De succesvolle ‘Duveltjeskermis’ vat het laatste luik van zijn tournee aan. Voor bedenkers Esmé Bos en Bart Voet is dit seniorenprogramma niet zomaar een zoveelste in de tijdgeest passende nostalgische trip. Het gaat ze om de herwaardering van het liedjesambacht, wat ook mag blijken uit hun nieuwste geesteskind ‘Tres Tigres Tristes’.

Peter Van Dyck

De kracht van Duveltjeskermis: je voelt dat het door jonge mensen is gemaakt. Bart Voet en Esmé Bos, ex- Studio Herman Teirlinck-studenten en Kakkewieten, die de creatieve motor vormen, hebben deze klassiekers fris benaderd. Met swingveteraan Louis Debij als bekwame gids.

Het is positief dat de halfvergeten pareltjes via dit programma een facelift krijgen, maar Bos en Voet, partners in leven en werk, staan alweer een stap verder. Tres Tigres Tristes heet het akoestische vervolg dat niet enkel muziek van Joni Mitchell, Carlos Antonio Jobim, Joao Gilberto, Elvis Costello, Frank Sinatra, Duke Ellington en Melvina Reynolds interpreteert, maar ook voor het eerst eigen werk van het duo openbaart. Ze krijgen hiervoor het gezelschap van Benjamin Boutreur, met wie ze eerder al de vrolijke bende van El Tattoo Del Tigre vervoegden. De Duveltjeskermis-ritmesectie – drummer Debij en contrabassist Gulli Gudmundsson – is opnieuw de rots in de branding. Maar eerst toch nog even nagaan hoe het embryo van Duveltjeskermis precies tot ontwikkeling kwam.

Bart Voet: “Goele Haest van CC De Kern had ons samen met Benjamin Boutreur zien optreden in Cinema Roma, een leegstaand theater in Borgerhout dat voor de gelegenheid nog eens werd geopend. Omdat we vonden dat het paste in de sfeer, brachten we een half uur lang oude liedjes. Goele vertelde dat er uit de culturele hoek vraag was naar seniorenvoorstellingen door jongeren en vroeg of dat niets voor ons was.”

Esmé Bos: “Wat ons de wenkbrauwen deed fronsen. Daar moesten we toch eens goed over nadenken. Ik had vroeger wel eens Zwarte Piet gespeeld in een bejaardentehuis en ik weet nog hoe vreselijk ik het vond hoe ze die mensen behandelden. Zo betuttelend. We zijn toen wat veldwerk gaan verrichten. Gaan kijken wat er zoal ‘op de markt’ was. Dat hielden we snel voor bekeken: enkel koffiekoekengedoe. Muzikanten in glitterpak achter een synthesizer: zo smakeloos en opgepept. Zoiets wilden we uiteraard niet doen. Ik ben naar een kleuterschool getrokken om de kinderen te vragen: ‘Stel dat je later, als je oud bent, naar een theatervoorstelling gaat: wat zou je dan graag zien?’ Zij antwoordden: ‘Wat wij nù leuk vinden.’ Toen hebben we even met het idee gespeeld om iets met video en film te doen. Ik moest denken aan verhalen zoals die van een familievriend die nog cameraman is geweest in Canada, in een jappenkamp in Indonesië heeft gezeten, daarna het land hielp te bevrijden, ter dood veroordeeld is en uiteindelijk kon vluchten. Waarom zouden we zo iemand niet aan het woord laten? Ik besefte: alle mensen, ook ouderen, hebben nog dromen.”

Voet: “Oude mensen hoeven niet aan hun sofa gekluisterd te zitten. Je hebt er ook die heel actief blijven, zoals Toots Thielemans of onze drummer Louis Debij.”

Bos: “Zo’n oudere muzikant erbij halen, leek ons leuk. We kregen subsidies van CC De Kern en van de stad Antwerpen maar het plan om met video en film te werken, moesten we uit financiële overwegingen weer opbergen.”

Voet: “Eigenlijk zijn we uit geldgebrek bij een puur muzikale voorstelling uitgekomen. Zoals zo vaak zijn we door de beperkingen tot de essentie gekomen. Is dat wel genoeg: die muziek op zich? Je vergeet soms dat dat kan. Dat heeft ook met onze achtergrond te maken: we hebben gestudeerd aan Studio Herman Teirlinck.”

Louis Debij heeft niet stilgezeten.

Voet: Dat klopt. Hij heeft nog met Fay Lovksy gespeeld.

Bos: Op een avond zagen we in een café een oudere drummer: Charlie Dynamite. Een echte entertainer. Hij vertolkte Diep in mijn hart, een liedje dat wij nu ook zingen. Toen realiseerden we ons: zo iemand moeten we hebben.

Voet: Louis Debij is een klasbak. Hij heeft het niveau van de muziek opgetild. Hij is kritisch en die man heeft zoveel bagage: hij heeft met Toots opgetreden, met Boudewijn De Groot, hij heeft jazz gespeeld, begeleidde met tv-orkesten de grootste internationale sterren. Kris Eelen, onze boekingsagent die hem van bij Fay Lovsky kende, suggereerde zijn naam. Eerst dachten we: die zal nooit toehappen. Nadat we hem hadden opgezocht in een café in Rotterdam, was hij bereid om naar Antwerpen te komen en met ons te jammen om te zien of het klikte. Net voordien vertelde hij voor de neus weg dat hij nog met de grote jazzman Stan Getz had gespeeld. Dat maakte me nòg zenuwachtiger ( lacht).

Bos: We proberen hem goed te verzorgen. We mogen niet vergeten dat we op stap zijn met iemand die al 65 is en aan astma lijdt. We willen dat hij zich op zijn gemak voelt.

Het succes van Duveltjeskermis bewijst dat er nood is aan kwalitatieve seniorenvoorstellingen.

Voet: Dat merken we ook. Mensen als Jokke Schreurs denken er ook al aan om iets in die richting te doen. Het is niet onze bedoeling om dit nog tien jaar te doen, maar we mogen hopen dat we een zekere trend hebben gezet. Mensen komen ons na de voorstelling bedanken. We voelen het respect, al kijk je soms ook op van de reacties. Zo hoorden we in Limburg tijdens het Duitse liedje Ich bin vom Kopf bis Fuss geroezemoes in de zaal. Achteraf bleek dat ‘het zwarte gevoel’ daar nog heel erg leefde.

Bos: We moeten alert zijn. Het blijft vechten. Het is een breekbaar en intiem programma. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen de verhaaltjes over mijn oma die ik tussendoor vertel apprecieert. We zijn gestart als underdog. Als we collega’s vertelden dat we een seniorenvoorstelling gingen maken, zag je hen denken: “Jeezes, zo jong en nu al afgedwaald.” ( lacht) Als je dan toch waardering krijgt, doet dat goed. Het was grappig om, naast Pukkelpop en Jazz Middelheim, genomineerd te zijn voor de Zamu Awards. En dat terwijl in het begin velen vonden dat we slecht en volstrekt onhip bezig waren.

Voet: Het is mooi om te zien dat jonge mensen hun ouders en grootouders meenemen naar Duveltjeskermis. Toen Benjamin Boutreur zijn opa had uitgenodigd voor een van de voorstellingen in de Bourla-schouwburg, is die man van tevoren gaan kijken in de stad waar er parkeerplaats was.

Fantastisch, toch?

Bos: In Brugge hadden we na een optreden nog een gesprek met iemand van 82 die nog heel kwiek is. Hij vond dat we nog een violist misten. Vervolgens begon hij een serenade voor me te zingen.

Voet: Daarom vind ik het ook belangrijk dat Louis in onze groep zit: dat ze zien dat zoiets nog kan op die leeftijd.

Bos: Ik heb veel gehad aan mijn oma. Ze had een eigen appartement op de eerste verdieping van ons huis. Op het einde van haar leven heb ik haar nog verzorgd. Ik vind het goed dat je geconfronteerd wordt met zo’n oud, aftakelend lichaam. Dat was eng maar tegelijk ook mooi. Dat hoort er gewoon bij. Migranten hebben daar nog voeling mee, wij niet meer.

Voet: Ik vind het ook ontroerend dat Louis als muzikant nog steeds op zoek is. In de kleedkamer zit hij constant te oefenen. Tijdens een solo slaat hij op een bepaald moment op de snaren van de contrabas. Dat is een idee waar hij plots mee aankwam. Het is positief dat zo iemand nog heel enthousiast kan zijn over muziek, zonder kapsones.

Hoe hebben jullie de selectie van de liedjes aangepakt?

Voet: Ik heb door de serie Terug naar Oosterdonk een aantal van die liedjes herontdekt. We gingen ook neuzen in de mediatheek, deden rondvraag en kregen spontaan suggesties.

Bos: We hebben, om de selectie te vereenvoudigen, een periode afgebakend. De jaren dertig en veertig, omdat ons publiek toen jong was. We wilden een kader scheppen en zeker niet encyclopedisch te werk gaan.

Voet: Eerst dachten we aan een volledig Nederlandstalig programma, maar het materiaal dat we vonden, voldeed niet om een voorstelling te vullen. Ik had weinig zin om iets als Café zonder bier te zingen. We kozen voor standards waarin we onszelf kunnen vinden.

Bos: We hebben ook fotoboeken van vroeger doorbladerd en afleveringen van The singing Detective bekeken.

Voet: Wat zo aantrekkelijk is aan een nummer als Somewhere over the Rainbow, is die mengeling van melancholie en hoop. Dennis Potter vroeg het zich ook af: hoe komt het dat die suikerzoete, soms banale liedjes ons zo aangrijpen?

Het valt op dat ook andere met De Kakkewieten gerelateerde projecten als Jukebox 2000 en El Tattoo Del Tigre nostalgische trips zijn. Hoe komt het toch dat jonge mensen zo gretig naar het variété van vroeger teruggrijpen?

Bos: Ik zag onlangs zelfs Robbie Williams op tv de sporen drukken van crooners als Frank Sinatra.

Voet: Ook Tom Pintens van Zita Swoon heeft voor Vadermoord in ’t Stuc in Leuven nummers van Dean Martin opgevist. Misschien is er weer behoefte aan kwalitatief entertainment. Het hoeft niet enkel ‘geboenk’ te zijn. Er is in het verleden zoveel moois geschreven. Vroeger hadden mensen geen tv, was er minder afleiding en oefenden ze dus meer. Een Duke Ellington toerde jarenlang en gaf twee tot drie shows per dag. Wie investeert nog zoveel tijd in muziek? Toen nam men de tijd om een instrument te leren bespelen. Dat was een levenswerk. Nu wil iedereen meteen alles kunnen. Van Louis leren wij wat vakmanschap is. Je moet een vak beheersen en blijven bijschaven. Ik ben blij dat Esmé na de Studio nog verder gestudeerd heeft aan het Conservatorium, om haar zang verder uit te diepen. Trompettist Theo Mertens vervult bij El Tattoo Del Tigre dezelfde rol als Louis bij ons. Hij laat regelmatig een kritische noot horen. Van zo’n man leer je heel wat. Hij is de ster van het orkest.

Jullie kwamen bij El Tattoo Del Tigre met het Italiaanse liedje Arrivederci Roma aandraven. Was dat ook een nummer waar je tijdens de research voor Duveltjeskermis op gestoten was?

Bos: Dat was een van die liedjes die we in Cinema Roma hadden vertolkt. We kenden het in de versie van Dean Martin. Het was toen dat Benjamin vertelde van zijn plannen om samen met nog enkele andere Kakkewieten een project te starten dat de mambo uit de jaren vijftig vanonder het stof zou halen. “Misschien kunnen jullie meedoen en dat nummer brengen”, opperde hij.

Intussen hebben jullie met z’n drietjes Tres Tigres Tristes boven de doopvont gehouden. Dat lijkt mij een bewuste verwijzing naar El Tattoo Del Tigre.

Bos: Behoud De Begeerte had ons gevraagd iets voor Saint-Amour 2000 te brengen en Benjamin bedacht die naam. Ook El Tattoo Del Tigre kwam uit zijn koker. Verder is er niet echt een verband.

Maar terwijl El Tattoo Del Tigre duidelijk een feest wil zijn, lijkt Tres Tigres Tristes een melancholisch parcours te bewandelen.

Bos: Het is een heel intiem programma, ja. Deze keer pakken we ook uit met een aantal eigen nummers. Dat we met Duveltjeskermis de traditie hebben onderzocht, heeft ons wel nederig gemaakt. Maar dat mag niet verlammend werken.

Het maakt je ongetwijfeld kritischer.

Voet: Je moet de juiste balans vinden. We zijn geen veertienjarigen die zonder zelfkritiek hun eerste song pennen, al heeft ook dat zijn charme. We kunnen hard zijn voor elkaar.

Echt?

Bos: Ja, maar op een ondersteunende, stimulerende manier.

Hoe belangrijk zijn De Kakkewieten nog als moederschip?

Bos: We treden voorlopig niet meer als De Kakkewieten op. Wij hebben overigens nooit tot de harde kern behoord. Op den duur groeide het uit tot een hele grote club. Er gingen mensen bij De Roovers en Stan spelen. Iedereen ging zo’n beetje zijn eigen weg. Het is fijn om te zien hoe iedereen verder evolueert. We houden elkaar nog in de gaten, dat wel.

Voet: De Kakkewieten werden vaak aanzien als een zootje ongeregeld. Je voelde na verloop van tijd dat iedereen van dat stigma af wilde. We zijn allen serieus bezig met ons ding. Het was niet zo dat we zomaar wat uit onze mouw schudden. Er zat best een visie achter. Al was de communicatie niet makkelijk, met zoveel ego’s bij elkaar.

Bos: Duveltjeskermis is echt òns initiatief. Dat brengt veel denkwerk met zich. Je hebt een grotere verantwoordelijkheid maar de voldoening achteraf is ook groter.

De cd ‘Duveltjeskermis’ is uit bij LC Music. Speeldata ‘Duveltjeskermis’: 28/4 CC Genk. 30/4 Zaal Arnold in Anzegem. 1/5 CC De Bosuil in Overijse. 2/5 CC Zwaneberg in Heist-op-den-Berg. 4/5 CC Merksem. 5/5 CC ’t Gasthuis in Aarschot. 6/5 CC Guldenberg in Wevelgem. 8/5 CC ’t Aambeeld in Aartselaar. 12/5 Gemeentelijke Feestzaal in Willebroek. 14/5 CC Den Hoogen Pad in Adegem. 16/5 CC Gildhof in Tielt. 18/5 CC De Wouwer in Ravels. 21/5 Stadsschouwburg Ieper. 23/5 CC ’t Vondel in Halle. 25/5 CC ’t Getouw in Mol. 21/5, 31/5 en 2/6 Rataplan in Borgerhout. 8/6 CC De Woeker in Oudenaarde.

Speeldata ‘Tres Tigres Tristes’: 10/4 Arenbergschouwburg in Antwerpen. 12/4 Kunstencentrum België in Hasselt. 19/6 KC Nona in Mechelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content