft een gekonsolideerd zakencijfer van meer dan een miljard FF en is internationaal ingeplant in 130 landen.

Gilles Fuchs zet de vernieuwing in die het huis dringend nodig had. Hij lanceert de internationale Ricci-boetieks en stapt met Nina Ricci in de beauty-business. Gilles Fuchs, afkomstig uit een familie van Zuidfranse “parfumeurs”, is een groot verzamelaar en liefhebber van moderne kunst. En vooral een beminnelijk man.

“Ik ben getrouwd met “La fille du Patron” en dat heb ik mijn hele leven al moeten aanhoren, ” vertelt Gilles Fuchs. “Maar het went. Ik haal hoogstens nog eens de schouders op. ” Het huis Ricci bestaat uit twee firma’s : de parfums en cosmetica, en de mode. Gilles Fuchs : “Binnen de mode-afdeling hebben we de haute-couture, de prêt-à-porter en de accessoires, die voor het grootste deel onder licentie worden gemaakt, en waarbij wij mede-aandeelhouder zijn. De couture kost veel geld. Deze afdeling laat ik over aan Gérard Pipart. Ik bemoei er mij niet mee, maar vraag alleen dat de filozofie van het huis gerespekteerd wordt : mode die ten dienste staat van de vrouw, die haar mooier maakt en natuurlijk een onberispelijke techniek. Voor de prêt-à-porter werken wij al een jaar met de jonge stiliste Myriam Schaeffer, die zeven jaar de assistente van Jean-Paul Gaultier was. “

In de cosmeticasektor bewandelt Nina Ricci onbetreden paden met een originele, onkonventionele verpakking voor de make-uplijn. “Het is belangrijk iets te durven, ” zegt Fuchs. “Maar daarvoor moet je je eigen baas zijn en dat ben ik gelukkig. Ik heb ook een reden om zover te gaan. Neem het voorbeeld van de parfumflakons. De meest interessante flakons zijn die uit de jaren ’30. Parfum was toen helemaal niet demokratisch en werd in kleine series gemaakt. Nu is de parfumerie een massaprodukt geworden waarbij men industriële metoden gebruikt. Die dure en kunstige flesjes van toen, kunnen nu niet meer. Toch willen mensen luxe, kwaliteit en uniciteit. Daarop heb ik met “Deci Delà”, het nieuwste parfum van ons huis, willen inspelen : elk flesje is een pièce unique, maar toch kunnen we ons het dure en het artisanale van vroeger niet permitteren. Het komt er dus op aan een evenwicht te vinden tussen kreativiteit en commercie. Daarom mocht de verpakking niet van glas zijn. Glas doet denken aan een fles spuitwater, en die zijn allemaal identiek. Ik heb gekozen voor kleur en steeds verschillende arabesken. Een bewerkt glas dat, wanneer je het vastneemt, een aangenaam gevoel geeft. De dop in de vorm van een gestileerd wolkje is ludiek en in mat goud, wat niets te maken heeft met het kille en goedkope van blinkend metaal. Het is sjiek, niet vulgair. Voor de geur geldt hetzelfde. De meesten volgen de trend van eenvoudige, monolitische parfums. Daar hou ik niet van. Voor mij is een parfum een kompositie, ik wil terug naar het artisale, genuanceerde parfum. Ik streefde naar zoveel mogelijk natuurlijke geurnoten, maar toch met de nodige moderne aksenten. “

“Voor ons was het belangrijk om een nieuw parfum te brengen. Wij zijn immers een beetje het slachtoffer van het sukses van “L’Air du Temps”. Maar bon, ongeveer elke sekonde wordt ergens ter wereld een flesje “L’Air du Temps” verkocht. “

Gilles Fuchs bekijkt de evolutie van de parfummarkt met spijt in het hart. “Het stemt me triest te zien dat het op de hedendaagse parfummarkt om cheap sensations gaat. Iedereen wil makkelijke, zeer bereikbare parfums brengen. Parfum is een speels produkt geworden en meteen ook oppervlakkig. Ik denk dat het een voorbijgaand fenoneem is. Vrouwen laten zich niet blijvend om de tuin leiden. Ze kunnen zelf wel uitmaken wat goed is. Het komt er nu op aan hun nieuwsgierigheid te wekken met kwaliteit. Om het ritme van de markt te kunnen volgen, moet een firma om de drie jaar een nieuw parfum uitbrengen. Onze laatste damesgeur “Nina” dateert van 1987, zodat “Deci Delà” midden vorig jaar niets te vroeg kwam. “

De opvallende make-uplijn, net als het parfum in een verpakking van de ontwerpers Elisabeth Garouste en Mattia Bonetti, kende niet meteen het sukses dat men ervan verwacht had. “Langzaam maar zeker komt er een kentering, ” vertelt Fuchs. “Het produkt werd bij de journalisten biezonder goed ontvangen, maar dat is nog geen garantie voor sukses. Journalisten zijn op de hoogte van trends en lopen een stapje voor. De konsumenten zijn trager en soms erg behoudsgezind. Toch ben ik bewust afgestapt van stereotiepe verpakkingen. Van het zwart en goud, bijvoorbeeld. Ik hou van moderne kunst en ben een beetje non-conformist. Daarom wilde ik zo graag verandering. Ik geef toe dat een make-uplijn in snoepgoedkleuren wat speciaal is, maar dat moet kunnen. Ik ben tegen de verkleutering die mensen geen vrije keuze laat. Er bestaat geen estetiek zonder etiek. Er moet een idee, een moraal achter zitten en voor mij was cosmetica in de prezentatie te eenvormig geworden. Men gebruikt vaak zwart, een puriteinse kleur. Want een bepaalde klasse heeft het moreel gezien moeilijk om met zichzelf bezig te zijn. Het zwart moet dan een tegenwicht vormen voor het plezante, frivole karakter van cosmetica. Ik vind dat een verkeerde kode. Cosmetica is plezant, is vrouwelijk. Daarom wilde ik zo graag verandering. “

“Deci Delà”, het parfum in een verpakking van Garouste & Bonetti.

Gilles Fuchs (links), algemeen direkteur van het huis Ricci, met zijn schoonpa Robert Ricci.

Een portret van Nina Ricci, gemaakt in 1932.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content