Een huis met vele levens
Als jong Amerikaans fotomodel kwam Jeanna in de jaren tachtig naar Brussel. Ze leerde er haar Belgische man kennen en maakte er haar thuis. Een half jaar geleden besloot ze om met haar gezin terug naar de VS te trekken.
Het gezin verhuisde naar Brooklyn NY. In een charmante brownstone, een patriciƫrshuis van roodbruine zandsteen, net op de grens tussen het veilige familiale Clinton Hill en het ruige Brook- lyn, richtten ze hun Amerikaanse leven in.
“De eerste maanden in New York woonden we in een groot appartement, hier net achter de hoek. Wat begon als een spannend avontuur, eindigde na enkele weken in een nachtmerrie. Onze twee zonen liepen de hele dag op en neer, tot grote ergernis van de onderburen. Omdat we het appartement niet van de eigenaar huurden, maar van de vorige huurder, werden we van de ene dag op de andere op straat gezet. Met twee kinderen en een man die voortdurend tussen New York en Brussel pendelt, wist ik echt niet waar we naartoe moesten. Iedereen heeft het altijd over New York als de city of dreams, maar op zo’n moment besef je pas hoe hard het leven in deze stad kan zijn. Gelukkig vonden we deze brownstone vrij snel. We noemen het ‘ons huis in de Ardennen’. Het leek ons net het omgekeerde van wat je doorgaans in New York vindt. Het huis ademde zoveel authenticiteit, dat ik er meteen verliefd op werd. Het is eigendom van twee excentrieke oude dames die de woning met veel passie gerestaureerd hebben. Zij kochten het van een alleenstaande vrouw die de bijnaam Bio had, omdat ze geobsedeerd was door het leven van de grote sterren. Ze las uitsluitend biografieĆ«n van actrices en andere beroemdheden. De dames restaureerden het huis ter nagedachtenis aan haar. In de ramen staat haar naam in het glas gegrift. Je voelt dat wie hier gewoond heeft, er gelukkig was. Er hangen goeie vibes in het huis.”
Favoriete plek
En zo wordt de lijn van vrouwelijke bewoonsters voortgezet. Het enige minpunt aan het huis is dat er geen vaatwasmachine is, maar verder voelt Jeanna er zich als een vis in water. Ze speelt dagelijks op de oude piano, geniet van de gezellige sfeer in de kelderkeuken. De oude luchters, de prachtige lambriseringen dragen bij tot de charme van het huis. “We moesten het niet echt inrichten. De eigenaars hebben het voor ons gedaan. De kleuren waarin ze de kamers hebben geschilderd zijn prachtig. Zelf zou ik het niet beter kunnen doen. We hebben enkel de kamers verder ingevuld. Voor de eetkamer hebben we een tafel van Ann Demeulemeester bij Bulo gekocht. Bulo heeft ook in New York een showroom. En de gele stoeltjes zijn tweedehands zitjes ontworpen door Bertoia. Die koop je hier heel goedkoop. Het bed hadden we al. Voor we hier kwamen wonen, had mijn man reeds een pied-Ć -terre in de stad. De meubelen van dat kleine appartement pasten perfect in deze woning.”
De favoriete plek van Jeanna is het kleine houten kamertje, dat als een hut tussen de bomen hangt. “Het is een onbestemde kamer. Het is zo mooi dat we eigenlijk niet goed weten wat we ermee willen doen. Soms spelen de kinderen er, soms ga ik er zingen, of gewoon door het raam staan turen naar de bomen. Een andere plek waar ik erg van houd, is de muurkast in de kinderkamer. Het is alsof de tijd er is blijven stilstaan. Het oude behangpapier met sterren, de roze franjes aan de legplank en het roze kinderkapstokje zijn stille getuigen van een leven voor het onze. Het heeft iets sprookjesachtigs. Soms denk ik dat wanneer ik in die kast kruip, ik in het huis van de vorige bewoners terechtkom.”
Niet alleen de kast maar ook de kelder draagt de sporen van een ander leven. Jeanna noemt het ‘een spookkelder’ en zelf komt ze er nooit, want in tegenstelling tot de liefelijke kinderkast, staat de kelder vol vreemde brouwsels, oude brieven en gereedschap die met wat fantasie aan een horrorfilm doet denken. Van welke bewoner deze spullen zijn, wil niemand zich afvragen. De deur van de kelder blijft gewoon gesloten.
Na een dag in het huis van Jeanna en haar kinderen, voel je je misschien wel op vakantie in een huis in de Ardennen, vooral omdat de koelkast vol Leffe staat en de kinderen Frans spreken, maar zodra je terug op straat komt en de gele schoolbus ziet voorbijrijden, de zwarte jongeren over de straat ziet rennen en een nieuwsgierige dame haar hele leven komt vertellen, weet je weer dat je nergens anders dan in New York bent. n
Tekst Hilde Bouchez l Foto’s Verne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier