DORA VAN DER GROEN
“Mensen kennen mij niet. Mensen kennen mij van het theater. Maar theater, dat is mijn vak, niet mijn leven.” Dora van der Groen over het leven: “Loslaten. Er is niets vast te houden. Als je dat doorhebt, dan is het fantastisch.”
Ik vind moedig zijn een goede kwaliteit om door het leven te komen. Mijn moeder zei het vaak tegen me: Moedig zijn, Dora, doorgaan.” Ze spreekt heel bedachtzaam. Met stiltes. Adempauzes. Ze legt haar woorden tussen de plooien van haar gebaren. Na een lange zin zegt ze: “Ik vind dat toch.” Of: “Ik denk… neen… misschien moet je dat toch maar niet schrijven.” Ze zegt: “Ik doe sommige dingen pas met het mes op de keel.”
Soms antwoordt ze in pauzes: “Wacht nu eens wat… wacht eh… Ik vertel zomaar wat… Ik denk na.” Dan zegt ze: “Ik vergeet mijn meningen steeds en ik vertik het om ze uit het hoofd te leren. Bertold Brecht schreef dat. Dat vind ik een wijze uitspraak, want meningen zijn meningen van het moment.”
Ze zegt: “Je weet toch dat je heel veel werk gaat hebben met het neerschrijven van dit verhaal. Mijn horten en stoten. Gij zijt nog niet aan de nieuw patatjes. Maar als er in dit interview een zin staat waar iemand iets aan zou hebben, dan is dat in orde… Ach, je moet mij zien. Da’s zeker. Je moet me zien.”
Dora van der Groen werd deze week 71. “Soms voel ik mij nog een echte bakvis.” Ze studeerde eerst theater bij Joris Diels in Antwerpen. Zestien was ze toen. “Ik loog dat ik zeventien was om er binnen te geraken.” Later ging ze naar het Antwerpse Conservatorium, waar ze nu de theatervorming leidt. Daarna kwam ze op de Studio van het Nationaal Toneel bij Herman Teirlinck terecht. In de jaren vijftig was ze een bejubelde steractrice in de theatergezelschappen van Brussel en Antwerpen. Ze werkte voor film en televisie. Dat doet ze nog steeds. Op vraag van directeur Ivo van Hove is ze sinds enkele jaren ook regisseur bij Het Zuidelijk Toneel. Dat is een gezelschap dat gevestigd is in Eindhoven en bestaat uit Nederlandse en Vlaamse acteurs. Veel van hen zijn haar leerlingen geweest. Nu is haar zesde regie voor dit gezelschap klaar. De kus van de spinvrouw, een stuk van Manuel Puig. Vooral bekend door zijn verfilming met William Hurt in een van de hoofdrollen.
Het stuk is deze week in Antwerpen te zien. In de stad hangen affiches van een huilende Dora. Zij, die door een regisseur ooit de beste technische huiler werd genoemd die hij kende, zegt: “Ik heb altijd in mezelf ergens een heel diep, dun verdriet. Terwijl ik toch vreugdevol ben vanbinnen. Toen de fotograaf dit portret nam, begon ik plots te huilen. Terwijl ik net het verdriet probeerde tegen te houden. Maar als ik naar dat dun, diep verdriet kijk, krijg je deze foto.”
(Zwijgt) “Het geeft iets weer van mededogen. De onmacht zien van de mensen op deze planeet. Wij worden hier geboren met onze eigen fysieke en mentale krachten en in een bepaalde context. Dat is dan onze lotsbestemming. Dat vind ik beangstigend. Het is je begin. Je bent nog weerloos en je begint aan je pijn. Je wil dingen veranderen. De wereld zal je daarbij helpen, en het programmeren begint. Je ouders, iedereen, en allemaal hopelijk met de beste bedoelingen. Je kan zelf niet je eten nemen wanneer je wil. Je krijgt het wanneer zij denken dat het goed voor je is. Zo begint het. Je gaat naar school en er beslissen zoveel anderen over hoe jij gevormd zal worden. Als je eindelijk op eigen benen kan staan, ben je helemáál geprogrammeerd. Dan ga je zoeken naar het antwoord op de vraag: ‘wie ben ik eigenlijk’? Daar krijg je dan, zoals ik nu het geluk heb gehad, de tijd voor.”
“Ik ben blij dat ik zo oud mag worden. Ik heb de tijd gehad om naar mijn krachten te kijken en om er bewuster van te worden, om te zien hoe ik er mee kan omgaan en hoe ik het beter zou kunnen doen.”
U hebt er de tijd voor gemaakt.
Ik had de aanleg om ernaar te zoeken. Als je er geen aanleg voor hebt of het komt niet in je op, dan zal je sterven zonder dat inzicht gezocht te hebben, en dan heb je een ander leven geleid. Ik zeg niet: mijn leven is het beste. Voor mij was het het beste.
In de loop van je leven kom je mensen tegen, situaties, boeken, dingen die jou aan het denken en het bewegen zetten. Daaruit kan je iets distilleren wat je leven meer zin en richting geeft. Maar toch zal alles grotendeels afhangen van je mentale kracht en de context waarin je leeft en geboren bent.
Het ongrijpbare heeft me altijd gefascineerd. Ik denk dat ik deels daarom toneel ben gaan spelen. Het is iets wat niet concreet is. Het bestaat maar in het ogenblik. Je houdt er niets van over. Herinnering misschien.
Ik ben absoluut geen voorstander van het vastleggen van de dingen. Dat is tegen mijn natuur. Vrijheid is mijn hoogste goed. Als ik bedenk dat alles in constante verandering is… alles… dan geeft me dat een enorme rust. Daar ben ik achter gekomen via de boeddhistische leer.
Twintig jaar geleden raadde een goede vriendin me aan het boek Oorspronkelijk gezicht van Jan Foudraine te lezen. Daarna ben ik aan het werk van Bhagwan begonnen. Toen heb ik vier jaar in rode kleren gelopen.
Waarom Bhagwan?
Het was voor mij een middel om in het hier en nu te leren leven. Dat was goed voor mij. Nu, dat was in de jaren ’79, ’80. Ik heb geleerd dat het lijden uit het verleden en de toekomst komt. Verleden is herinnering. Mensen denken: “Oooh, was het nog maar zo.” Maar het verleden is niet meer te veranderen. Toekomst is verlangen. Van de toekomst weet je niets af. Leven doe je nu.
Ik heb geen last van mijn verleden. Ik ben er zelden mee bezig. Ik hou ook niet van foto’s of brieven van vroeger. Dat zet de klok terug. Je gaat de klok toch niet terugzetten? Je zet de klok juist! En je gaat ze ook niet vóór zetten. Want dan ben je veel te vroeg aan de tram en moet je nog langer wachten in de kou.
Ik zou mijn verleden absoluut niet willen overdoen. Ook niet de goede dingen. Ik ga dan liever de uitdaging aan van iets nieuws. Nieuwe dingen interesseren me, geen herhaling of heimwee.
Bent u ooit slachtoffer geweest van uw herinnering?
Iedereen heeft verdriet. Iedereen heeft pijn. Waarover gaat het verdriet dan? Meestal niet over dit moment. Ik ben blij dat ik dat kon inzien, dat ik verlost ben van verleden en toekomst. Lossen, dat is het waar ik op uitgekomen ben. Vooral “loslaten”. Want er is niets vast te houden. Als je dat doorhebt, dan is het fantastisch.
Men maakt de mensen wijs dat ze alles moeten “hebben” en dat ze dan het geluk zullen vinden. Terwijl je in wezen niets kan hebben. Je kan van dingen genieten, ze gebruiken, er zorg voor dragen; alleen, je kan ze niet hebben.
En de liefde?
Liefde? Liefde is “onvoorwaardelijkheid”. Vanaf het ogenblik dat je een voorwaarde stelt is het geen liefde meer. Je moet je niet hechten. Loslaten, dat is het. Neem nu moederliefde. Je bent ouder van een kind en ouder dan het kind. Je begeleidt dat kind naar zijn zelfstandigheid en dan laat je het los. Dat wil niet zeggen dat je onverschillig wordt. Je laat juist je kind los opdat het zijn eigen weg kan gaan.
Is het moederschap belangrijk geweest voor u?
Voor mijn leven, ja.
Wat waren uw ambities?
Ik heb nooit ambitie gehad. Het is mij allemaal overkomen. Op artistiek gebied kreeg ik pas ambitie toen ik regie begon te doen, omdat dat mij niet persoonlijk aangaat. Het is een collectief gebeuren. Ik heb altijd alles gewoon zo goed gedaan als ik kon.
U hebt eind jaren ’50, in het midden van een succesrijke periode, afscheid genomen van het podium. Waarom?
Ik was vijf jaar bezig in het theater. Iemand anders dekte mijn kinderen toe. Toen heb ik voor mezelf de balans opgemaakt. Plots dacht ik: “Wat ben ik eigenlijk aan het doen?” Ik ben naar de radio van de NIR gegaan, omdat ik daar kantooruren had. Ik was vijf of zes jaar niet thuis geweest met kerst of nieuwjaar. Ik kwam altijd te laat. Anderen hadden gefeest met mijn kinderen. Dat is toch pure waanzin. Ik dacht: “De radio. Fijn. Nu moet ik geen rollen meer leren en ik verslijt niet zo snel, want ze hebben mijn beeld niet.” Ik deed ook geen tv meer.
Ik wilde tijd kunnen nemen voor mijn kinderen. Ik vind dat kinderen in een liefdesketting moeten opgroeien. Nu kan je voor een kind kiezen. Als je een kind wil verwelkomen, loop er dan niet van weg. Men laat de koestering nu zo makkelijk aan anderen over. Mensen willen een kind, maar tegelijkertijd ook een eigen huis; daar gaan ze dan beiden voor werken. Maar het kind wil gewoon een nest, nestwarmte…
Vroeger woonden de grootouders in. Dat was een goede combinatie. Zij moesten niet meer werken voor de kost. Ze hadden tijd en een overzicht over het leven. Ze wisten hoe kostbaar zo’n kind is. Ze konden het alle liefde en koestering geven. Nu zitten die oude mensen ook in hokjes, ook allemaal samen. Het draait niet goed, denk ik.
Iedereen moet het natuurlijk voor zichzelf uitmaken. Als je er alleen voor staat, geen man hebt of familie of je ouders zijn dood en je moet gaan werken om den brode, dan heb ik daar respect en begrip voor. Het is dan een geluk dat er instellingen zijn om deze kinderen op te vangen.
Bent u ooit lid van de Bhagwanbeweging geweest?
Neen, ik ben nergens lid van. Of toch. Van Greenpeace. Uit respect voor de natuur en uit respect voor onze kinderen. Want wat is dat nu? Eerst vernietigen we de natuur, en dan zetten we onze kinderen onder plastic palmen.
En ik ben lid van Recht Op Waardig Sterven. Bij mijn identiteitskaart zit een kaartje waarmee ik om actieve euthanasie vraag. Bij een dokter ligt een testament waarin ik bij volle bewustzijn heb geschreven wat ik wil dat er met mij gebeurt als ik het zelf niet meer zou kunnen uitdrukken. Je moet daar niet mee wachten tot je in het ziekenhuis ligt te sterven. Je moet zelf weten hoe je sterven wil. Ik wil zelf verantwoordelijk zijn voor mijn leven én voor mijn dood. Ik wil anderen niet met mijn dood belasten. Je moet bij volle bewustzijn kunnen zeggen: zo wil ik sterven, waardig, het is genoeg. Niemand heeft het recht te beslissen over het leven of de dood van een ander! Ik word er niet goed van als ik sommige euthanasiedebatten hoor. Men verdraait zaken. Ik hoor dikwijls: “Iedereen weet toch dat euthanasie wordt toegepast.” Wel, haal het dan uit de misdaadsfeer.
Hoe komt het dat u zo bewust met die dood bezig bent?
Omdat ik van het leven hou en er eerbied voor heb. Ik heb mensen onnodig zien lijden. Zij waren zo waardig dat ze dat lijden hebben gedragen. Hun lijden zelf was absoluut onwaardig. Ik heb gezien hoe mijn moeder gemarteld werd door de hoofdverpleegster van het ziekenhuis en de onverschilligheid van enkele dokters. Zij hebben haar op een afgrijselijke manier in leven gehouden. Dat vind ik misdadig.
De dood hoort bij het leven, dat had mijn moeder mij vaak gezegd. Ze is in mijn armen gestorven. Op haar begrafenis had ik mijn beste jurk aangetrokken, een witte. Er was veel wit te zien die dag. Mijn zonen, sommige vrienden, ze droegen wit. Ik had een mand vol rozen meegenomen. Iedereen legde een roos op haar as. Een berg rozen. Later ging iedereen mee naar ons huis. Een van mijn zonen had heerlijk gekookt. Er heerste een zachte stemming van liefde. Het was een stille dag. Een dag met een glimlach. Ik ben niet bang voor de dood.
Hoe hebt u de breuk in uw relaties ervaren?
Dat zijn faillissementen. Ik had het anders gewild. Er lag een boomstronk in de stroom, een blad die hem blokkeerde, en dan moet Dora een omweg maken.
Hebt u het gevoel dat u dikwijls moedig moest zijn?
Ja. Ik bén heel moedig.
En waar haalt u die moed vandaan?
Die heb ik van mijn moeder gekregen. Zij heeft me altijd gezegd: “Moedig zijn, Dora, doorgaan.” Daar heb ik heel veel aan gehad. En nu nog.
Kijk. Ik dank de hele dag. Wie of wat weet ik niet. Ik zeg ook luidop: “Oooh danku danku danku.” Zo begin ik op te merken hoeveel goede dingen mij overkomen. Ik wil dat uitdragen naar jonge mensen. Als er nu iemand één zinnetje belangrijk vindt in alles wat ik zeg en daar iets mee kan doen, ben ik al blij. Als jonge mensen een oude vrouw nog om een gesprek vragen zoals u nu. Waw, dat is toch omdat ze je nog graag zien of dat ze geïntrigeerd zijn door wie je bent of hoe jij het leven hebt doorgemaakt.
Voelt u zich een oude vrouw?
Neen, ik heb weinig notie van tijd of leeftijd.
Ik moest opzoeken hoe oud u bent.
Ik werd 71 op tien maart. Ik ben grootmoeder. Ik voel geen leeftijd. Maar luister, dat vreugdevolle dat ik nu in mij heb, komt niet vanzelf. Ik heb er lang aan gewerkt om dat gevoel te veroveren. Ik mediteer. Ik zorg voor mijn lichaam. Ik ga al veertig jaar naar de sauna. Ik drink geen alcohol of koffie. Thuis ben ik vegetariër en leef ik in de absolute stilte. Maar het gaat niet zonder moeite. Ik doe tai-chi. En verder regelen mijn engeltjes het. Het leven is als water. Het neemt de vorm aan die je het geeft.
Wat wilt u van uw publiek?
Ik wil de mensen aan het denken zetten. Het mooie aan theater is dat er niets van overblijft. Het is moment. Er is geen opsplitsing meer. Er is niets vast te houden. De story, de vertelling in het theater, dat interesseert me niet. Mij interesseert wat er vooraf is gegaan opdat deze story zich zou uitbouwen. Mij interesseren de processen die uit het verhaal geboren worden. Theater is meestal kommer en kwel. De mensen komen niet kijken naar iets dat in orde is. Ze komen naar hun eigen donkere kant, naar zichzelf kijken.
En waar ontmoet u zichzelf?
Ik ontmoet mezelf in de stilte. Ik heb twee jaar geleden mijn televisie buitengegooid. Ik adem nu.
Wat zijn volgens u de belangrijkste menselijke deugden?
Mededogen is de grootste deugd, denk ik. Respect, het begrijpen van de andere. Je in zijn of haar plaats kunnen stellen. En tederheid, zacht zijn en dat ook uiten. Aandacht.
En vastberadenheid. Je kan het natuurlijk allemaal wel stellen, maar het komt erop aan te doen. Het is alleen het doen dat verandering brengt. Niet dat ik het allemaal zo goed kan. Het mededogen is een gevoel dat zich ontwikkelt in je leven. Ik ben nu bezig met ZaZen. Dagelijks.
En de ondeugden? Volgens Euripides is de grootste menselijke ondeugd de schaamteloosheid.
Ja. Ik geef hem gelijk. Neem nu het incident in de Kamer nadat het eindrapport van de Commissie-Dutroux werd voorgelezen. Dehaene eindigt zijn toespraak, halfliggend op zijn spreekgestoelte, en spreekt over incorrecties. Dan gaat hij terug naar zijn stoel en buigt hij zich naar een collega die bij hem in de banken zit. Enkele seconden later zit hij al te grapjassen. Toen een verbolgen moeder van een van de vermiste kinderen hem iets toeschreeuwde, werd ze de Kamer uitgezet. Zo’n houding als die van Dehaene, dat is schaamteloosheid. Het is het onvermogen om kwetsbaarheid toe te laten of te voelen bij zichzelf. Dat is verharding. De meeste politici en machthebbers hebben deze beklagenswaardige miserabiliteit en zijn ontmenselijkt.
Hebt u in uw leven ooit iets tevergeefs geprobeerd?
Ik ben ooit op de trappen van het gerechtsgebouw gaan zitten naar aanleiding van de zaak notaris X. Gisteren ontmoette ik een magistraat. Hij zei: “We zagen je daar zitten en we dachten: wat zit ze er toch te doen. Ze is zo slecht geïnformeerd.” Dat kan dan wel zijn. Maar daarom zat ik net op die trappen. Ik eis dan dat ze me meer informatie geven. Of de juiste. Als ik mevrouw Lieckendael de trappen van het gerechtsgebouw zie opgaan en zij zegt: “Als men hier binnengaat, moet men zijn hart achterlaten”, wel, ik vind dat beangstigend. De wijsheid zit toch in het hart? Wie spreekt er dan recht?
Bent u emotioneel?
Heel erg.
Maar u beheerst het wel goed?
Ik word liever geen slachtoffer van mijn gevoelens. Soms is dat wel eens gebeurd, dat het verdriet zo groot was dat ik geen poot meer kon verzetten, dat het buiten zijn oevers ging. Maar iets wat buiten zijn oevers gaat, kan je indijken. Iets dat nooit overstroomt, als je dat niet hebt, dat is jammer hé. Dan heb je eerder een tekort denk ik.
Wat is voor u het thema van het stuk De kus van de spinvrouw, dat u nu geregisseerd hebt?
In De kus van de spinvrouw zie je twee mensen samen die totaal verschillend zijn. In het gewone leven zouden ze elkaar ontlopen. Door omstandigheden worden ze gedwongen samen te leven in een cel, in een te nauwe ruimte. Dan zie je hoe zij daardoor veranderen en elkaar beïnvloeden. Het stuk gaat over de nuances van gevoelens waardoor je bij de andere binnengaat en waardoor je verandert en er nieuwe patronen ontstaan. Volgens Boeddha zijn er 84.000 nuances van gevoelens. Hoeveel nuances van verdriet kunnen wij in woorden omzetten? Pijn, huilen, wanhoop, smeken… Vier woorden. In woorden kan je je nooit goed uitdrukken. Ik nu ook niet. Het is lastig dat we de taal van de nuance niet beheersen. Alleen dichters kunnen dat. Zij kunnen met woorden puzzelen tot ze iets anders vertellen dan wat er eigenlijk staat.
U hebt toch uw taal?
(Grimas) Horten en stoten.
U hebt de taal van de blikken en de gebaren.
Ja, maar je moet mij zien.
De dingen overkomen mij. Ik plan zo weinig mogelijk. Het zijn anderen die mij vragen om te spelen, of om les te geven, of om te regisseren. Ik probeer er eerst meestal onderuit te komen en dan laat ik het toe. Dan wil ik me er volledig op concentreren.
Hoe belangrijk zijn uw lessen?
Die jonge mensen hebben de nood om zichzelf via hun eigen instrument uit te drukken. Ze willen zich tonen aan anderen, en dan wordt het een vak.
Wat is een goed acteur?
Een acteur moet overgevoelig zijn en een immense verbeelding hebben. Hij moet pijn kennen of zich dat kunnen verbeelden. Poëzie is zijn garantie tegen platvloersheid en alledaagsheid. Hij moet plezier, spelplezier uitstralen. Hij moet een persoonlijkheid hebben. Dat is het unieke van de acteur. Dat alles moet in theatrale tekens omgezet worden. Het moet een vak worden dat je kan uitoefenen. Ik begeleid de acteurs daarin via allerlei modellen die ik heb uitgewerkt. Ik noem het in de lessen de vijf P’s: persoonlijkheid, plezier, poëzie en pijn.
En de vijfde?
De vijfde is perversiteit. Daar bedoel ik mee, en dit moet je goed opschrijven: een product van de geest dat zich manifesteert in edele creaties van onnatuurlijkheid. Dat is de beste definitie die ik er tot nu toe voor gevonden heb.
Neem nu een stoel. Wij kennen dat als iets om op te zitten, dat vier poten heeft. Als je pervers bent, kan je er een model aan geven zodat hij heel design wordt. Maar je kunt er niet meer op zitten. Het is pure luxe. Het is seks voor de geest.
(En dan strekt ze haar handen uit.) Rondom dat alles moet een grote strik humor. Een hele grote! Een strik die die vijf P’s en al de rest en al het geleuter inpakt en relativeert en je terug met beide voeten op de grond zet. Het is de pH van de acteur. Ik kan niet goed opschieten met mensen die geen humor hebben. Humor is de pijn voorbij.
Ik heb tijdens de lessen twee jaar rondgelopen met een microfoontje om mijn nek. Een theaterwetenschapper heeft alles genoteerd. Ze willen er op de universiteit een boek over maken. Eerst dacht ik: “Het kan niet, want het wezen van theater is vluchtig. Maar nu ik zelf weer aan het lezen ben over Boeddha, denk ik: het is maar goed dat ze die dingen hebben opgeschreven. Anders had ik er nu niet over kunnen nadenken. Dus laat dat boek nu maar komen. Misschien heeft iemand er iets aan.
Waarom bent u aan theater begonnen?
Misschien om graag gezien te worden. Als er vierhonderd mensen rechtstaan in een staande ovatie, dan klappen die toch in hun handen omdat ze je graag gezien hebben! Maar vooral: omdat theater zo nauw met mijn wezen verwant is. Het kan niet vastgelegd worden.
U bent een leermeester van een hele garde acteurs.
Ze schrijven dat.
En als ze het nu niet zouden schrijven, zou u het dan merken?
Ja.
Hoe?
(ze glimlacht) Aan hen. Ik herken in mijn leerlingen onze gesprekken en onze uitwisselingen. Daar ben ik blij om, omdat ik het lesgeven met liefde heb gedaan. Als ik zie dat ze zich vanuit die lessen kunnen ontwikkelen en bewustere en gelukkigere en betere acteurs worden, dan ben ik tevreden. Ik wil hen bewust maken. Dat is groei. Ik ben alleen maar de aanleiding. Het is zoals het verhaaltje van de Boeddha van het vlot. Iemand komt aan een stroom en hij moet aan de verre overkant geraken. Hij heeft geen boot en hij kan niet zwemmen. Wat doet hij? Hij maakt uit gras en takjes een vlot en roeit daarmee naar de overkant. Hij sleept het vlot tot aan de oever. Gaat hij het vlot meenemen of laat hij het liggen? Het was om aan de overkant te geraken en nu moet hij zelf verder. Ik heb het gevoel een vlot te zijn.
Wat betekende Herman Teirlinck voor u?
Alles.
(Ze haalt een boek. Ze leest de getuigenis voor die ze voor hem schreef:) “Door hem ervaar ik de dingen geweldiger dan ik het met eigen kracht had gekund. Hij heeft me bekendgemaakt bij onbekende ruimten. Het is niet in woorden te vatten. Hij was mijn leermeester en hij is dat nu nog. Elke dag opnieuw. Hij heeft me nieuwe dimensies leren zien, geleerd hoe orde te brengen in de chaos van veelheid, vrijheid te binden aan discipline. Hij heeft me geleerd niet te verdrinken in de oeverloosheid. Maat. Te staan in het leven als een boom, de wortels diep in de aarde, de kruin uitwaaierend in oneindigheid, de seizoenen aan de takken te voelen, te buigen in de wind, te genieten van diepe inkervingen in de bast, te ademen met de natuur. Hij was een aristocraat, een serene geweldenaar. Ik voel me niet in staat zijn wezen in woorden te vatten. Elke geschreven gedachte aan hem wordt door de woorden tekort gedaan. Misschien is hij in muziek uit te drukken, maar dan zouden er weer de kleuren van de natuur aan ontbreken. Laten we hem lezen en liefhebben. Zij die hem gekend hebben, zijn de gelukkigen.”
Hoe moeten wij u in onze herinnering dragen?
Met een glimlach op de lippen. Dat zou wel goed zijn. Het woord glimlach staat hier ook op mijn schouw geschreven. Je kan geen misdaad begaan met een glimlach op de lippen.
U woont nu alleen. Had u ooit gehoopt om samen met iemand oud te worden?
Ik ervaar het alleenzijn als volledig-zijn. Ik heb een gevoel van volledigheid. Maar ik denk dat de aanwezigheid van een ander die het alleenzijn op dezelfde manier zou ervaren wel aangenaam zou kunnen zijn. Af en toe samenvallen en dan weer uit elkaar gaan, zonder iets van elkaar mee te nemen of achter te laten… Maar ik ken geen eenzaamheid. Ik ken ook geen verveling.
Alleen en je toch vreugdevol voelen, daar moet je sterk voor zijn.
Dat is geen sterkte. Dat is een gratie, dat is een genade.
De kus van de spinvrouw, geregisseerd door Dora van der Groen. Het Zuidelijk Toneel. Met Steven van Watermeulen en Johan Van Assche. Vanaf 11 maart tot en met zaterdag 14 maart in de Antwerpse Bourlaschouwburg. Info: Tel. (03) 234.12.40.
Anna Luyten / Foto’s Lieve Blancquaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier