De Parijse decorateur Frédéric Méchiche beschouwt zijn interieur als een installatie van kunstwerken.

Voel ik dat mijn interieur te bourgeois en cosy wordt, dan bind ik daarmee de strijd aan, want ik hou helemaal niet van het klassiek Brits gedoe dat zo populair is in Frankrijk”, zegt Frédéric Méchiche. “Omdat ik onlangs de indruk kreeg dat mijn woning op een Amerikaans historisch museum begon te lijken, heb ik meteen een werk van Warhol in de badkamer opgehangen en een paar gekke luchters uit de jaren ’70 gekocht.” Daarom stouwt hij zijn ietwat klassiek ogende flat vol moderne kunst. “Ik hou van onconventionele combinaties. Wie de trap afdaalt, botst op een werk van Jeff Koons naast een neoklassiek beeld: dat is puur visueel amusement. Sommigen appreciëren dat natuurlijk niet.”

Ook met de architectuur van de flat is iets vreemds aan de hand. Méchiche vond deze ruime flat – in het hart van de Marais in Parijs – in een gebouw dat vroeger door de vermaarde architect Renzo Piano werd verbouwd. Die had er alle oude decoratie uit gesloopt om er een sober flatgebouw van te maken. Méchiche deed net het omgekeerde: hij stouwde het interieur opnieuw vol met oude lambriseringen en herbouwde een antieke trap. “Ik wil de indruk wekken dat ik een oude flat vond met een antiek en versleten decor, en dat ik er gewoon een laagje verf aan gaf en er ben ingetrokken. Ik suggereer ook dat alles hier verlopig staat, daarom zie je zelfs kunstwerken op de grond. Ik wil niet wonen in een interieur dat tot in de puntjes afgewerkt is.” In werkelijkheid heeft Méchiche wel alles tot in detail bestudeerd en toverde hij de Spartaanse flat om tot een ouderwets stadshuis in directoirestijl. “Omdat de flat zich over twee verdiepingen uitstrekt, kon ik een echte vestibule laten bouwen. De meeste mensen die zo’n flat betrekken, maken daarvan een duplex, maar dat is een architectonische vondst uit de jaren ’30. Dat bestond nog niet in de 18de eeuw. Ik koos ik voor een grote trap waarrond alle vertrekken liggen. Je merkt aan het grondplan dat ik vroeger in een loft woonde: de vertrekken lopen in elkaar over en worden nauwelijks met deuren afgesloten. De keuken ligt heel centraal en niet, zoals in oude flats, in een hoekje. Wanneer ik kook, wil ik met mijn gasten te kunnen praten. Het is trouwens meer dan een keuken, want er zijn meer kunstwerken dan kookpannen te zien. Kortom, het is een plek waarin het voor iedereen aangenaam toeven is.”

De flat barst van de kunstwerken. “Sommige stukken blijven me achtervolgen, zoals het grote schilderij van Pierre Soulages en het beeld van Jean Dubuffet. Mijn collectie evolueert soms wekelijks, want ik kom geregeld met iets nieuws naar huis. Bovendien verkoop ik ook wel eens wat. Ooit bezat ik bijvoorbeeld een hele verzameling Romeinse beelden. Nadat ik ze verkocht, schafte ik me een Basquiat aan: iets totaal anders.”

Méchiche genoot een klassieke opleiding, maar heeft zijn hart verpand aan moderne kunst. “Die klassieke scholing bracht me binnen in alle belangrijke Parijse herenhuizen, waarvan ik het interieur kon bewonderen en tekenen. Zo ontwikkelde ik een uitstekend gevoel voor proporties. Tekenen is erg belangrijk, want zo absorbeer je pas een stijl; het is een manier om iets in je hersenen te graveren. Als je op de computer ontwerpt, heb je dat niet. Het bracht me ook gevoel bij voor oude kunst. Tegenwoordig mis je dat bij veel mensen. Ik versta niet hoe je een werk van Picasso kan begrijpen als je bijvoorbeeld Poussin niet kent. Hoe kan je trouwens installaties smaken, als je nooit door de kunstgeschiedenis wandelde?”

Zijn flat is zo’n soort wandeling. “In die zin is het inderdaad een soort kunsthistorische installatie. Vooral in de grote woonkamer boven is dat duidelijk. Deze ruimte weerspiegelt de artistieke dialogen die ik in mijn hersenen voer. Bijgevolg kan je er een heel parcours afleggen via de relaties die er tussen alle tentoongestelde objecten bestaan.” Dat geldt evenzeer voor de prachtige bibliotheek onder de trap. Het is een hele ervaring om daar in zo’n potige Djin-zetel van Olivier Morgue te grasduinen in Méchiches boeken. Hij beschikt over een riante verzameling oude kunst- en interieurtijdschriften: authentieke tijdsdocumenten om inspiratie uit te putten. Ook dit hoekje is erg onconventioneel gecomponeerd. Deze chaos stoot zowel de klassieke burgerman af als een koele designer. Precies wat Méchiche wil bereiken: uitdagend reageren op saaie burgerlijkheid.

pag82 -83

84-85

86-87

De Parijse decorateur Frédéric Méchiche in zijn antiek interieur: “Als het te cosy wordt hang ik er een Warhol tussen.” Hij plaatste overal kunstwerken, tot in de gymnastiekkamer toe.

86-87

Piet Swimberghe / foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content