Net buiten Nijmegen verbouwde interieurontwerper Jan Wals een oud dorpsschooltje tot een prettige, hedendaagse woning.

In het zuiden van Nederland is Wals een klinkende naam. Samen met broer Ben runt Jan Wals een van de belangrijkste interieurzaken van de streek. Wat hun vader begon als designwinkel, completeren zij met een ontwerpbureau voor het interieur. Jan brengt uitsluitend Italiaans design aan de man. Dat is hier, vlakbij de grens met Duitsland, niet zo vanzelfsprekend, omdat meubilair uit het buurland de markt beheerst. Het illustreert wel dat Jan Wals van een persoonlijke aanpak houdt. En dat blijkt ook uit zijn keuze voor een bijzondere woning: een oude dorpsschool in Beek, een dorp even buiten de stad.

In deze streek waar veel oude panden door oorlogshandelingen zijn verwoest, is het een aparte woonst. Bovendien komt zo’n volumineus pand in Nederland zelden voor. “Eigenlijk wist de gemeente er geen raad mee”, vertelt Jan. “Waarschijnlijk ging het schooltje tegen de vlakte gaan om plaats te maken voor een flatgebouw. Maar tot zo lang werd er een kraker in gedoogd, een kunstenaar die het omwille van de sfeer bezette. Ondertussen bleef het gebouw verder verkommeren en drupte het water door de plafonds tot beneden. EĆ©n grote puinhoop.”

Het huis staat middenin het groen. Omdat er nu zoveel licht doorstraalt, kan je je moeilijk voorstellen dat het ooit zo donker was. “Het was griezelig donker”, zegt Jan. “Het gebouw was smerig, het stonk. Ik wilde het wel verbouwen, maar niet verknoeien.” Hij wilde de typische schoolarchitectuur behouden, met in het midden een gang, waarnaast klaslokalen met hoge plafonds en grote vensters. Op de achtergevel staat nog de originele naam, gebeiteld in een gevelsteen: Sint-Jozefsschool.

“Uiteindelijk lag de belangrijkste ingreep voor de hand. Omdat er een enorme zolder onbenut bleef, heb ik daar een groot appartement gemaakt dat afzonderlijk wordt verhuurd. Je komt er via een smalle hoge trap die midden in de gang werd gebouwd, en die dienst doet als lichtkoker voor heel het interieur.”

Die elegante trap zorgt voor extra licht zonder dat aan de klaslokalen moest worden geraakt, en via de binnenramen van de gang kan het licht overal doordringen. Deze vensters werden trouwens mooi hersteld en zijn spiegelglad geschilderd.

Het grondplan van de school bleef dus onveranderd. Alle klaslokalen werden leefruimtes. Jan bewoont de noordkant en zijn vriendin de lokalen aan de zuidkant: ze leven onder eenzelfde dak in gescheiden appartementen. Jan beschikt over drie ruime lokalen die achter elkaar liggen. Door het plaatsen van dubbele deuren in de zijmuren ontstond een enfilade. Zo wandel je van de zitkamer met haardvuur, in de tussenkamer met grote tafel. Die doet dienst als muziekkamer en als ontvangstruimte voor gasten. Daarna kom je in de slaapkamer met de natte cel. Omwille van de privacy wordt het doorzicht verhinderd door een dwarse wand net achter de deur. De gemeenschappelijke keuken bevindt zich aan de oostkant, in de ruimte waar ooit de toiletten waren. Dat klinkt misschien niet aantrekkelijk, maar het is een leuke ruimte met kleine, sierlijke vensters.

De inrichting overstijgt de soberheid van een zuiver minimalistisch interieur. “Het is eigenlijk gek dat het minimalisme in architectuur en interieur bij jullie meer leeft dan bij ons, want die stroming is eigenlijk erg calvinistisch getint”, stelt Jan Wals met enige verwondering vast. “Ik hou er wel van, maar je moet opletten dat je die stijl niet tot in extremis uitvoert. Voor architectuur vind ik het goed, maar het is moeilijk om er een menselijke maat aan te geven. Met een minimalistisch interieur glijd je snel af naar een bureausfeer, een openbaar gebouw. Vooral omdat overal dezelfde materialen worden gebruikt, van de keuken tot in het toilet en het salon. Er is geen plaats meer voor een souvenir. En je bent bijna verplicht om er minimalistische kunst in op te hangen. Dat gaat mij te ver. Dat geldt evenzeer voor huizen van Frank Lloyd Wright: er is geen plaats voor de persoonlijkheid van de bewoner. Ik vind het leuk om heel verschillende dingen samen te brengen.”

Bij het inrichten van een interieur geeft Jan Wals vooral de structuur aan. “Op een bepaald moment vraag ik aan de opdrachtgever: wat moet er nog allemaal in? Hoe zit dat met het kastje van moeder? Mensen vragen zich dan af, of dat er nog wel bij past. Maar natuurlijk kan dat!”

Zo’n uitspraak neem je best met een korrel zout, maar ze toont wel aan hoe ruimdenkend Wals is. Voor hem zijn structuren belangrijker dan objecten. Dat neemt niet weg dat hij in zijn eigen huis uitgelezen meubilair samenbracht. Hij structureert wel op een subtiele manier. Bekijk de hoeken maar eens van dit interieur: ze zijn vrij, nergens leunt er een kast tegenaan. “Omdat ik wil weten waar een ruimte begint en eindigt”, zegt Jan. Zo krijg je intacte kamers. De slaapkamer en de natte cel staan los in de ruimte, en in de muziekkamer en de zitkamer werden ‘zwevende’ kasten aangebracht. Ook de zitmeubels van Citterio rusten op lichte poten om het interieur zo luchtig mogelijk te houden. Maar de lange eettafel van Mario Bellini is een fors beeldhouwwerk dat heel de ruimte beheerst. Tegen een achtergrond van lichtgeborstelde wanden worden de lampen van Ingo Maurer boven de tafel bijna onzichtbaar.

Het was nooit Wals’ bedoeling om van de klaslokalen een loft te maken. De ouderwetse vensters, de netjes geschilderde paneeldeuren Ć©n de symmetrische proporties zorgen voor een deftig accent. Maar de ongeschilderde ruwe vloer schenkt het interieur finaal een artistieke sfeer: dit lijkt het atelier van een beeldend kunstenaar.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content