“Halal maaltijden ? Een gebedsruimte ? Wat bedoelt u precies ?” In diverse Brusselse tophotels vallen de receptionisten uit de lucht wanneer ik vraag hoe ze omgaan met de wensen van moslimtoeristen. Ook op de websites van de toeristische diensten is een halal restaurant, een alcoholvrije hotelkamer of andere relevante informatie niet meteen te vinden. Misschien verklaart dat waarom België amper voorkomt in de vorige maand gepubliceerde Muslim Travel Index, die inwoners van Maleisië, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië naar de populairste Europese bestemmingen vroeg. Of waarom we zo slecht scoren in een jaarlijkse ranking van de vriendelijkste vakantielanden voor moslims, opgesteld door het islamitische reisadviesbureau Crescentrating in Singapore. Daarin staat België nu op de 30ste plaats, ver achter het Verenigd Koninkrijk (4), Duitsland (8), Frankrijk (13) en Nederland (18).

Dat stemt tot nadenken. In het Midden-Oosten alleen al groeide het aantal internationale reizigers van 24,1 miljoen in 2000 tot 60,3 miljoen in 2010. Samen met moslims uit Zuidoost-Azië, de Maghreb en Europa namen ze vorig jaar al dertien procent van de toeristische uitgaven in de wereld voor hun rekening, en een toenemende koopkracht en sterke demografische groei zwengelen de verwachtingen nog aan. Niet alleen in populaire bestemmingen als Turkije en Maleisië, maar ook op Brussels Airport, waar Emirates deze maand een dagelijkse verbinding met Dubai opende. Al is het maar de vraag of onze toeristische sector daar klaar voor is. Een trendrapport van Toerisme Vlaanderen merkte al in 2011 op dat het aanbod weinig aansluit op de multiculturele samenleving en de veranderende vraag. Zo vullen allochtonen van de tweede en derde generatie hun vakantie steeds vaker naar ‘westers’ model in, maar worden ze hier nauwelijks aangesproken.

De concurrentie zit ondertussen niet stil. Zo bracht de eerste International Halal Tourism Conference in het Spaanse Granada deze week ruim vijfhonderd deelnemers op de been. Twee dagen lang bestudeerden ze allerlei producten en diensten die als halal (de islamitische term voor wat toegestaan is) of Muslim-friendly aan de man gebracht worden. Hotelkamers met een richtingwijzer voor het gebed en een exemplaar van de Koran, vakantieclubs met hosts die thuis zijn in de moslimwereld, religieuze programma’s aan boord van langeafstandsvluchten, ramadanvakanties : de mogelijkheden zijn legio, en vaak gemakkelijk inpasbaar in bestaande voorzieningen. Halal toerisme – een sector die inmiddels een heel arsenaal aan gespecialiseerde touroperators, reisbureaus en -websites omvat – is dus geen parallel circuit dat contact met andere tradities en opvattingen uitsluit.

Dat besef leeft ook in Japan, Australië en Nieuw-Zeeland, landen die moslimtoeristen verwelkomen met brochures en websites, en workshops organiseren voor ondernemers die rekening willen houden met hun geloofsovertuiging. Dichter bij huis namen Kroatië en Andalusië gelijkaardige initiatieven.

Eenvoudig wordt het niet. Moslimtoeristen zijn een brede doelgroep met uiteenlopende wensen en noden, waarbij de ene de religieuze voorschriften strikter naleeft dan de andere. Sommigen hebben geen behoefte aan halal-labels, of ergeren zich aan de wildgroei van ondoorzichtige certificatie-organismen. Toeristische diensten en bedrijven die moslimreizigers willen aanspreken, wacht ongetwijfeld ook de vraag of ze het hokjesdenken en segregatie niet in de hand werken, nog een reden waarom bestaande initiatieven liever onder de radar blijven. Hoe ver kunnen en willen we inspelen op een lucratief groeisegment, en hoe promoten we onze trekpleisters naar doelgroepen die er soms uiteenlopende levensstijlen en visies op nahouden ? Voor de toeristische sector worden het nog boeiende tijden.

Wim Denolf

Halal toerisme is geen parallel circuit dat de confrontatie met andere tradities en opvattingen uitsluit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content