DRIE BEDENKINGEN OVER DE D-WOORDEN

Hoe is het zover kunnen komen? Waarom schijnen modellen dunner dan ooit te worden en wij, de rest van de bevolking, almaar dikker? Elke dag word ik wel gebeld voor een opinie over Dik en Dun. Over een kledingwinkel in Zweden die resoluut kiest voor rondere etalagepoppen. Over het afgrijselijke feit dat, alweer in Zweden, mannequins gerekruteerd zouden worden in de anorexiakliniek. Over modellen die soms papieren zakdoekjes eten om geen hongergevoel te hebben… Wat vindt u daar nu van, mevrouw Kemps? Dat van die anorexiakliniek vind ik ziek en hemeltergend. Van die paspoppen word ik warm noch koud. Zakdoek-etende modellen kun je niet anders dan zielig vinden. Maar verder… Ik ben leeg gedacht over dik en dun, ik weet niet waar onze groeiende angst voor vet vandaan komt en wie de schuldige is. Ik ben niet slim genoeg om het kluwen te ontrafelen van wat we zelf vinden en wat ons opgedrongen wordt, en door wie dan wel. Ik weet alleen dat we ons geluk niet mogen laten afhangen van een cijfer, of dan nu ons BMI, ons aantal kilo’s of ons vetpercentage is.

Bedenking 1. We worden dikker dan ooit. De natuur heeft ons niet geprogrammeerd om spaarzaam en gezond te eten. We zijn erop gemaakt om zo veel mogelijk binnen te werken en te stockeren, voor als het minder wordt. Die kwaliteit betekende overleven toen we op de Serengeti met een knuppel achter een dier aanholden (waar je trouwens ook heel wat calorieën door verliest), maar nu we in Vreetland wonen, werkt dat tegen ons. Calorieën zijn overal: meer, goedkoper, makkelijker te vinden en verslavender dan ooit. Misschien worden de modellen niet noodzakelijkerwijs dunner, misschien worden wij allemaal dikker. Als je uitgaat van de wetmatigheid dat wat schaars is, gewild is, wordt een slanke lijn een begerenswaardig iets.

Bedenking 2. Vroeger waren rijke mensen dik en arme mensen dun. Dat is nu omgekeerd, lijkt het. In het tijdperk van ‘het maakbare lichaam’, zijn we slank gaan zien als een uiting van rijkdom en mentale discipline. Een slank iemand kan zich gezond eten veroorloven, voedseladvies, fitness… Een dik iemand wordt dan op het ander eind van de schaal gezet en is ongedisciplineerd, zwak, misschien wel marginaal. Die beweringen slaan nergens op, maar eerlijk, wie voelt het soms niet in zijn binnenste: afgunst omdat iemand is afgevallen, afkeer van jezelf als je bijgekomen bent of troep hebt gegeten. En boosheid omdat je zulke banaliteiten laat overheersen.

Bedenking 3. De dun-is-mooi-regel komt niet van de modeontwerpers. De graatmagere modellen zullen geen goed doen aan ons zelfbeeld, maar ze zijn slechts de boodschappers, niet de oorzaak. Ergens in ons zit er ‘iets’ dat niet houdt van dik zijn, dat vies is van vet en vlees. Hoe is dat ‘iets’ daar gekomen? Ik heb geen idee. Ik weet dat het verschijnsel recent is, maar de worsteling om ermee in het reine te komen van lange duur. Ik ben al kilo’s kwijtgeraakt, maar mijn leven is er niet noemenswaardig door veranderd. Ik heb het tijdschrift Brigitte gesteund toen ze ‘gewone’ vrouwen gingen gebruiken, maar ik miste de modellen. Ik heb vriendinnen in alle maten en ik vind ze allemaal mooi. Vanavond gaan we trouwens met z’n vijven eten. Sommigen zullen de calorieën tellen, anderen niet. Maar iedereen zal wijn drinken, lachen en zeggen: je ziet er goed uit vanavond. En dan kan het me allemaal niets meer schelen.

LENE.KEMPS@KNACK.BE

DOOR LENE KEMPS

“IN HET TIJDPERK VAN ‘HET MAAKBARE LICHAAM’, ZIJN WE SLANK GAAN ZIEN ALS EEN UITING VAN RIJKDOM EN MENTALE DISCIPLINE”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content