EEN FLAT ZOALS ZIJ

Diane houdt van exotiek en exuberantie. Tegen de wand een intrigerend werk van de bevriende kusntenaar François-Marie Banier. Vooraan twee zetels met etnische motieven. © RETO GUNTLI / LIVING INSIDE

“Hier vind ik mezelf terug”, zegt Diane von Furstenberg over haar pied-à-terre aan de Seine in Parijs. In de inrichting herken je haar hand : een collage van kleurrijke exotiek en precieuze empire.

Tegelijk mode-icoon zijn en wars van modetrends : Diane von Furstenberg bewijst dat het kan. In haar flat in het zevende arrondissement in Parijs zul je geen meubels vinden van de broers Campana, van Arik Levy of van Patricia Urquiola. Nochtans hippe designers, op handen gedragen in artistieke kringen. “Ik hou meer van onverwachte combinaties”, zegt de Belgisch-Amerikaanse styliste. It-designers, de rage van polypropyleen of zuiver classicisme zijn niet aan haar besteed. Te saai naar haar smaak. Haar flat (180 m²) is dan ook heel persoonlijk ingericht en reflecteert haar zwerftocht over de wereld. Diane werd geboren en groeide op in België, studeerde in Zwitserland en werkt in New York. In haar interieur reis je van de ene cultuur naar de andere, van de ene kant van de aardbol naar de andere.

Diane, vernoemd naar de jachtgodin, schuwt geen exotiek of exuberantie. De zetels in de salon kregen bontgekleurde Afrikaanse en Azteekse motieven met dansende olifanten en kronkelende, gevederde slangen. De kleuren spatten eraf, de ruitvormen doen duizelen. Dierenmotieven zijn al lang een vaste waarde in haar werk. Tijger- en luipaardprints zijn haar handelsmerk en duiken ook in recente collecties op. Voor het label Rug Company ontwierp Diane handgetufte vloerkleden met etnische motieven, zebrastrepen of luipaardvlekken. Ze is ook gefascineerd door de empirestijl die in Frankrijk furore maakte na Napoleons expeditie naar Egypte en waarin sfinxen, klauwende leeuwen en gevleugelde wezens veelvuldig voorkomen.

FANTASTISCH BESTIARIUM

Wat haar zo aantrekt in dit fantastische bestiarium ? Een levensenergie die ontsnapt aan de logica, die zich niet laat vatten door de rede ? Datzelfde gevoel wekt in elk geval ook het grote monochrome doek dat de woonruimte domineert : een met witte inkt bewerkte foto van een soort processie, half oorlogszuchtig, half carnavalesk, met hybride wezens waarvan het niet duidelijk is of ze al dan niet menselijk zijn. Het werk, eigenlijk meer schilderij dan foto, vertoont ook sporen van stigmata en van klauwen. Het doet denken aan graffiti en is getekend François-Marie Banier. Die kunstenaar en kleurrijke jetsetfiguur is sinds lang een goede vriend van DvF. Enkele jaren geleden kwam hij nog in het nieuws omdat hij bijzonder gul bedacht was door Liliane Bettencourt, miljardaire en erfgename van de groep L’Oréal. Banier is een artistieke duizendpoot : hij is zowel schrijver, fotograaf als beeldend kunstenaar. Hij is altijd een intieme vriend gebleven van Diane : zij vertrouwde hem een paar jaar terug nog de DvF-reclamecampagne toe waarvoor topmodel Natalia Vodianova poseerde in de regenachtige straten van Parijs.

JAPANSE RUST

Iets verderop in de woonkamer belanden we in het Verre Oosten. Meer bepaald in Japan. Het tumult maakt plaats voor rust. De salontafel van kunstenares Kimiko Yoshida, een sculptuur die speelt met de begrippen leeg en vol, kreeg de naam O-Hanami. Het is een object dat uitnodigt tot meditatie en dus wel in de smaak moest vallen bij Diane, die adept is van yoga. “Het is een volume in spiegelglas en glas waarin zeefdrukken van bloeiende kersenbomen zijn verwerkt. O-Hanami betekent zoveel als ‘naar de bloemen kijken’. Met zijn spel van weerkaatsingen doet de tafel denken aan een waterbekken. In het boeddhisme is de kersenboom trouwens het symbool van de onbestendigheid der dingen”, legt Diane uit. Zij bezit ook een aantal mandala’s, geometrische Tibetaanse voorstellingen die helpen bij het mediteren.

ANDY WARHOL

Mode lijkt in deze flat niet meteen een issue. Toch is ze discreet, haast onmerkbaar aanwezig. De fraaie, trapeziumvormige boekenkast is ontworpen door Alexis de la Falaise, broer van Loulou de la Falaise, mannequin en muze van Yves Saint Laurent. De krukjes in met bladgoud bekleed aluminium zijn van Hervé Van der Straeten, de sieradenontwerper die zijn loopbaan begon bij Jean Paul Gaultier en later meubels ging ontwerpen. Voor de inrichting van de flat tekende François Catroux, decorateur en echtgenoot van Betty Catroux, een legendarisch model uit de jaren zestig en door YSL zijn “tweelingzus” genoemd.

Via een omweg duikt mode ook op in de figuur van Andy Warhol, die verzot was op kleding en hier present is via fotoportretten en de diverse werken waar Diane zelf model voor stond. “Toen ik in 1970 in New York arriveerde, was Warhol present op alle feestjes”, vertelde ze in 2009 in het blad L’Express. “Altijd was hij omringd door een hofhouding van celebrity’s en merkwaardige personages. Ik had net mijn wikkeljurk (wrap dress) ontworpen, die als baanbrekend werd beschouwd. In elk geval boeiend genoeg om Andy’s interesse te wekken. Al gauw zijn wij heel close geworden. Althans, zo close als je met hem kon zijn, want Andy was eigenlijk heel stil en op zichzelf. Hij meed intimiteit.” In 1972 viel de geblondeerde koning van de popart bij Diane binnen met zijn polaroidcamera. Hij vroeg haar om te poseren in haar keuken, voor een witte muur. Die bewerkte foto is een van zijn beroemde zeefdrukken geworden. “Ik heb er eentje van hem gekregen en ik heb er twee gekocht. Tien jaar later heb ik opnieuw voor hem geposeerd, in The Factory. Deze keer voor een portret geïnspireerd op het kabukitoneel : hij beeldde me uit met een wit gepoederd gezicht en karmijnrode lippen.” Jaren later, in 2009, bracht de ontwerpster een hommage aan de kunstenaar met een collectie lange jurken in zijdemousseline met bloemenprints en handtassen in leder en rhodoïd.

In haar witte werkkamer herinnert een reeks zwart-witfoto’s aan haar vriendschap met Richard Avedon, de bekende Amerikaanse fotograaf die onder meer werkte voor Vogue en Harper’s Bazaar.

NOMADISCH LEVEN

De flat ligt in een chique buurt. Hier geen in het oog springende luxe zoals in de Gouden Driehoek langs de Champs-Elysées, wel de meer aristocratische luxe van Saint-Germain-des-Prés, met tal van kunstgalerieën, antiekzaken en uitgeverijen, op wandelafstand. En natuurlijk zijn er de Seinekades met de vele bouquinistes. De flat kijkt uit op de koepel van het Institut de France, in 1660 ontworpen door Le Vau, de architect van het Louvre. “Ik ben dol op deze wijk”, zegt de ontwerpster. “In Parijs kom ik echt tot rust.” Ook al omschrijft ze zichzelf als een nomade, zonder echte thuishaven. “Elk van mijn ‘pleisterplaatsen’ stemt overeen met een aspect van wie ik ben. De datsja die ik nu al drieëndertig jaar heb in Connecticut, is de gezinswoning. New York is de plek waar ik werk, Los Angeles de stad waar ik verblijf met Barry.” (Barry Diller, haar echtgenoot en een van de grote bonzen van de Fox Broadcasting Company). Maar wanneer ze voor een paar dagen haar koffers neerzet in de Franse hoofdstad en geen gezelschap heeft, trekt Diane zich het liefst terug in een klein vertrek, verscholen achter een kamerscherm. “Ik nestel me dan in de kussens met mijn computer. Ik hoef de kamer zelfs niet uit, want achter de muur gaat een kleine, met strandkeien ingelegde badkamer schuil.” Zij noemt het “de groene kamer”, verwijzend naar het behang in het monochrome kleurenpalet dat erg in trek was ten tijde van Napoleon en het Franse Keizerrijk. Diane bewondert die periode waarin de kunstnijverheid een hoge vlucht nam en de louter esthetische dimensie oversteeg. Prins Egon von Fürstenberg, haar eerste echtgenoot met wie ze twee kinderen heeft, was trouwens een afstammeling van prinses Stéphanie de Beauharnais, de geadopteerde dochter van Bonaparte.

DOOR ANTOINE MORENO & FOTO’S RETO GUNTLI / LIVING INSIDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content