Maya Detiège is apoteker en haar moeder Leona wil dat ze dat nog een tijdje blijft. De burgemeester van Antwerpen : “Ik probeer haar op alle manieren weg te houden van de politiek. “

Maya Detiège : De situatie bij ons thuis was heel grappig. Mijn grootouders woonden naast ons. Mijn tante woonde aan de overkant van de straat. Zij was gescheiden en had twee zoontjes. Ze was dus eigenlijk net als mijn moeder alleenstaande. Mijn neefjes waren voor mij een soort broers.

Mijn grootouders waren zeer ruimdenkend. Toen een neef van mij bijvoorbeeld verkering had met een meisje, mochten die twee altijd bij ons bomma komen slapen. De ouders van dat meisje dachten dan dat hun dochter veilig was, terwijl mijn bomma zei dat het toch gemakkelijker was om het in bed te doen dan van achter in de auto. Toffe bomma, dacht ik. Ze was ook heel openhartig en humoristisch.

Mijn grootvader, die ook burgemeester van Antwerpen is geweest, is gestorven toen ik twaalf was. Hij was voor mij de vaderfiguur thuis. Ik denk dat hij streng overkwam, met zijn bretellen en met zijn hoed op zag hij er echt uit zoals politici er vroeger uitzagen. Voor mij was hij de bompa op wiens buik ik mocht springen. Na zijn overlijden is mijn grootmoeder bij ons komen wonen en zij heeft mij voor het grootste deel opgevangen. Omdat ze zo jong van geest was, was ze ook een heel goede vriendin voor mij. Voor mijn moeder is ze dat ook geweest, denk ik.

Mijn grootouders waren dus zeer ruimdenkend en mijn moeder is dat ook. Vandaar allicht dat alles zo probleemloos gelopen is. Ik vind het altijd grappig als mensen zich bezorgd afvragen hoe dat toch gegaan is, zo zonder vader. Voor mij was het allemaal heel gewoon. En voor de mensen die ik kende, was het ook heel gewoon. Ik herinner me alleen dat ik op school de typische vragen moest beantwoorden : naam van de vader, beroep van de vader… Dan trok ik daar een streep door ofzo. Op den duur waren ook de anderen van de klas dat beu en dan antwoordden ze in koor : “Maar die hééft geen vader. “

Ik ben nu 27, heb de leeftijd om aan een kindje te denken. In de veronderstelling dat de relatie met mijn vriend spaak zou lopen en dat ik behoefte zou hebben aan een kind, dan zou ik het ook alleen doen. Dat méén ik. Mijn moeder weet niet voor de volle honderd procent hoe ik mij als kind van een alleenstaande moeder voel, maar ik weet het wél en ik heb er mij nooit slecht bij gevoeld. Je kan beter alleen een kind opvoeden dan in een relatie die misschien uitdraait op een scheiding.

Ik heb me nooit alleen gevoeld. Veel mensen vragen : maar mis je dan geen vader ? Ik heb mijn vader niet gekend, hoe zou ik die dan kunnen missen ? Ik denk dat het erger is als je vader gestorven is, want dan gaat het om iemand die je gekend hebt. Mensen uit mijn omgeving zijn ook veel nieuwsgieriger dan ikzelf. Hoe hij eruitziet, interesseert me echt niet. Ik ben daar heel nuchter in.

Mijn moeder nuchter ? Dat hangt ervan af. Voor bepaalde dingen is ze heel gevoelig, maar in zakelijke kwesties heeft ze een nuchtere aanpak. Als ik me druk maak over iets of iemand, gaat zij de situatie ontleden. Dan moet ik er rekening mee houden dat iemand zus of zo in elkaar zit of misschien om die of die reden vervelend doet. Kortom, ik moet relativeren. Soms lukt dat, soms vind ik dat ambetant, want op die manier kan ik niet boos worden en ik word wel eens graag boos.

Ja, ik woon nog thuis. Ze is er toch bijna nooit, dus ik heb er geen last van (lach). Het leven thuis en het politieke leven lopen door elkaar. Dat stoort me niet. Ik heb alleen méér slaap nodig dan zij. Als er ’s avonds laat of ’s morgens heel vroeg gebeld wordt, hoor ik ook de telefoon. En ik heb negen uur slaap nodig, zij heeft met vijf uurtjes genoeg. Soms als het haar te veel wordt, gaat ze een half uurtje liggen, en dan is het weer hup.

Als ik voel dat ze niet luistert, zal ik wel gauw heel duidelijk maken dat ze moét luisteren. Daar heb ik nooit problemen mee gehad. Op belangrijke momenten was ze er altijd. Ik heb liever zo’n moeder dan iemand die altijd om je heen hangt.

Ze heeft me zeer zelfstandig opgevoed. Dat is onbewust gegaan. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ze te veel van mij verwachtte. Integendeel. Toen ik moest kiezen wat ik zou gaan studeren, vroeg ik haar advies, maar ze zei dat ik zelf moest beslissen. Ze heeft mij nooit in een richting geduwd, ook niet wat de politiek betreft. Als dat onderwerp ter sprake komt, moet ze altijd lachen. Want toen ze haar indertijd die vraag stelden, antwoordde ze : “nooit”. Als ik nu zeg dat ik nooit in de politiek ga, moet ze natuurlijk lachen : “we zullen wel zien”.

Ik vind het moeilijk. Ik ben heel politiek bewust en ook politiek geïnteresseerd en ik weet dat ik àls ik in de politiek zou stappen, het net als mijn moeder heel intens zou willen doen. Het is een heel belangrijke keuze in je leven. Momenteel denk ik daar nog niet te veel aan, maar wie weet ? Sinds kort neem ik deel aan een aantal politieke aktiviteiten. De huidige politieke situatie de anti-politiek, het Vlaams Blok heeft daar wel iets mee te maken. Dan denk je toch : dju, we moeten de jeugd toch duidelijk maken dat het niet fout mag lopen.

Dat ze nu als burgemeester van Antwerpen een grote verantwoordelijkheid draagt, klopt, maar ik ben nogal optimistisch. Ik weet dat veel mensen haar graag hebben. Als we samen op stap zijn, komen de mensen naar haar toe en soms krijgt ze zelfs kussen op straat. Dat is aangenaam. Ze is bezorgd, begaan met de mensen. Mijn grootmoeder had dat ook heel erg. Als er iemand met kerstkaarten aan de deur staat, zegt ze : “allez, kom binnen”. Die kleine dingen. Ze doet gewoon tegen de mensen, om ’t even van welk niveau iemand is. Ze is absoluut niet hautain. Ze doet normaal.

Ik denk dus dat het tijdens de komende zes jaar wel positief zal verlopen. En dan hoop ik dat de mensen gaan inzien dat ze dat Vlaams Blok beter achterwege kunnen laten. Maar het zal niet gemakkelijk zijn, dat is een feit. Ze is in elk geval niet zo naïef als sommigen misschien denken. Soms zegt ze de dingen al lachend, maar ondertussen heeft ze ze toch maar gezegd. Ze is heel optimistisch van karakter. Ik heb haar nooit depressief aan tafel zien zitten, nee, zo is ze niet.

Leona Detiège : Toen Maya in ’67 geboren werd, was ik uiteraard niet de enige alleenstaande moeder in Antwerpen. In vergelijking met anderen, had ik een aantal voordelen. Ten eerste had ik vast werk. Ik was benoemd aan de staat en had dus een vast inkomen. Iets wat lotgenotes niet altijd hadden. Daarnaast kreeg ik steun van mijn ouders. Ze woonden vlakbij, onze appartemenen liepen door mekaar. Tenslotte kon ik ook gebruik maken van een kindercrèche in de buurt. Een crèche was toen niet overal te vinden. Bovendien kon ik met mijn zuster afspreken : ’s morgens bracht ik mijn dochter weg en ’s avonds haalde mijn zuster haar op. Mijn dochter is ook niet als enig kind grootgebracht, mijn zuster had zonen en we leefden een beetje in familieclan. Op die manier was ik toch in zekere zin begunstigd en dat stimuleerde mij omdat ik wist dat anderen in veel moeilijker situaties zaten. In de crèche ontmoette ik andere alleenstaande moeders : ze hadden geen werk of waren thuis niet welkom met hun kind.

Zelf kreeg ik geen negatieve reakties, maar ik kan me wel voorstellen dat er veel geroddeld is. Er zal altijd kommentaar en kritiek zijn op een dergelijke levenswijze. Nu, ik ben nogal gerust in mijn eigen leefwijze en zal nooit aan anderen zeggen hoe zij moeten leven. Anderen moeten mij dus ook niets opleggen. Van kommentaar van het Vlaams Blok trek ik me niks aan, ook al zijn ze soms zeer grof in hun toespelingen.

Door de vrouwenbeweging destijds, maar ook door mijn opvoeding heb ik mij altijd met minderheidsgroepen beziggehouden en gezegd wat ik van iets vond. Of het nu over abortus ging of over natuurlijke kinderen of over het gebruik van voorbehoedmiddelen in de strijd tegen aids. In een demokratie moet je toch je mening kunnen zeggen ? Maar ik aanvaard niet dat dan enkele marginale figuren gewoonlijk anoniem je toch proberen te intimideren door geschriften of door vuile praat in je bus te komen stoppen. Gelukkig heb ik dat soort praktijken altijd kunnen minimalizeren.

Omdat de wetgeving op de natuurlijke kinderen in die tijd nog zo onrechtvaardig was, staat op de uittreksels van de geboorte-akte van mijn dochter nog altijd dat zij geadopteerd is. Want ik heb heel de procedure van erkenning en adoptie moeten doorlopen. En zelfs daarna was zij nog geen familie van mijn moeder en mijn vader. Nu mijn dochter ouder is, is dat geen probleem meer. Maar het zou een probleem geworden zijn indien ik weggevallen zou zijn. Dan vraag je je toch af hoe je haar kan beschermen als er iets gebeurt. Met die dingen ben ik wel bezig geweest. Die wetgeving moest hoe dan ook veranderen. Ik vond dat ik daar werk moest van maken, en dat heb ik ook gedaan.

Of het aan de opvoeding ligt of niet, weet ik niet, maar mijn dochter is altijd zeer zelfstandig geweest. Dat wou ze ook zélf. Al van in de kindertuin drong ze aan op een zekere zelfstandigheid. Anderzijds heeft ze op bepaalde ogenblikken haar plan moeten trekken. Ik probeerde wel zoveel mogelijk aanwezig te zijn op belangrijke momenten, zoals bij prijsuitdelingen, maar ze heeft zich vaak zelf moeten redden. Natuurlijk heb ik schuldgevoelens gehad. Soms maakte ze me duidelijk dat ze liever had dat ik thuisbleef. Toen ze enkele jaren oud was en zag dat ik’s avonds aanstalten maakte om terug te verdwijnen, liet ze me op een of andere manier wel verstaan dat ze wou dat ik in de buurt bleef. Of als ik zat te schrijven, kwam ze heel demonstratief naast me zitten krabbels maken : “voilà, hier ben ik, hoe zit het ? ” Gewoonlijk noemde ze me bij mijn voornaam zoals haar neefjes dat deden, terwijl zij mijn zus soms tante mama noemde maar op die ogenblikken was ik mama. Dan legde ze daar de nadruk op, om duidelijk te maken dat ze réchten had.

Ik probeer haar op alle mogelijke manieren weg te houden van de politiek. Ze is apotekeres geworden, ze heeft daar voor gestudeerd en ik vind dat ze dat in elk geval een aantal jaren moet uitoefenen. Tegelijk weet ik dat ze zeer sociaal bewogen is, dus hoe dat gaat lopen, valt nog af te wachten. Mijn ouders hadden mij ook gewezen op de nadelen van de stiel : je hebt geen gezinsleven, je hebt dit niet en dat niet. Anderzijds heb je op bepaalde ogenblikken wel het gevoel iets te kunnen veranderen aan de maatschappij, ook al gaat het maar om kleine dingen. Want och God, wat betekent het allemaal in het geheel van het politieke leven ? Maar bon, haar echt aanmoedigen zal ik niet doen.

Aktief in een andere partij ? Tja, zoiets kan natuurlijk altijd gebeuren. Maar haar kennende en wetende welke gevoelens ze heeft, zal ze in elk geval in de sociale sektor terug te vinden zijn. Ik ben er nogal zeker van dat ik ze in een socialistische partij in welke vorm dan ook zal terugvinden.

Thuis, zowel bij mij als bij haar grootouders, heeft ze natuurlijk zeer veel over politiek horen praten. We gingen ook naar zeer veel aktiviteiten, bijvoorbeeld in het kader van het verenigingsleven of van de vrouwenbeweging. Wanneer ze meeging naar een handwerktentoonstelling, dan kostte me dat altijd veel geld : als ze ergens lotjes zag, was ze de eerste om daar naartoe te springen. Ze ging ook mee naar betogingen. Ik nam ze zoveel mogelijk mee. Eerst en vooral om samen te zijn. Vaak hadden die aktiviteiten in de vooravond of tijdens het weekeinde plaats, dan waren we ten minste toch tijdens die uren samen. Maar het was ook een manier om haar in kontakt te brengen met andere mensen. Ik wou dat ze zag hoe anderen leefden en dat ze niet op een eiland zou opgroeien.

Als zij alleenstaande moeder zou worden, dan zou ik daar geen problemen mee hebben. Ze moet voor zichzelf uitmaken of ze die keuze wil maken. Ze kan er ook voor kiezen om samen met een vriend kinderen groot te brengen. Die beslissing moet zij nemen. Ik denk dat ik als grootmoeder veel schade zou proberen in te halen. Misschien zal ik meer tijd hebben voor een kleinkind dan indertijd voor haar. Hoewel…

JO BLOMMAERT

FOTO : LIEVE BLANCQUAERT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content