Het Parijse appartement van Thierry Gillier en Cecilia Bönström, het duo achter modemerk Zadig & Voltaire, illustreert hun filosofie : verrassen met een gecontroleerde botsing van stijlen. Oud, nieuw, kunstig en toch gezellig.

Een negentiende-eeuws luxeappartement met stucwerk, zwart marmer, moulures, verguldsel, indrukwekkende schoorsteenmantels, fresco’s die aan de Sixtijnse Kapel doen denken en daarin honderden hedendaagse kunstwerken. De inrichting van deze woonst is een mooi staaltje van evenwicht tussen uiteenlopende stijlen. En dat is in een notendop ook de filosofie van Thierry Gillier en Cecilia Bönström, de oprichter en de ontwerpster van Zadig & Voltaire. Het Franse modemerk dat in de markt werd gezet als “een mix van mannelijkheid en vrouwelijkheid, van nonchalance en sensualiteit”.

De woonst zou ooit de vrijgezellenflat van de Parijse stadsarchitect Baron Haussmann zijn geweest. Je vindt er alle elementen van de voor die tijd typische neogotische en neoklassieke stijl terug. Maar de eerste impressie van bombarie wordt meteen gecorrigeerd door de vele hedendaagse kunstwerken. De enorme, spectaculaire werken van gerenommeerde artiesten, geven de woonst iets van een kunstgalerie en versterken het loftgevoel. “Het was een hele uitdaging om een evenwicht te vinden tussen de historische elementen en het uitgepuurde interieur dat wij op het oog hadden. We hebben alles wit geschilderd, het plafondfresco hersteld in zijn oorspronkelijke kleuren en de doorgang naar de keuken opengetrokken via een glazen wand. We hebben zelfs een steunpilaar afgekapt om de bakstenen weer zichtbaar te maken”, zegt Cécilia. Door de ruimtelijke transformaties en het accentueren van de ruwe materialen is een boeiend contrast ontstaan met de originele elementen. “Zowel in de mode als in een interieur is het belangrijk verrassingseffecten te creëren, een botsing van stijlen.” Thierry beleefde, naar eigen zeggen, veel plezier aan het ‘door elkaar schudden’ en ‘dynamiseren’ van de statige salon in marmer, brons en goud, door er moderne en industriële elementen in te brengen. “Bakstenen, glas, metaal en inox gaan goed samen met sierlijsten. Ze brengen power en humor.”

EEN LEVEND MUSEUM

Het ruime appartement is klassiek ingedeeld, met ontvangstruimtes (woonkamer-keuken en grote hal) en privévertrekken (slaap- en badkamers). Maar of ze nu toegankelijk zijn voor bezoekers of niet, alle ruimtes zijn aangekleed met designmeubilair, schilderijen en sculpturen, bijna nonchalant uitgestald als alledaagse voorwerpen, zelfs als het gaat om werken van Andy Warhol, Jean-Michel Basquiat of Damien Hirst. In het salon hangt de Clochelamp van de broers Bouroullec boven een salontafel van Christian Liaigre, waarop een glazen sculptuur van Mishima en een antiek Aziatisch hoofd staan. Aan de muren hangen werken van Adam McEwen, Christopher Wool, en aan weerszijden van de grote schoorsteenmantel kunstwerken van Dan Flavin en Richard Prince.

Gillier is een gepassioneerd collectioneur, zijn verzameling groeit gestaag en de namen van de artiesten worden almaar prestigieuzer. “Mijn woning is ervoor gemaakt om moderne kunstwerken te herbergen. Daardoor blijft het oude kader voortdurend in beweging. Nieuwe werken komen binnen, andere verdwijnen. De collectie leeft.”

HUISELIJKE SFEER

Toch ontbreekt het dit bijna museale decor niet aan intimiteit, dankzij enkele doordachte ingrepen. Zo brengt hout warmte in de eetkamer : behalve de oude parketvloer, die doorloopt van het salon naar de woonkamer, is er de prachtige houten tafel van Charlotte Perriand en de stoelen van George Nakashima. In de slaapkamers werd vooral gewerkt met kleuren. “In de kamer van onze jongste hebben we de vloer en de muurpanelen lichtgrijs geschilderd, om de ruimte te doen oplichten. Voor onze slaapkamer kozen we touwkleur, een natuurlijke, tijdloze tint die goed combineert met de kunstwerken en een zekere intimiteit cre-eert “, zegt Gillier. “Ook van de badkamer hebben we een ‘leefruimte’ gemaakt”, zegt Cécilia. “Op de vloer ligt parket, aan de muur hangt een doek van Rudolf Stingel, maar ook de Porno Star van Ben en de vos met het verbonden oor van Pascal Bernier – wij zijn eraan gehecht geraakt – horen erbij, evenals mijn ‘schatkist’, een Italiaans meubel uit de jaren vijftig, waarin ik al mijn favoriete accessoires opberg : portefeuilles, ceinturen, zonnebrillen…”

Als je deze flat ziet, zie je ook meteen vanwaar de naam van het modemerk komt : Zadig is een verhaal van de achttiende-eeuwse filosoof Voltaire over het zoeken naar geluk. Zadig & Voltaire doet dat nog steeds, in de 21ste eeuw.

DOOR LUXPRODUCTIONS. TEKST ROBERT COLONNA D’ISTRIA & FOTO’S JEAN-FRANÇOIS JAUSSAUD

Baksteen, glas, metaal en inox gaan goed samen met sierlijsten. Ze brengen power en humor

Net als in de mode gaat het bij een interieur vooral om het verrassingseffect

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content