Een artistiek labyrint

Het hart van de woning : de trap met de betonnen tussenverdieping ontworpen door architect Werner De Bondt. Het buffetmeubel is van Antonio Zanuso (Emmemobili), het glas van Kate Hume (When Objects Work). © JAN VERLINDE

AAN DE BUITENKANT VERRAADT GEEN STEEN HOE HEDENDAAGS DIT HUIS WEL IS. DE VOORGEVEL UIT 1913 BLEEF INTACT MAAR BINNEN STAP JE IN EEN NIEUWE WERELD.

Veel hedendaagse woningen zijn minder verrassend dan dit bijna honderd jaar oude huis, omdat je vaak vanbuiten al kunt zien hoe de structuur in elkaar zit. Hier is de verrassing compleet. De eclectische voorgevel bleef intact bewaard en verhult wat erachter zit. Maar binnen werd vrijwel alles veranderd. “Bijna alles”, nuanceert eigenaar en bewoner Johan Lenaerts. “Enkele deuren en de stucplafonds bleven bewaard. Maar de ruimte werd wel grondig doorbroken.” Zo’n zware ingreep is echter geen optie voor alle herenhuizen uit de belle époque, zo zou je het patrimonium gewoon verwoesten. Meestal slaagt zo’n experiment ook niet en verliest het huis zijn kwaliteiten. Veel époquepanden werden en worden door al te drastische veranderingen verminkt.

Deze woning werd in de vroege jaren zeventig verbouwd door architect Werner De Bondt, die, helemaal in de geest van de toenmalige moderne architectuur, een spel van tussenverdiepingen creëerde. “Achteraf gezien valt die ingreep nog goed mee, want je moet er toch rekening mee houden dat dit bijna een hoekhuis is en achteraan weinig licht vangt. Het is ook vrij smal, zes meter, en het moet dus oorspronkelijk heel donker geweest zijn”, vermoedt Johan. Door het opengooien van het interieur zijn er mooie diagonale perspectieven gecreëerd en schijnt er licht door het pand. Je kunt er min of meer dwars door kijken. Het aparte interieur werd destijds gebouwd door een aannemer wiens vrouw piano speelde. “Dat verklaart de mezzanine en het podium tegen de achtergevel. Je kon hier dus wel een concert geven. Doordat er overal vasttapijt lag en er overal gordijnen hingen, was de akoestiek waarschijnlijk niet slecht.”

Experimentele doorbrekingen

Door het eigenaardige interieur geraakte dit pand destijds moeilijk verkocht. De experimentele doorbrekingen schrokken eventuele kopers af. Maar voor Johan Lenaerts is dit een ideaal pand, waarvan hij delen kan gebruiken als kantoor en showroom voor zijn collectie. Hij is immers agent voor diverse bekende designmerken zoals Emmemobili, PP Møbler, When Objects Work en andere. Bovendien vindt hij de architectuur uit de jaren zestig en zeventig fascinerend. Hij groeide op in een modern interieur uit die tijd en kent het design van die periode als geen ander. Deze kennis kwam hem zeker van pas toen hij dit pand samen met tuinarchitect Dirk Buytaert ging renoveren en aankleden. Voor de architecturale renovatie deden zij een beroep op Pascal François. Die nam de ruimtes onder handen en trok onder meer de keuken open met een groot raam en een terras. Maar de keuken hebben Johan en Dirk zelf ontworpen. Ze beslisten ook om overal opnieuw vasttapijt te leggen. “Dat is niet alleen akoestisch goed, het past ook bij het concept. We kozen voor een tapijt van het huis Van Besouw, een Nederlandse firma die al heel lang actief is en nog tapijt uit de jaren zestig in zijn collectie heeft. Ons tapijt is nieuw, maar wel van het tijdloze en degelijke type.” De bewoners opteerden ook voor een behangsel van rijstpapier, dat destijds heel populair was.

Mode is te vluchtig

Als je binnenkomt, vallen meteen de meubels en objecten op, zoals de zitjes van Hans Wegner en Geoffrey Harcourt. Hoewel het interieur op-en-top hedendaags is qua stijl en sfeer, ontdek je overal wat vintage, zoals de keramische vazen van onder meer Perignem of de Stilnovoluchters van Gaetano Scolari, een van de cultdesigners uit Italië, bekend om zijn experimentele lampen. Deze lichtkronen vonden ze op de Parijse Puces.

Het interieur weerspiegelt wel de hedendaagse smaak en aanpak, maar het is niet trendy. “Trends bekijken en ontdekken is best leuk, maar ik hoef ze daarom nog niet in mijn huis”, zegt Johan. “Wat echt mode is, is zo vluchtig. Waar iedereen nu in Milaan voor warm loopt is volgend jaar al weer passé. Wij houden niet van wat te tijdgebonden is en niet echt overleeft. Daarom staan er hier ook meubels van Wegner. Ik hou van designers met een lijn die ze helemaal uitwerken, zoals Tom Dixon. Hij ontwikkelt een geraffineerde vormentaal, een totaalconcept.”

Voor Johan en Dirk mag een woning best iets ’traags’ in zich hebben. Dat is ook de reden waarom de badkamer uit de jaren zeventig, met de rubberen noppenvloer, destijds ontworpen door Top Mouton, bewaard bleef. Zo vergroeit dit hedendaags interieur moeiteloos met het verleden. “Je mag zien dat het echt 2011 is, maar het mag toch iets tijdloos hebben. Nu merk je bijvoorbeeld dat zwart uit is en dat je overal kleur ziet. Daarom hebben we alles wit geschilderd, zo komen de kleuren mooi uit. Er is ook een groeiende belangstelling voor artisanale objecten en voor materialen als leer, hout en ceramiek, die je hier ook terugvindt.”

DOOR PIET SWIMBERGHE – FOTO’S JAN VERLINDE

IN DE GEEST VAN DE ‘MODERNE’ ARCHITECTUUR UIT DE VROEGE JAREN ZEVENTIG WERD EEN SPEL VAN TUSSENVERDIEPINGEN GECREËERD.

DIT INTERIEUR WEERSPIEGELT WEL DE HEDENDAAGSE SMAAK EN AANPAK, MAAR HET IS NIET TRENDY.

DOOR HET OPENGOOIEN VAN HET INTERIEUR SCHIJNT ER VEEL MEER LICHT DOOR HET PAND

EEN INTERIEUR MAG BEST IETS ‘TRAAGS’ IN ZICH HEBBEN. DAAROM WERD DE BADKAMER UIT DE JAREN ZEVENTIG, MET DE RUBBEREN NOPPENVLOER, BEWAARD.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content