Zij is nu 89, hij 63. Ze kennen elkaar 44 jaar. Nooit hebben ze in één huis gewoond, maar al die jaren hadden ze een intense relatie. Ze woonden wel in elkaars boeken. De kleine kring van ingewijden herkende die aanwezigheid. Tot twee jaar geleden heeft het grote publiek nooit geweten dat de Jim in het leven en in de boeken van de Frans-Belgische schrijfster Dominique Rolin eigenlijk Philippe Sollers heette. In het jaar 2000 schreef ze eindelijk het verhaal van hun liefde neer in Journal amoureux (Ed. Gallimard). Met zijn medeweten. En eindelijk stemden ze erin toe om samen voor de televisiecamera’s te komen, van Sollers was net Passion fixe verschenen. De perfide Bernard Pivot ontsluierde toen onverwacht hun geheim voor het brede publiek. Behalve bij de officiële viering van haar tachtigste verjaardag door het Waals cultureel centrum in Parijs waren ze nooit eerder zij aan zij in het openbaar verschenen. Zelfs in hun boeken gaven ze geen enkel van hun geheimen prijs. Venetië, de stad waar ze samen zo veel tijd hebben doorgebracht en waar ze samen veel hebben gewerkt, heette in het werk van Dominique Rolin altijd versluierd la ville étrangère.

Hun onwaarschijnlijke relatie deed veel stof opwaaien in de weken na hun verschijnen bij Pivot. Sollers, de onmogelijke, de door velen gehate Sollers, de libertijn Sollers, is al zijn hele volwassen leven trouw aan de relatie met een veel oudere vrouw. Maar wat voor een vrouw.

Wie is die vrouw, die tot op hoge leeftijd een moeilijk man als Philippe Sollers kan boeien? Onlangs verscheen bij Gallimard in de reeks L’infini (samengesteld door Philippe Sollers) een interviewboek van Patricia Boyer de Latour met de titel Plaisirs. Een mooie hulde aan Dominique Rolin, een onconventionele vrouw die lak heeft aan geijkte patronen.

In twintig hoofdstukken vertelt ze haar leven. Vooral hoeveel plezier ze schept in het leven, hoewel het niet altijd makkelijk was. Als naïef burgerlijk Brussels meisje tuimelt ze halsoverkop in een gedwongen huwelijk met een poète maudit die in de eerste plaats een nietsnut en een alcoholist is. Na de oorlog laat ze hem achter en gaat naar Parijs, waar haar literaire carrière meteen een vliegende start neemt. Ze gaat samenleven met de beeldhouwer Bernard Milleret, die tien jaar later overlijdt. Twee jaar daarna ontmoet ze de piepjonge Jim/Sollers, die debuteert in de literatuur. De lijn van haar verdere leven ligt vast. Ze beleeft een grote liefde, maar blijft in de schaduw. Zonder daarover complexen te kweken. Schitteren doet ze in haar eentje, als auteur.

Deze bijzonder mooie vrouw die meer dan dertig boeken schreef in de afgelopen vijftig jaar, is bovenal een zeer eigenzinnig wezen. Hoe ouder ze werd, hoe meer ze lak had aan mondaniteiten. Ze heeft een grote behoefte aan regelmaat, aan alleen zijn en stilte. Ze praat met affectie over haar dochter, kleindochter en achterkleinkinderen, maar tegelijk zegt ze dat ze geen talent had voor het moederschap en niet hoog wegloopt met het begrip familie. Ze kan even lyrisch spreken over een toast met boter en koffie als over een maaltijd bij Lucas-Carton. Ze is gefascineerd door de Vlaamse Primitieven en Breughel, ze schreef er boeken over, maar evenzeer gaat haar passie uit naar Vanessa Paradis, van wie de kwetsbaarheid als die van een Vlaamse madonna haar boeit. Een heel hoofdstuk lang ontleedt ze de kracht en de sensualiteit van de lach. Over de plaats van de spiegel in haar leven als onhandige vrouw, die vroeger het schele, lelijke eendje was en niet zo erg van zichzelf hield, houdt ze een fascinerend betoog.

Bovenal is Dominique Rolin ervan overtuigd dat je je geluk zelf bereidt. Door de juiste keuzen te maken in het leven, je aan de juiste tak vast te grijpen op het moment dat je dreigt te verdrinken. Door voor alles je instinct te volgen. “Gelukkig zijn is niet gemakkelijk,” zegt ze, “het is een constante fysieke en psychische training, een gevecht dat elk moment geleverd moet worden.”

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content