In deze rubriek neemt Eric Bracke onderweg de tijd om een hapje te eten.

Vandaag : Ikea in Ternat.

De komst van de Zweedse meubelketen Ikea was eind jaren negentig een geweldige attractie voor de Russen. Journalist Karel Onwijn beschrijft in het boek Standplaats Moskou hoe mensen van overal in het land er speciaal met de nachttrein voor naar de hoofdstad kwamen. In hun zondagse pak werden ze met Ikeabussen van het station naar de vestiging gebracht.

De meerderheid van de Russische bezoekers beschouwde Ikea toen nog als een soort museum. Kopen was er voor hen veelal niet bij, maar eten daarentegen wel. “Het gros van de bezoekers stroomt rechtstreeks het Ikearestaurant binnen”, schrijft Onwijn. “De prijzen liggen daar beduidend lager dan in een gemiddeld Moskous restaurant. Bovendien is het menu gevarieerd en sluit het goed aan op de Russische keuken : veel vis en aardappels. Het populairst is nog wel het bier van de tap. Veel bezoekers nemen bij hun eten minstens drie glazen bier, en drinken deze sneller op dan ze hun eten naar binnen werken. Er hangt dan ook niet zelden een lichte alcoholwalm.”

Als ik bij Ikea in Ternat arriveer, wil ik net als de Russen eerst eten en dan pas kijken. Maar anders dan in Moskou moet je voor het restaurant in Ternat een heel eind lopen tussen bankstellen, bureaustoelen, luchters, staande lampen en slaapkamers. Dus zie je altijd wel iets waarvan je meent dat het je woning misschien nog wat gezelliger zou kunnen maken. Dat is waar Ikea goed in is : knusse dromen schenken aan mensen met een bescheiden inkomen.

In de rij voor het restaurant gaat het snel vooruit. Vooraleer je het aanbod goed en wel bekeken hebt, klinkt de stem van het meisje bij de warme toog al dwingend dichtbij : “De volgende.” Ik tank nog snel 30 cl spuitwater. Het stel achter mij maakt van de gelegenheid gebruik om me met hun plateau stiekem voorbij te glippen. Mijn eetlust valt als een schietlood de dieperik in terwijl de adrenaline uit mijn oren borrelt. “Pro-fi-ci-at.” Ik vul alle lettergrepen van het woord met afgrondelijke wrok. De man gebaart zijn vrouw om me te negeren. “Voor u ook frietjes, schatje ?”, vraagt hij.

Ik wens hem naar Siberië met zijn eendenborst met sinaasappelsaus. Zelf wou ik dat ik in Moskou was. Liever een bierlucht om me heen dan ongedurige mensen die niet snel genoeg kunnen beginnen vreten. Ik neem mijn bord aan : veenbessenconfituur en Zweedse gehaktballetjes overgoten met een romige, bleekbruine saus. De frietjes komen apart in een stenen kommetje, dus niet zoals op de foto tegen de wand. Dat vind ik, nog altijd uit mijn humeur, een enigszins bedrieglijke praktijk.

Gezeten op een kruk schud ik de zakjes peper en zout leeg over mijn bord. Aan de lamp boven mijn hoge tafel bengelt een kaartje met een boodschap over zuinige spaarlampen. Als ik niet in mijn eigen bord kijk, schommelt het door het bovenste deel van mijn gezichtsveld. Alweer een campagne die een averechts effect dreigt te zullen hebben.

Rond mij zitten de meeste mensen aan lage witte tafels als een grote familie bij elkaar. Terwijl moeders monden afvegen, spoeden kinderen zich naar het speelparkje in het restaurant. Is dit nu de vrijheid waar mensen naar snakken die onder een totalitair regime met schaarse consumptiegoederen hebben geleefd ? Misschien. Tenslotte is Ikea ook in het welvarende Zweden, ondanks eerdere schandalen rond kinderarbeid bij onderaannemers, een geloofwaardig instituut. Volgens een recent onderzoek hebben de Zweden veel meer vertrouwen in de woonwinkelketen dan in de protestantse kerk.

De Zweedse balletjes verschaffen me geen gastronomisch genoegen, maar ze blijven ook niet op de maag liggen. Dus neem ik de tijd om in de winkel rond te kijken. Uiteindelijk kom ik niet alleen thuis met een ladeblok voor naast mijn bureau maar ook met een tafellamp. De spaarlamp waarvoor Ikea me warm probeerde te maken, is er helaas niet bij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content