Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Militaire uitrusting spreekt ontwerpers van mannenkleding al langer tot de verbeelding. De rechte mannenjassen die in de 17de eeuw in de mode kwamen, met diepe plooien in de zijnaden, kwamen uit de militaire dracht. Net als de grote knopen die in zwang waren. Ridders, soldaten en revolutionairen als de Italiaanse Giuseppe Garibaldi schonken hun naam aan populaire kledingstukken. En na de Tweede Wereldoorlog, die de Europeanen vertrouwd maakte met praktische militaire kleding, waren legerhemden, chino’s en duffels niet meer weg te denken. Later bleef het leger, als laboratorium voor innoverende naaitechnieken, stoffen en sluitingen, de mannenkleding beïnvloeden.

Een tentoonstelling over de geschiedenis van de mannenkleding in de New Yorkse Public Library (tot 7 april 2007) wijst voortdurend op de rol van de militaire wereld. Volgens de samenstellers zijn zelfs populaire iconen als de cowboy, maffioso of atleet afgeleid van de traditionele krijgsman. De wintermode geeft hen geen ongelijk. Bij Dolce & Gabbana zijn er napoleontische blazers met veel gouddraad te zien, maar ook meer romantische zielen zijn niet ongevoelig voor de vechtlust van jonge mannen. “Een man die zich kleedt om er machtig uit te zien of om een vrouw te veroveren, dat is hetzelfde”, zegt Kris Van Assche (pag. 88). De Belg inspireerde zijn collectie op Arabisch krijgsvolk, terwijl bij Van Beirendonck en Viktor & Rolf milities en bendes niet ver weg zijn.

En dus staat het seizoen niet alleen in het teken van dandy’s en speelse vermommingen (pag. 60), maar ook van soldaten en jongensachtige heldhaftigheid. Waar we dat aan te danken hebben ? De brandhaarden in het Midden-Oosten ? Ik durf het te betwijfelen. Daarvoor zijn de legeroffensieven in Afghanistan, Irak en Libanon te controversieel, en vooral te bloederig. In Irak alleen al lieten 40.000 burgers en ruim drieduizend soldaten het leven. Niet met-een een sexy thema voor modeontwerpers.

Wellicht zitten mannen zelf er voor iets tussen. Misschien spelen ze gewoon graag soldaatje – mijn vader verzamelt al jaren schaalmodellen van treinen en auto’s. Aan de keuzemogelijkheden kan het niet liggen. “Mannen hebben evenveel vrijheid om te kiezen als vrouwen”, zegt Ann Demeulemeester (pag. 68). “Alleen benutten ze die niet.” Soortgelijke opmerkingen krijgt Pierre Darge te horen in Antwerpen, op zoek naar een tas waar hij zich lekker bij voelt (pag. 78). Daar moeten we ons dus geen illusies over maken : laat een man kiezen tussen blauw fluweel, een zebraprint en een camouflagepatroon, en zijn beslissing is zo genomen.

Of is er meer aan de hand ? De mannenmode vertoont al enkele jaren gespierde, viriele trekken. Suzy Menkes bespeurde in The Herald Tribune reeds in 2001 een “nieuwe zelfzekere masculiniteit”, na een decennium van androgynie, gender blending en metroseksualiteit. De brandweermannen die vijf jaar geleden 9/11 trotseerden, kwamen in die zin als geroepen. Misschien moet de mannenmode haar nieuwe helden maar in die hoek zoeken. Bij reddingswerkers of mensen als Artsen Zonder Grenzen-directeur Gorik Ooms (pag. 146). Want oorlogen zijn niet glamoureus, en soldaten, gangs of milities lang niet zo heroïsch. Dat zijn gewoon jongens die andermans zaakjes opknappen, en vaak gedesillusioneerd achterblijven. Zoals de Franse staatsman Georges Clemenceau al wist : oorlog is een te serieuze zaak om aan het leger over te laten.

a

Informatie over de tentoonstelling in de New York

Public Library vindt u op www.nypl.org

Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content