Wat gebeurt er als je vijf topdesigners loslaat op vijf West-Vlaamse bedrijven om samen een nieuw product uit te dokteren ? Designregio Kortrijk lokte die confrontatie uit en doopte het project ‘5×5’. De resultaten zijn te zien op de Biënnale Interieur. Weekend Knack gaat met de avant-première lopen.

Design introduceren in het West-Vlaamse bedrijfsleven, dat is de bedoeling van project 5×5″, valt Marc Dubois met de deur in huis. Hij is Designmeester van Kortrijk en trekt al jaren aan de kar om de stad als dé designregio van Vlaanderen te profileren. Voor dit Stem-project ( StreekEigen Management) selecteerde een jury uit de vele aanvragen vijf uiteenlopende bedrijven : Eliet, Saey Home & Garden (Barbecook), Technical Architectural Lighting (TAL), Haelvoet en Unic Design. Respectievelijk produceren zij tuinmachines, barbecues, verlichting, meubilair voor de zorgsector en buismeubilair. “Bedrijven hebben er alle baat bij met een externe designer in zee te gaan”, vervolgt Dubois. “De samenwerking levert vaak betere, aantrekkelijkere en goedkopere topproducten op.” De bedrijven kozen samen met Designregio Kortrijk vijf designbureaus : Pilipili, Lens°ASS, Patrick & Bieke Hoet, Inge Van Gheel en Werner Aisslinger. De prototypes waar de teams samen een dik jaar aan werkten, staan tentoon op Interieur. We stellen ze één voor één voor.

Eliet strikt Pilipili

Hoe maak je een gevaarlijk toestel als een hakselaar in godsnaam ‘aaibaar’ ? Machinefabrikant Eliet ging in zee met de productdesigners van Pilipili.

Was de samenwerking vruchtbaar ?

Frederic Lietaer (Eliet) : Vroeger produceerden we hakselmachines voor professionals. De vormgeving was daarbij bijzaak. Met Pilipili ontwikkelden we een hakselaar voor gewone consumenten. Voor hen speelt uitzicht en prijs wel degelijk een rol. We kozen voor een body in kunststof, niet in plaatstaal. Maar op kwaliteit deden we geen compromissen.

Zo’n hoogtechnologisch product een facelift geven lijkt me niet simpel.

Adriaan Debruyne (Pilipili) : We moesten bij het ontwerpen met enorm veel aspecten rekening houden : technische specificaties, materialen, veiligheid, ergonomie, normering, stapelbaarheid, noem maar op. Techniek met de mens verenigen, dat is een denkoefening die achter elk goed design steekt.

Hoe bracht u deze samenwerking tot een goed einde ?

Debruyne : Wat Eliet evident vond aan een versnipperaar, stelden wij steevast ter discussie. Die dialoog leverde boeiende inzichten op. Dat we uiteindelijk uitkwamen bij een toestel in kunststof, is deels omdat wij als ontwerpbureau een bredere kijk hebben op materialen. Hopelijk wordt het een commercieel succes !

www.pilipili.be ; www.eliet.be

TAL door de bril van Patrick & Bieke Hoet

Wat gebeurt er als een brillen- en productdesigner (Patrick & Bieke Hoet) aan tafel gaat zitten met een architectonisch verlichtingsbedrijf (TAL) ?

Wat is het resultaat van de samenwerking ?

Bieke Hoet : Een tuinlamp die op een fakkel lijkt. Rond de lamp wikkelden we een industriële vuilmat van nylon. Doorheen dat materiaal schijnt de lamp alsof ze in het gras ligt. En als de lamp ’s avonds werkt, loopt het licht bovenaan subtiel over in de duisternis.

Kennen vader en dochter Hoet iets van lampdesign ?

Bieke Hoet : Niet echt, maar het was een uitdaging om eens iets compleet anders te ontwerpen. Als wij een tuinlamp ontwerpen, beginnen we met een blanco blad : wij zijn niet voorgeprogrammeerd om bestaande materialen of onderdelen te gebruiken. Gelukkig weet TAL wel perfect wat kán en wat niet. Dat bespaarde ons immens veel research.

Wat wint Technical Architectural Lighting (TAL) bij de samenwerking ?

Karel Festjens (TAL) : We willen ons gamma uitbreiden met tuinverlichting, frisse ideeën opdoen en ons profileren als een designfirma.

Is TAL en Hoet een gelukkig huwelijk ?

Patrick Hoet : Het prototype waar we samen aan werkten, mag er in elk geval wezen. Het is innovatief qua vorm en materialen, ziet er esthetisch uit en kan massaal en industrieel geproduceerd worden : drie voorwaarden voor goed design.

Haelvoet meets Inge Van Gheel

Inge Van Gheel ontwerpt meubels, interieurs, beursstanden, tv-decors en werkt onder meer voor Ikea, MDR, Tribù, VRT en Forbo. Haelvoet maakt sinds 1931 ergonomisch meubilair voor de medische sector. Ze doopten hun creatie ‘Karade’, een aanpasbare relaxfauteuil voor buitengebruik.

Ergonomische tuinmeubelen, een gat in de markt ?

Vincent Haelvoet : Tuinstoelen zijn doorgaans allesbehalve comfortabel en flexibel instelbaar : enkel de rughoek is regelbaar, en je kunt je vingers knellen tussen bepaalde verstelsystemen. We hebben onze expertise uit de zorgsector gebruikt om een functionele en ergonomische relaxfauteuil te ontwikkelen. De rug, benen én zitting van de Karade verstellen zich tegelijk, zodat je altijd lekker comfortabel zit : een unicum. En hij ziet er dankzij Inge trendy uit ook.

Karade ligt toch volledig buiten jullie markt ?

Haelvoet : Door het project kregen we de prachtkans een product te ontwikkelen waarmee we uit onze niche breken. Deze stoel is voorlopig het eerste wapenfeit, maar we denken eraan om een volledig ergonomisch tuinassortiment te lanceren met een nog te bepalen partner. De outdoor relaxfauteuil kan ook een interessant product zijn voor hotels en wellnesscentra.

Wat steek je als designer op van deze samenwerking ?

Van Gheel : Ik moest in mijn ontwerp rekening houden met het geavanceerde zitmechanisme. Toch wou ik een meubel ontwerpen dat er strak, licht, tijdloos en zuiver uitziet, én stevig is. Het was bovendien een uitdaging om voor de zitting, rug, benen en aparte hoofdsteun een nieuw materiaal te ontwikkelen dat de stoel weerbestendig maakt. Daarvoor was een continue wisselwerking met Haelvoet nodig. Maar de grootste les is misschien wel dat je op totaal uiteenlopende markten kunt scoren.

www.ingevangheel.com ; www.haelvoet.be ; www.karade.be

Saey Home & Garden in zee met Lens°ASS

De Barbecook, een barbecue van Saey Home & Garden, is een internationaal succesverhaal. Ter ere van 5×5 dokterde Saey samen met Bart Lens van architectenbureau Lens° ASS een gasbarbecue uit.

Hoe komt Saey bij Lens°ASS terecht ?

Stephane Saey : We selecteerden een honderdtal sfeerfoto’s, afkomstig van allerlei ontwerpbureaus. Daaruit koos ons personeel tien beelden die een goed gevoel opriepen. Daarvan bleken er vijf van Lens°ASS. Het klikte dus al instinctief, vóór we elkaar ontmoetten. Het bleek een goede keuze : zowel qua kooktechniek als design is ons prototype geslaagd.

Wat kan een architect verbeteren aan een barbecue ?

Bart Lens : Een gasbarbecue met een gesloten deksel is een dood object. Wij maakten de bovenplaat van glas, zodat je het vuur en het vlees kunt zien. Door ons gietijzeren lamellensysteem ( coupe feu) verbrandt het vlees niet zo makkelijk. En achteraf hoeft men ook geen lelijk plastic zeil over het toestel te trekken. Zo blijft het ook een tuinwaardig object als je hem niet gebruikt. De gasbarbecue kun je trouwens perfect integreren in een keuken.

Wat is de filosofie achter dit ontwerp ?

Lens : We gaan terug naar de essentie van een barbecue : vuur, warmte, gezelligheid en vlees roosteren. Dat zijn oerinstincten voor mannen. Barbecueën is ongeveer het enige mannelijke monopolie in het huishouden. Het vuur is tegelijk hun favoriete meeting point : met een pint staan ze eromheen te kletsen.

www.lensass.be ; www.barbecook.com ; www.saey.com

Unic Design vernieuwt met Werner Aisslinger

Unic Design, een West-Vlaams familiebedrijf dat zitmeubilair produceert met buisprofielen, strikte Werner Aisslinger voor een samenwerking. De bekende Duitse designer verdiende zijn strepen al bij Jasper Morrison, Magis en Vitra.

U ging als enige van 5×5 in zee met een buitenlandse designer.

Filip Peers (Unic Design) : Een goed ontwerp maken is belangrijk, maar als we een grote naam binnenhalen, levert dat ons misschien meer op. Veel bedrijven denken : ik wil niet met externe designers werken, omdat die alles voor het zeggen zullen hebben. Onzin natuurlijk, want er is wel degelijk communicatie mogelijk.

Jullie ontwerp is een conceptueel, modulair buismeubel.

De module kan dienen als zithoek, tafel, wachtruimte, tuinobject, barmeubel, en je kunt er bovendien van alles onder kwijt. We wilden niet de zoveelste stoel of tafel op de markt zetten. Ons meubel lijkt me ideaal voor events : daar kun je buitensporige dingen doen die toch maar tijdelijk zijn. Op een evenement dient een interieur : om iets in te beleven.

Een aparte visie op design, niet ?

Een interieur staat of valt niet met één designobject dat eruit springt. Het plaatje moet compleet kloppen. Wie een huis bouwt, moet vanaf het begin denken aan de invulling, indeling en inkleuring van de ruimten. Kijk naar veel industriële gebouwen : overal ligt het vol kabels. Geen gezicht, al valt dat perfect te vermijden, als er vooraf over nagedacht wordt.

www.unicdesign.be ; www.aisslinger.de

Door Thijs Demeulemeester I Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content