Vroeger waren zwembaden peperduur, tegenwoordig is het aanbod groter en zijn de technische snufjes redelijk betaalbaar. In België worden dan ook jaarlijks 2500 baden gebouwd.

Hoeveel een zwembad nu kost ? Alles hangt natuurlijk af van de eisen die je stelt. Wil je dat het ruim en diep is, van meer dan elf meter lang, hoest je flink wat geld op. Nochtans : niet zozeer de afmetingen bepalen de prijs, maar wel het filtersysteem en vooral de afwerking. Wie minder hoge eisen stelt, kiest voor een groot ‘kinderbad’ van plasticfolie, opgehangen aan een skelet van buizen, of een opblaasbaar exemplaar dat in enkele uren wordt geplaatst. Die laatste twee zijn goed voor een frisse plons, maar minder geschikt voor een heuse zwembeurt. Ze vergen weinig onderhoud, nemen amper plaats in en zijn betaalbaar : de kostprijs ligt rond 4000 euro. Bovendien heb je er ook geen bouwvergunning voor nodig. Niet dat dit zoveel verschil maakt : voor een volwaardig zwembad volstaat een vereenvoudigde bouwvergunning die door de gemeente kan worden verstrekt in een viertal weken.

Voor grotere bassins kan je kiezen tussen verschillende types : geprefabriceerd met stalen wanden en een pvc-folie, gemetseld of van beton, een kuip van polyester, ook monobloc genoemd. De geprefabriceerde zijn nogal po-pulair, voor ongeveer 1800 euro koop je er één met een diameter van 5 meter en een diepte van 1,2 meter. Ze zijn opgebouwd uit een stalen wand met hoekprofielen, waarin een grote zak van pvc-folie wordt gehangen. Ze kunnen ook op de grond worden geplaatst, maar half ondergronds zijn ze steviger. Doorgaans wordt de buitenkant afgewerkt met hout. Zoiets kan de doe-het-zelver aan, wat de prijs serieus drukt. Sommigen kiezen voor een verwant systeem met een gemetselde kuip, waartegen een pvc-folie wordt aangebracht, ter plaatse op maat gemaakt.

Een gemetseld zwembad is wel duurder; één van 8 bij 4 meter en een diepte van 1,5 meter kost ongeveer 12.000 euro. In plaats van pvc-folie kun je ook kiezen voor een wandbekleding van polyester. We merken op dat de gemetselde niet altijd even waterdicht zijn. Bij een on- stabiele ondergrond ontstaan al snel scheuren in de wanden.

Beton is veel steviger, maar ook duurder. De prijs hangt van veel factoren af, zoals de grondwerken en de stabilisatie. Voor een doorsnee bassin van 4 bij 10 meter kom je bij 3000 euro uit. Als het dan nog eens met natuursteen of glasmozaïek wordt afgewerkt, drijft dat de prijs makkelijk op tot 20.000 euro of meer.

Nogal wat mensen kiezen voor een zogenaamde monobloc, een zelfdragende kuip van polyester, die niet alleen goedkoper is (één van 8 bij 4 meter kost 17.000 euro), maar het grote voordeel heeft, snel te kunnen worden geplaatst : wie in april een zwembad wil, neemt een goede maand later een eerste duik. Soms wordt één technisch probleem onderschat : de plaatsing. Omdat het in één stuk geleverd wordt, moet er soms een kraan aan te pas komen om de bak over het huis te tillen. Vroeger waren plastic kuipen opzichtig, nu worden de randen vaak afgewerkt met hout of steen. Doorgaans is de waterstand net zo hoog als het maaiveld en zorgt de plint ervoor dat het geheel visueel naadloos aansluit op de omgeving.

Natuurlijk volstaat het zwembad niet, er hoort een technische cel bij met een filter, een automatische chloorverdeler en een niveauregelaar. Er zijn verschillende filtersystemen in de handel. De patroonfilter is relatief goedkoop, maar vergt een vrij intensief onderhoud : de patronen moeten wekelijks worden gereinigd. Je kunt ook kiezen voor een zandfilter met kwartszand, waar het water wordt door gepompt. Dat vraagt minder onderhoud, maar is iets duurder. Daarnaast bestaan ook diatomeeënfilters, voorzien van schijven bedekt met kiezelmerg : een kwaliteitssysteem dat een nauwgezet onderhoud vergt. De kostprijs ervan loopt op van 4000 tot 6000 euro.

Een rolluik vermijdt algengroei en besmetting door micro-organismen, en beschermt ook tegen bladeren en insecten, maar kost makkelijk tot 8000 euro. Met een goede filter en een rolluik hoef je het water niet elk jaar te verversen. In dat geval volstaat het om de randen te reinigen en ontsmettingsmiddelen toe te voegen.

Het onderhoud heeft hoe dan ook veel voeten in de aarde. Het zwembad moet minstens eenmaal per week worden ‘gestofzuigd’, hoewel er apparaten op de markt zijn die dit autonoom kunnen.

Om er ten volle van te genieten, is het evident dat het water wordt verwarmd. Het warmteverlies, zelfs als de wanden zijn ge-isoleerd en er een rolluik is, bedraagt ruim tien procent. Je kunt een elektrische verwarmer kopen, maar met een warmtewisselaar kan er ook warm water van de centrale verwarming worden gebruikt. De kostprijs van de verwarming loopt op tot 1500 à 2000 euro.

Wie in een kleiner exemplaar toch écht wil kunnen zwemmen, schaft zich een stromingssysteem aan : prijskaartje ongeveer 3500 tot 4000 euro. Wil je ook in de lente en herfst het water in, dan laat je het zwembassin overdekken. Er zijn allerlei serreconstructies in de handel. Houd er wel rekening mee dat het interieur moet worden ontvochtigd, omdat de chloordampen de structuur anders aantasten.

Vergeet niet dat de algemene onderhouds- en verwarmingskosten jaarlijks behoorlijk aantikken. De aankoop van de bak is maar een begin, de factuur loopt daarna nog serieus op. Ten slotte raden we aan scheep te gaan met een firma die jaarlijks vele zwembaden bouwt en dus de nodige knowhow in huis heeft. Omdat er nogal wat nazorg is vereist, moet je op een vakman kunnen blijven rekenen. n

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content