Naast twee eregasten nodigde Farida O’Seery ook zes vrouwen uit om een project te realiseren op Interieur 04. ‘Scenes from Home’ zijn ruimtelijke sferen waarin gezocht wordt naar een verzoening tussen huiselijkheid en innoverend design.

:: Claire Bataille is de ene helft van het bureau

Bataille & ibens. Samen met Paul Ibens

realiseerde ze talrijke interieurprojecten in

binnen- en buitenland. Daarnaast tekenden

ze ook meubels en interieuraccessoires.

:: De Japanse Kimiko Yoshida is artistiek

fotografe. Het zelfportret speelt een grote

rol in haar werk. Ze werkte ook een jaar als

art-director bij Delvaux.

:: De Spaanse Agatha Ruiz de la Prada is

zowel mode- als interieurontwerpster.

Zij tekende tafel- en bedlinnen,

maar ook serviezen en andere accessoires.

:: De Nederlandse Evelyne Merkx runt

samen met haar partner Patrice Girod het

architectenbureau Merkx + Girod. Ze zijn

gespecialiseerd in complexe verbouwingen.

:: De Spaanse Patricia Urquiola is

ontwerpster van meubels voor o.m.

Kartell, Molteni & C, Moroso en B&B Italia.

:: Kathleen van Zandweghe is

interieurarchitecte en werkt vooral

in Nederland aan grote bedrijfsprojecten.

Weet je wat de meeste mensen nu denken ? Dat ik een soort Moeder Teresa ben geworden en een manier heb gevonden om de prijskaartjes in tweeën te hakken, of zelfs in vieren”, lacht Farida O’Seery, directeur van de negentiende Interieur-biënnale in Kortrijk. “Terwijl ik met het thema ‘design is voor iedereen’ alleen wil aangeven dat design zovele gezichten, uitvoeringen, categorieën en prijzen heeft dat het inderdaad door iedereen gekocht kan worden. Bovendien moet je bij design niet alleen aan meubels denken : design is de vormentaal die eigen is aan de moderniteit. Het is overal om ons heen, je ontkomt er niet aan : de wasknijper, het wasbakje op het aanrecht, de keukenkast, het voorraaddoosje, de wc-borstel, het toilet, de tegels in de badkamer, het bed, de sprei, de donsdekens…” Letterlijk alles heeft een vorm die door iemand is bedacht. Dat is de boodschap. En daarmee wil O’Seery de verenging in de betekenis van het woord – ontstaan in de jaren tachtig toen design synoniem werd van ‘dure gadgets’, mooi om naar te kijken – doorbreken.

“Geveldesign wordt buikdesign”, zei ze met overtuiging op de persconferentie. “Dit millennium ligt het accent op sensorisch wonen. Sensorisch in de zin van : onze thuis zorgt voor ons. Het zorgt voor ons lijf en ons hoofd, het zorgt dat onze zintuigen zowel geprikkeld als tot rust worden gebracht”, lazen wij in de persmap. En nog : “Het sensorische huis kan uit heel wat bronnen putten. Het incorporeert oude materies en verworven woonwetenschap met nieuwe woonpistes : zintuiglijke, psychologische en hoogtechnologie.” Omdat dit als statement nogal vaag klinkt, nodigde Farida O’Seery zes designers uit om dit ruimtelijk te concretiseren. “Creëer een interieurproject dat de look heeft van iets huiselijks en vertrouwds, en toon daarmee op een informatieve manier een innoverend aspect van design”, luidde de opdracht. Toevalligerwijze zes vrouwen.

Farida : “Bij het inrichten van een interieur komt veel meer kijken dan alleen de rationele dingen als structuur, techniek, materialen en vormen. Het heeft immers alles te maken met emoties van je goed voelen, je thuis voelen. Dat wilde ik graag belichten. Vanuit dat concept ben ik dan mensen gaan zoeken van wie ik dacht dat ze dat zouden kunnen realiseren. Daarom heb ik die zes gekozen. Helemaal niet dus met de bedoeling om een vrouwelijk statement te maken. Voor mijn gevoel vertegenwoordigen deze zes vrouwen een heleboel manieren waarop je naar design kan kijken en ermee bezig zijn. Met als gevolg, dat ze ook totaal verschillende installaties hebben gemaakt. En het zijn echt niet allemaal kamers geworden. Claire heeft één kamer gemaakt en Agatha zelfs drie. Maar Patricia heeft vooral rond sfeer gewerkt terwijl Kimiko echt een kunstinstallatie heeft gemaakt.” Bij wijze van introductie zochten wij ze alle zes op en vroegen hun mening over design, de nieuwe vrouwelijkheid en de Scenes from Home.

1 : Claire Bataille interieurarchitecte

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 is ‘Design is voor iedereen’. Is dit realistisch ?

Ik denk het wel. Ik denk ook dat iedereen het kan betalen, alleen niet àlles. Het is zoals muziek. Is muziek voor iedereen ? Ja hoor. Maar de ene wil en kan naar de opera en de andere kopieert een cd van een vriend. En verder is het een kwestie smaak en cultuur. Maar het is voor iedereen. Ik zou ook niet weten waarom niet. Bij firma’s als Kartell, Ikea en Habitat bijvoorbeeld vind je betaalbare en knappe dingen. Je kunt met weinig geld mooie dingen maken, hoor.

Momenteel wordt nagenoeg alles gepersonaliseerd. Verf wordt aangeraden door de-signers, meubels getekend door modeontwerpers… alles draagt een label. Is dit de verwording van design tot modegadget ?

Vroeger bestond dat niet, of toch niet in die mate. De pers heeft daarin een belangrijke rol gespeeld, en doet dat nog. Veertig jaar geleden werd er in België niet gesproken over architectuur, over design en over binnenhuisarchitecten. Door de pers raken die namen natuurlijk heel erg bekend bij een groot publiek. Je kunt je hele leven lang werken en ontwerpen, als niemand het bekendmaakt sta je nergens. Die naam is belangrijk. In veel gevallen staat die ook garant voor kwaliteit. Maar op dit moment wordt er te veel met die namen gespeeld. Handdoeken van Calvin Klein, slips van Calvin Klein, eau de toilette cK, meubels, servies… Kijk, dan wordt het saai, terwijl de namen van andere goede ontwerpers niet bekend raken. Maar dat zit in onze maatschappij. En ik geloof niet dat je die kunt veranderen. Je kunt erover schrijven, je kunt een mening hebben, maar er iets aan veranderen is moeilijk.

Organische vormen, levendige kleuren, een poëtisch concept gekoppeld aan zeer praktische oplossingen… Zijn we bezig met een vervrouwelijking van lifestyle, design en architectuur ?

Nee, volgens mij heeft dat alles te maken met mode. Die ronde vormen en kleuren komen regelrecht uit de jaren zestig en zeventig ; en worden nu volop gekopieerd. Tenminste : de vorm wordt overgenomen, zonder de inhoud. Die ronde vormen kwamen voort uit een denkproces, het ontdekken van plastic als materiaal en het ontwikkelen van technieken om dat materiaal te gebruiken. Nu is het vooral een mode. Man of vrouw heeft daar weinig mee te zien. Iemand als Ross Lovegrove werkt ook met ronde vormen en intense kleuren, alleen is het bij hem een beetje interessanter omdat hij ze combi-neert met nieuwe materialen.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken, zijnde de was en de plas ?

Ja, eigenlijk wel. Maar mijn man doet de boodschappen, koken doen we samen. Ik kook niet goed en hij ook niet. Voor veel vrouwen is het vooral een probleem als de kinderen klein zijn. Ook als hun man helpt in het huishouden, nemen vrouwen toch de verantwoordelijkheid. Hij doet inkopen, maar zij zegt wat hij moet meebrengen. Ze blijft het beredderen.

U werd uitgenodigd om een interieurproject te creëren tegenover de biënnale. Kunt u een tip van de sluier oplichten ? Hoe zal uw ‘Scene from Home’ eruitzien ?

Ik beschouw het als een paviljoen, dat uitsluitend bestaat uit een bibliotheek die we ontworpen hebben. Alles is wit en er staat een tafel omdat ik de tafel heel belangrijk vind. Een stoeltje, een boek, een verlichte wand, een witte vloer en een ligstoel… een zeer rustige ruimte. We worden constant overdonderd met beelden en geluid, en ik wil het tegenovergestelde doen. De enige uitzondering is de film die ik ga projecteren, namelijk Nuage van Marion Hanson. Een echt kunstwerk, dat ik vooral heb gekozen omwille van de beelden van de volle maan. Schitterend.

2 : Kimiko Yoshida fotografe

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 is ‘Design is voor iedereen’. Is dit realistisch ? Of is het een utopie ?

Het is een thema dat mij veel plezier doet. Kunst is ook voor iedereen. Het is een weerspiegeling van het dagdagelijkse leven. Ik vertrek altijd vanuit mezelf, mijn leven, mijn lichaam, de Japanse cultuur die in en rond mij zit… Dat is het thema van mijn foto’s. Ik fotografeer niet om te dromen, ik doe het niet voor de toekomst, ik doe dat voor vandaag en voor mensen van vandaag. Het is het leven zelf dat ik voorstel. Het is dus zeker geen utopie. Hetzelfde geldt, denk ik, voor design. Dat heeft alles te maken met wonen en kleren, dat raakt dus het leven zelf. Maar ik denk dat design altijd een stukje kunst nodig heeft. Modeontwerpers als Comme des Garçons halen hun ideeën uit de hedendaagse kunst. Ze mengen elementen uit het postmodernisme, de geschiedenis van de mode, het straatleven van clochards… en creëren iets totaal nieuws.

Organische vormen, levendige kleuren, een poëtisch concept gekoppeld aan zeer praktische oplossingen… Zijn we bezig met een vervrouwelijking van lifestyle, design en architectuur ?

Design is net als mode een reflectie van wat in de maatschappij leeft. In de jaren zeventig zocht men de vrijheid, vandaag zoekt men iets anders. Iets dat misschien ontbreekt in de samenleving van nu. Het is inderdaad zo dat steeds meer vrouwen hun weg zoeken in kunst, in architectuur en andere dingen. Zeker in Europa, in tegenstelling tot de Japanse maatschappij die nog altijd heel macho en mannelijk is. Het is hier voor vrouwen makkelijker. Daarom ben ik ook naar Europa gekomen, op zoek naar vrijheid.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken ?

Ik ben heel blij dat ik hier woon, want ik doe eigenlijk niets in het huishouden. En dat er zoiets bestaat als een afwasmachine… geweldig, vind ik dat. In Japan bestaat dat niet. Eigenaardig, niet ? Zo’n hightech samenleving en dan toch op bepaalde vlakken erg conservatief. Er zijn nogal wat vrouwen actief in bedrijven en ook in de politiek, maar dat zijn vrouwen die geen gezin hebben. De Japanse vrouw werkt niet buitenshuis. Zij is het die kookt, het huishoudgeld bewaakt, de afwas doet en voor de kinderen zorgt. Ik moet wel toegeven dat ik heel erg van koken houd, hoewel ik de keuken pas laat heb ontdekt : ik ben pas beginnen te koken toen ik 28 was. Het interesseert mij omdat het ook daar om transformaties gaat. Ik volg ook nooit recepten. Ik lees ze wel, ik pik ideeën op en ik pas me aan aan de ingrediënten die ik heb. Hier eet je dus nooit twee keer hetzelfde.

U werd uitgenodigd om een interieurproject te creëren. Kunt u een tip van de sluier oplichten ? Hoe zal uw ‘Scene from Home’ eruitzien ?

Het heet Pavillon d’Argent, naar een Japanse tempel. De zenfilosofie en het Japanse denken heb ik getransformeerd door middel van mijn lichaam. Er zijn dus zelfportretten, afgietsels van mijn hoofd, lampen en spiegels… Eigenlijk zie ik Pavillon d’Argent als een ontvangstruimte. Ik speel met verschillende elementen : reflectie van licht is belangrijk, de transparantie van licht en van beelden, maar ook de transformatie van tweedimensionale beelden naar driedimensionale beelden – en omgekeerd : van natuurlijke dingen in drie dimensies naar twee dimensies. Het is een wisseling van dimensies, van ideeën en concepten.

3 : Agatha Ruiz de la Prada mode- en interieurontwerpster

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 is ‘Design is voor iedereen’. Is dit haalbaar ? Of is het een utopie ?

Ik geloof heel erg in de haalbaarheid. Het belangrijkste in design is de oplage van een object, het aantal. Hoe meer mensen je ermee bereikt, hoe beter. Een van de meest idiote vragen, die mij heel vaak gesteld wordt, is : “Voor wie ontwerpt u ?” Voor iedereen, dus. Ik wil zoveel mogelijk mensen kleden en niet alleen het meisje dat met de prins van Spanje trouwt.

Momenteel wordt nagenoeg alles gepersonaliseerd. Verf wordt aangeprezen door designers, meubels getekend door modeontwerpers… alles draagt een label. Is dat een goede zaak ?

Wat ik er goed aan vind is, dat in het gewone leven nu zelfs een tandenborstel door iemand is bedacht en ontworpen. En als dat dan dezelfde prijs heeft als een gewone tandenborstel, is dat toch mooi meegenomen ? Moest ik een ordinaire tandenborstel cadeau krijgen, zou ik raar opkijken, maar eentje ontworpen door Philippe Starck vind ik wel charmant. Een ander voorbeeld. Ik ken niets van geneeskunde, maar als mijn kind ziek is, ga ik naar de beste dokter die ik kan vinden. Hij kan zich natuurlijk nog vergissen, maar ik verkies dat dan naar de eerste beste dokter om de hoek te lopen, iemand van wie ik nog nooit gehoord heb. Misschien is hij beter, maar meestal is het zekerder om naar een dokter te gaan over wie je veel goeds hebt gehoord.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken ?

Ik denk dat vrouwen lang in een ondergeschikte positie hebben geleefd en pas nu echt deelnemen aan het sociale leven in al zijn facetten. Nu is de vice-president van de Spaanse regering een vrouw en zitten er evenveel vrouwen in de regering als mannen. Ik denk dat het belangrijk is dat vrouwen aan alles deelnemen : sport, televisie, grote bedrijven, mode, design… Zelfs in de mode zijn er meer mannen dan vrouwen. Maar het zijn wel vrouwen die de geschiedenis van de mode hebben veranderd. Denk maar aan Coco Chanel, Mary Quant of Elsa Schiaparelli. Zij hebben een enorme invloed gehad en hun stempel gedrukt op het modebeeld van de twintigste eeuw.

U werd uitgenodigd om een interieurproject te creëren. Kun u al een tip van de sluier oplichten ? Hoe zal uw ‘Scene from Home’ eruitzien ?

Ik wil een klein huis maken. Het is natuurlijk geen echt huis, maar het heeft een kamer, een keuken, een salon, een badkamer… Het wordt een ruimte met veel kleur en vrolijkheid. Ik vind kleur ontzettend belangrijk. Het werkt therapeutisch : een kleurrijk huis helpt enorm om het leven een beetje makkelijker te maken.

4 : Evelyne Merkx interieurarchitecte

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 luidt ‘Design is voor iedereen’. Is dit haalbaar ? Of is het een utopie ?

Design betekent ‘ontwerp’. En als je naar Ikea kijkt, dan is ontwerp voor iedereen. Het vervelende aan design is, dat het woord een tweede natuur heeft gekregen. “Het is een designhotel”, zeggen mensen, en dat houdt in dat er een moderne ontwerper van naam aan te pas is gekomen. Maar is niet alles – lelijk en mooi – ontworpen door iemand ?

Momenteel wordt nagenoeg alles gepersonaliseerd. Verf wordt aangeprezen door designers, meubels getekend door modeontwerpers… alles draagt een label. Is dit de verwording van design tot modegadget ?

Er is al jarenlang een zeer langzame verschuiving waar te nemen. Veel sneller dan vroeger wordt het interieurtextiel veranderd en je complete huis omgetoverd tot iets nieuws. Het is een beetje te vergelijken met de snelle wisselingen in de mode. Verder heeft het ook te maken met heldenverering. Als je namen maar voldoende omhoog tilt en overal opkleeft, dan is dat meteen een reden voor mensen om dat te kopen. Dat betekent alleen maar dat het gros van de mensen niet erg kritisch is. Maar er zijn natuurlijk ook ernstige ontwerpers die een heldenstatus aangemeten krijgen. Ik koop zelf wel eens kleren van een ontwerper – een Belg nota bene. Mijn favoriet is Dries Van Noten. Natuurlijk betaal ik ook voor de naam, maar hij heeft altijd heel mooie stoffen en kleurencombinaties. Hij moet het wel elk jaar weer waarmaken… Design is zeker een modegadget, maar een goed ontwerp overleeft dat beslist.

Organische vormen, levendige kleuren, een poëtisch concept gekoppeld aan zeer praktische oplossingen… Zijn we bezig met een vervrouwelijking van lifestyle, design en architectuur?

Kleuren komen in golfbewegingen. Na de heftige kleuren die nu worden gebruikt, komt er ongetwijfeld een periode van rustiger kleurgebruik. Dat zie je in de mode ook. Of een poëtisch concept nu een vervrouwelijking van de lifestye inhoudt ? Dat weet ik eigenlijk niet. Volgens mij heeft alles een vrouwelijke en een mannelijke kant. Die twee in evenwicht, dat is juist zo mooi. Ik hoop echt niet dat het allemaal te vrouwelijk wordt, maar ik hoop wel dat die vrouwelijke kant een kans krijgt. In architectuur, in design, in alles eigenlijk.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken ?

Ik doe de was, regelmatig. Als mijn partner dat doet, zijn mijn kleren verpest, want hij vergeet telkens dat blauwe sokken niet bij een witte broek mogen. Anderzijds kookt hij vaak, naait zijn eigen knoop aan… We hebben de rollen niet omgekeerd, maar een soort van verdeling gemaakt.

U werd uitgenodigd om een interieurproject te creëren. Hoe zal uw ‘Scene from Home’ eruitzien ?

Aangezien wij meestal complexe verbouwingen doen, gaat ons werk vooral over de mogelijkheden die een gebouw biedt. Mensen die een pand op het oog hebben, zien vaak de extra mogelijkheden die in dat huis zitten niet. Of de onmogelijkheden, want dat kan natuurlijk ook. Dat is één kant van mijn werk. De andere kant is dat ik heel erg geïnteresseerd ben in kleur- en materiaalgebruik. Ik houd niet van de voor de hand liggende oplossingen op dat vlak. Dat laatste staat centraal in Kortrijk. Eigenlijk heb ik een uitvergrote materialen- en kleurenbibliotheek gemaakt. Je kunt erin rondlopen, je kunt dingen aanraken, want sommige materialen hebben een hoog aanrakingsgehalte… Het geeft een beeld van de mogelijke combinaties en de keuzes die er zijn op dat gebied.

5 : Patricia Urquiola designer

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 is ‘Design is voor iedereen’. Is dit haalbaar ? Of is het een utopie ?

Als designer denk ik daar eigenlijk weinig aan. Het is niet zo dat ik een massa mensen in gedachten heb als ik iets ontwerp. Ik geloof alleen in mezelf als klant, dat is trouwens de enige klant die ik echt goed ken. Ik probeer dubbel te zijn in mezelf en te begrijpen welke dingen ik nodig zou kunnen hebben. Daar werk ik aan en als ik een ontwerp goed vind, gaat het proces verder en begin ik te produceren. En dat betekent natuurlijk dat je met de industrie werkt. Ik werk bijvoorbeeld met Kartell aan iets dat geproduceerd kan worden met een degelijke kwaliteit en een goede prijs. Maar B&B Italia, waarvoor ik ook ontwerpen teken, stelt andere, hogere eisen aan producten. Ikea is nog een ander verhaal. Ik bedoel maar dat interieur een open markt is, waar je verschillende niveaus van kwaliteit vindt. Zoals trouwens in de mode ook : aan een jasje van Martin Margiela gaat een heel andere research en studie vooraf dan aan de plastic slippers van Zara. Het één is niet beter dan het ander, je hebt beide nodig. Ik in elk geval wel.

Momenteel wordt nagenoeg alles gepersonaliseerd. Verf wordt aangeraden door designers, meubels getekend door modeontwerpers… alles draagt een label. Is dit de verwording van design tot mode- gadget ?

Dat heeft alles te maken met de politiek van een bedrijf en de communicatie eromheen. Bovendien is het iets dat eigen is aan de samenleving waarin wij leven. Het is een vorm van individualisme die deel uitmaakt van onze opvoeding. Wij zijn ermee opgegroeid.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken ?

Weet je, ondanks alles hebben vrouwen weinig beslissingsmacht in onze samenleving. Dat heeft zijn voordelen : als vrouw kan je makkelijker de regels in beweging brengen. Als wij dat doen, zal de samenleving daar niet onder lijden. Wij moeten ons niet zo nodig bewijzen. Wij kunnen dus ook een vrijer denken over onze professionaliteit en die vrijheid wil ik ten volle benutten. Als vrouw is het moeilijk om verantwoordelijkheid te krijgen, maar zelfs als je die krijgt, heb je nog steeds een grote onafhankelijkheid. Als vrouw kan je bijvoorbeeld veel onbelemmerder dan vroeger beslissen : ik krijg nu een baby en ik blijf een jaartje thuis. Dat zijn dingen waarmee je grenzen verlegt.

U werd uitgenodigd om een interieurproject te creëren. Kunt u een tip van de sluier oplichten ? Hoe zal uw ‘Scene from Home’ eruit zien ?

Ik heb deze installatie samen met Eliana Gerotto ontworpen. Vertrekpunt is een lamp die we samen voor Foscarini ontwikkelen. De lampenkap, een soort van maaswerk of netwerk in metaal, hebben wij uitvergroot tot een kamer. We spelen een beetje met die dimensies, we trekken de proporties compleet uit elkaar. Zo’n lampenkap is voor het licht een beetje wat het boudoir vroeger was voor het huis : ze heeft een bepaalde intimiteit en tegelijk wat glamour. Voor het interieur borduurden we voort op het boudoir, dat kleine, intieme kamertje waar vaak de chinoiserieën werd bewaard. Dat doen wij ook, op een ironische manier, in de vorm van een collage aan de muur. Het voordeel van zo’n collage is, dat die nooit echt af is : je kan altijd dingen toevoegen of veranderen. Daarvoor is het nooit te laat, en in zekere zin symboliseert het een open geest. Maar we hopen dat het tegelijk vragen oproept over de dingen waar je gevoelig voor bent : wat maakt een ruimte huiselijk ?

6 : Kathleen van Zandweghe interieurarchitecte

Het thema van Interieur Kortrijk 2004 is ‘Design is voor iedereen’. Is dit haalbaar ?

Ja. Grote vraag is of mensen dat willen. Als je in je omgeving rondkijkt : in hoeveel huizen vind je een designstuk ! Wat zie je ook vandaag nog in de meeste Vlaamse huizen ? Een eikenhouten dressoir, zoals vroeger in de jaren vijftig. Wat wij design noemen en waar Kortrijk op focust, dat is een welbepaald segment in de hele branche. Dan heb je het over chique meubels, heel trendy en liefst minimalistisch van vorm. Maar eigenlijk is alles ontworpen en er bestaat ook zeer lelijk en kitscherig design. Of iedereen staat te springen om die avant-garde ontwerpen in huis te halen, weet ik nog zo niet. En dat hoeft ook niet, vind ik. Anderzijds zullen er altijd mensen zijn die het duurste, het chicste, het meest minimalistische willen. Er zal altijd nichevorming bestaan.

Momenteel wordt nagenoeg alles gepersonaliseerd. Verf wordt aangeprezen door designers, meubels getekend door modeontwerpers… alles draagt een label. Is dit de verwording van design tot mode- gadget ?

Het doet verkopen. Dat heeft alles te maken met branding : een naam verbonden met een voorwerp roept allerlei associaties op. Kijk, als Ross Lovegrove iets tekent, is dat meestal superknap. En je weet meteen : Lovegrove staat gelijk met modern design. Die link leg je bijna automatisch. Anderzijds wordt het soms wat lachwekkend. Als ik denk aan de rage rond Beckham, dat is bijna niet meer normaal. Maar dat wordt wel gebruikt : door zijn naam bijvoorbeeld te verbinden aan het pakje chocolade dat hij eet… Voor mij grenst dat aan massahysterie.

Organische vormen, levendige kleuren, een poëtisch concept gekoppeld aan zeer praktische oplossingen… Zijn we bezig met een vervrouwelijking van lifestyle, design en architectuur ?

Ik denk dat het in de lucht hangt op dit moment. Er zijn trouwens ook heel veel vrouwen die zeer strak werken. Als je het werk van Claire Bataille ziet, om iemand van bij ons te noemen, dat is strak en rechtlijnig. Dat ronde en vloeiende is op dit moment een trend. Ikzelf, een vrouw, houd meer van een voorwerp met een zogenaamde ‘mannelijke’ strakke rechtlijnige vorm, en dat was al zo voordat het minimalisme een must werd.

De laatste decennia mengen vrouwen zich steeds meer in het maatschappelijke debat, maar dikwijls verandert er op het thuisfront weinig of niets. Houdt u zich bezig met huishoudelijke taken ?

Het huis is om te beginnen veel te groot om helemaal zelf te bestieren. Vier dagen in de week heb ik een mannelijke hulp, die ook de tuin bijhoudt en zo. Wassen doe ik wel en ik kook heel graag. Dat is ook een beetje creëren, natuurlijk. Poetsen en dergelijke vind ik verschrikkelijk. Je kijkt achterom en het is alweer vuil. Poetsen is een noodzakelijk kwaad. Opruimen doe ik wel, maar ik let erop dat het niet steriel wordt. Een beetje rommelig, met boeken her en der, vind ik artistiek gezellig.

U werd uitgenodigd om op de biënnale een interieurproject te creëren. Kunt u al een tip van de sluier oplichten ?

Ik noem het een moderne moudif. Moudifs zijn bouwwerken van de moerasbewoners in Irak, gemaakt van riet. Echt prachtig. En binnenin zijn dat bijna kathedralen. De bedoeling is dat mensen een rustpunt hebben. Ze lopen de hele tijd rond terwijl er ongelooflijk veel indrukken op hen afkomen. Wat mij dan tot rust brengt, zijn boeken en muziek. Vandaar dat ik er grote legplanken heb aangebracht. De bedoeling is dat er boeken zullen liggen die mensen dan kunnen inkijken, als er geld voor is. En met op de achtergrond mooie muziek. Bach, Charlie Haden, Villa Lobos bijvoorbeeld. Het is eigenlijk een soort enclave waar je je even kan afzonderen en onderdompelen in iets compleet anders.

Tekst Hilde Verbiest

Design is overal om ons heen : de wasknijper, de keukenkast, het voorraaddoosje,

de wc-borstel, de tegels in de badkamer,

het bed, de donsdekens…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content