Geen twee zijn er identiek. Met antieke deuren en vensters componeert Marc Sneiders tuinhuisjes op maat.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Marc Sneiders werkte een tijdlang als industrieel ontwerper en volgde een avondcursus meubelmaken met de bedoeling ooit zijn eigen meubilair te bouwen. Maar dat is er nog niet van gekomen. Twee jaar geleden maakte hij een houten tuinatelier voor zijn vrouw, liet dat op een tuinbeurs zien en kon prompt van stiel veranderen. Sinds anderhalf jaar bouwt hij eigenhandig ouderwetse tuinhuisjes die enorm veel bijval kennen. Geen wonder : de meeste industrieel vervaardigde tuinhuisjes ogen kitscherig en ontsieren een fraaie tuin.

De tuinpaviljoenen van Marc Sneiders zijn eigenlijk te mooi om gereedschap in op te bergen. Hark en grasmachine verdienen zo’n charmant onderkomen niet. Het gebeurt niet zelden dat mensen die oorspronkelijk zo’n huisje laten bouwen voor het stapelen van tuingerei, later de hut reserveren voor eigen gebruik. Het is immers heerlijk toeven in een dergelijke hermitage.

Het verschil met een ordinaire tuinchalet in Zwitserse stijl zit in het maatwerk. De tuinhuisjes van Sneiders zijn van artisanale makelij en nooit tweemaal identiek. Sneiders runt trouwens een klein atelier en werkt op beperkte schaal. Over elk ontwerp wordt grondig nagedacht. Eerst bekijkt Sneiders de plek waar het plankenhuis moet komen. Daarna zoekt hij oude deuren en vensters die passen bij het geheel. En daarin schuilt de charme van zijn creaties : hij gebruikt recuperatiemateriaal. En eigenlijk hoort dat ook zo, vroeger werd voor tuinhuisjes altijd oud schrijnwerk gebruikt. Ze werden ineengeknutseld van oude plankenvloeren, pannen en afgedankt meubilair van oude landhuizen.

Sneiders zoekt bij afbrekers en brocanteurs oude deurtjes, vensters, luiken en beslag. Hij voorziet ramen en deuren van antieke slotjes en scharnieren en gebruikt vaak oud glas, bij voorkeur getint en oneffen, voor de ramen. Het wordt allemaal voorzichtig gerecupereerd en op maat gesneden : er komt dus nogal wat handwerk bij kijken.

Hoewel de huisjes er antiek uitzien, heb je niet het gevoel dat ze namaak-oud zijn, omdat ze zo smaakvol zijn van stijl. Ze zien er ook allemaal anders uit. Vorm en afwerking verschillen. Vooreerst is geen enkel oud stuk schrijnwerk gelijk. De proporties van de muren en het dak worden telkens aangepast aan de gevonden deuren en vensters. De wanden zijn doorgaans van houten planken, maar Sneiders is van plan om daarvoor ook leem te gaan gebruiken. Hij wil in Frankrijk een opleiding volgen om de kunst van het vakwerk onder de knie te krijgen. Deze techniek werd eertijds bij ons in de Westhoek en in Limburg gebruikt, en bestaat erin stijlmuren met houten balken in te vullen met (op latwerk gesmeerde) leem. Voor de daken gebruikt Sneiders meestal pannen van cederhout. Maar het huis kan ook worden afgedekt met oud Boomse pannen of met riet. De meeste huisjes bieden wat je landelijk comfort kan noemen. Hij heeft er ooit wel eentje gebouwd voor een schrijver, goed geïsoleerd en voorzien van een centrale verwarming. Maar de schrijvershut was een uitzondering. De meeste huisjes zijn niet geïsoleerd, hoeft ook niet, hout is immers een warm materiaal. Hier en daar worden de kieren en spleten bewust opengelaten. Een houten bouwsel mag eigenlijk niet extra afgesloten worden voor de wind, want als het wat tocht krijgt, rot het hout nooit. Sneiders gebruikt trouwens enkel massief hout. De vloer is zelfs van eik en ligt op een betonnen plaatje.

Sneiders haalt zijn inspiratie overal vandaan. Het rode huisje heeft typisch Zweedse vensters, ze kantelen en liggen bovenop de buitenwand. De vergaring van de planken en het dak zijn karakteristiek voor de Canadese stijl. Het beslag komt uit Engeland en de eiken voordeur uit een Brabantse abdij.

De huisjes van Sneiders worden voor allerlei doeleinden gebouwd, van gereedschapshut tot atelier en duiventil. Je hebt er geen bouwvergunning voor nodig, zolang ze niet groter zijn dan tien vierkante meter en slechts één bouwlaag tellen.

Voor meer informatie kan u terecht bij de firma Kabane van Marc Sneiders, tel. (02) 633.68.26.

Dit huisje heeft van alles wat : Zweedse ramen, een Canadees dak en een oude deur uit een abdij.

Binnen is de afwerking eenvoudig : een eiken vloer en effen geschilderde houten wanden. Ramen en deuren zijn voorzien van antieke slotjes en scharnieren, en liefst gebruikt Marc Sneiders ook oneffen oud glas, omwille van het schilderachtig effect.