Haar ruime blik op inrichten dankt interieurarchitecte Hilde Cornelissen grotendeels aan haar verblijf in Amerika. Haar open woning is spaarzaam aangekleed maar toch niet minimalistisch. Art deco en natuurlijke materialen voeren hier de boventoon.

H ilde Cornelissen, die persoonlijke contacten onderhoudt met enkele ontwerpers en fabrikanten als Sherri Donghia en Romeo Sozzi, is op vele fronten actief. Na haar studies interieurarchitectuur trok ze een tijd naar Californië om in verscheidene architectuurbureaus te werken. “Dat heeft zeker een stempel op me gedrukt”, vertelt ze, “omdat ik daar zoveel heb gezien, zoals de huizen van Richard Neutra. Maar Californië heeft ook heel andere gezichten. Je ziet er bijvoorbeeld veel snoepkleuren à la Sottsass, de architectuur is er bovendien erg zonnig getint. In bepaalde milieus krijg je dan weer interieurs te zien vol Versace-glamour. Dus is er afwisseling genoeg.”

Zo heeft ze haar smaak verruimd, maar haar persoonlijke voorkeur gaat toch uit naar ouder design, naar de ontwerpen die destijds ontsnapten aan de massaproductie. Dat blijkt duidelijk uit de collecties in haar twee meubelzaken in Antwerpen. In de Arenbergstraat presenteert ze sinds 1997 meubilair van Donghia, Promemoria, Ecart en Baker. Ze heeft onder meer nogal wat stukken in huis van Jean-Michel Frank, de vermaarde Franse art-deco-ontwerper van wie het strakke meubilair weer erg in trek is. Op de Italiëlei opende ze onlangs een grote zaak, Isola, waar ze uitpakt met exquise merken als Emmemobili, Kagan, Birdman en Cous. “Hier vind je al wat fris en groovy maar niet klassiek is”, verklaart Cornelissen.

Het interieur van haar eigen woning, in het Antwerpse, zit daar qua stijl tussenin. Daar combineert ze bijvoorbeeld meubels van Romeo Sozzi, Philippe Hurel en Christian Liaigre met voyante creaties van Cappellini en Targa. In het bureau staat er zelfs een oude chesterfield uit haar ouderlijke woning. “Een goed interieur”, vertrouwt ze ons toe, “heeft immers een diepere charme die gegroeid moet zijn, je mag niet de indruk hebben dat alles direct uit de winkel komt.” Dat aanvoelen van een natuurlijke sfeer uit zich ook in haar belangstelling voor materialen. “Niet alleen natuurlijke materialen, hoewel ik die doorgaans verkies, maar ik kan ook weg zijn van iets wat heel flashy is. Ik hou veeleer van wat je kunt noemen zintuiglijke materialen, niet van koel design.”

Haar woning leent zich daar trouwens ook niet toe. Dit gebouw uit 1948 is vrij complex van structuur, met verscheidene woonniveaus en veel vensters die de groene omgeving in huis halen. Hilde Cornelissen herstelde wel de originele structuur, die sterk verbouwd was, maar het interieur blijft complex, met nogal wat ramen en trappen die goed zijn voor spannende doorzichten. Doordat het gebouw bovendien op een sokkel staat, valt er prachtig licht binnen dat ook het schaduwspel verrijkt.

Om deze charme te koesteren koos Hilde voor een spaarzame aankleding. “Die evenwel niet minimalistisch is, want dat is mijn stijl niet”, verklaart ze. “Dit is immers een woning, geen showroom. De nadruk ligt op het wonen. Ik heb veel klanten die een tweede verblijf aan de kust hebben. Elk weekend zitten ze in de files. Dat wil ik niet, daarom kozen we voor een huis dat alles heeft, woning en weekendverblijf. Ik ben al zoveel op pad dat het fantastisch is om thuis te zijn. Hier hangt dan ook een huiselijke sfeer. We genieten van elk seizoen: in de zomer leven we buiten, in de winter is het binnen heerlijk en is het uitzicht op die verschraalde natuur prachtig.”

De woning heeft weinig binnendeuren, zodat je het gevoel krijgt dat het één grote woonruimte is, van de keuken tot in het bureau. Maar door de niveauverschillen worden de functies wel netjes van elkaar gescheiden. Op de gelijkvloerse verdieping ligt er naast het dagsalon een avondsalon. Het dagsalon kijkt met een groot raam, van de vloer tot het plafond, uit op de tuin. De beige vloer accentueert de heldere sfeer. Hier staat de dagelijkse eettafel die Hilde zelf heeft ontworpen. In een hoekje naast de trap vinden we de huiscomputer. Het werkblad van de keuken loopt door tot in de eethoek en doet tevens dienst als doorgeefluik.

Het avondsalon is intiemer van sfeer. De meubels van Donghia, Sozzi, Hurel en Liaigre passen bij de art-decoarchitectuur. Ook de verlichting en de opsmuk zijn een ode aan deze interbellumstijl, die we zelfs in de slaapkamer terugvinden, waar de wand achter het bed met bladzilver is belegd. Daarin zitten verborgen nissen en laden voor kamerjassen en fotoboeken. Naast de slaapkamer komen we in het bureau met een majestueuze werktafel van Liaigre in wengé, het hout waarmee ook de deuren van de wandkasten zijn bekleed. Ook op die manier werd de originele stijl van de woning in herinnering gebracht en zorgt de exquise afwerking voor warmte en intimiteit.

Piet Swimberghe / Foto’s Bieke Claessens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content