Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Het is in de laatste weken van vorig jaar bewezen : je kunt vanuit een positief gekleurd televisie- en radioprogramma een mens niet sturen om op een hartelijker manier met zijn medemens om te gaan. Sam lokt de massa niet naar het kleine scherm en de website is al evenmin een succes. Die is wel blits en behoorlijk ingewikkeld en hip, zoals Bettina Geysen, netmanager van één, heeft gewild. Ze wou immers aantonen dat “sociaal doen ook hip kan zijn”. Dat kleine, onbeduidende woordje : “Sociaal doen”. Dat ruikt naar bevoogding : besteed een deel van je schaarse tijd, maar wel ruim aanwezige middelen op een ‘verantwoorde’ manier, zodat je met een gerust geweten onder de wol kunt kruipen. Want je hebt sociaal gedaan en dus ben je hip. Zo’n zinnetje uitspreken of in een intentieverklaring van een programma opnemen, getuigt van een denken dat de wereld opdeelt in wij en zij. Wij gaan ons best doen om iets te doen voor de mensen.

Het onderzoek dat antropologe Ruth Soenen in Antwerpen voerde naar het samenleven geeft een heel ander beeld van hoe het met elkaar omgaan echt werkt, wat werkelijk de menselijke omgang bevordert, en wáár het nieuwe samenleven zich afspeelt – buiten dat televisieprogramma, de website of de blogs van Sam. De meeste mensen die samen op tram 12 in Antwerpen zitten, die van het Schoonselhof tot in Deurne rijdt, die bloggen niet. Volgens Ruth Soenen heeft het geen zin om gesubsidieerde feesten of barbecues te organiseren en is het al evenzeer een illusie dat je in het café tegenwoordig nog hoort wat de aspiraties van de mensen zijn. Cafés zijn volgens haar een soort culturele getto’s geworden met een code die je moet kennen en hanteren om tot de inner circle te behoren.

Het verbaasde me niets dat Ruth Soenen het koffiebuffet van de Hema als de plek noemt waar je de pols van het leven kunt voelen. Ze had er misschien nog de kassa van de Aldi aan toe kunnen voegen. Het echte leven klopt volgens haar niet in de buurthuizen, daar moeten de opbouwwerkers dringend weg. Ze moeten naar het hart van de stad waar al die mensen elkaar treffen, in de populaire winkelstraten bijvoorbeeld.

Wat is veel belangrijker voor een harmonieus samenleven dan gespon- sorde feesten en televisieprogramma’s ? Waardoor ontstaan irritaties en wrijvingen in het publieke leven ? Doordat er geen plaats is op de tram of de trein, doordat publieke ruimten onaangenaam en guur zijn, doordat mensen niet weten waar ze ergens voor terecht moeten. Indien men een serieuze analyse zou maken van dat soort ergernissen en ze stelselmatig uit de wereld hielp, zou er al veel minder nerveus op elkaar worden gereageerd.

Ruth Soenen zegt dat men moet accepteren dat de stad een plek is waar vreemden met elkaar leven. Misschien zijn er wel kleine dorpskernen in die stad, maar dan hebben die allemaal hun eigen regels. Het grotere geheel is slechts leefbaar met goede regels en duidelijke ‘wegwijzers’.

Ruth Soenens studie is uitgegeven in boekvorm onder de titel Het kleine ontmoeten. Dat slaat op de manier waarop we met elkaar omgaan. We doen soms lacherig over het ” How areyou today ?” dat je als begroeting in elke Amerikaanse winkel krijgt. Maar we moeten daar niet flauw over doen, het is aangenaam. Dus waarom niet het voornemen maken in dit nieuwe jaar om ten minste dat te doen : elkaar groeten, durven te zeggen dat iemand er goed uitziet, een moeder prijzen om haar mooi kind, vragen of we niet kunnen helpen als we zien dat iemand verloren loopt ? Het is niet veel en het kost niets. Daar heb je geen televisie en geen weblog voor nodig. Wedden dat, als één op twee Belgen dit zouden volhouden dag in dag uit, zonder onderscheid van rang of stand, van leeftijd, van ras, kleur of godsdienst, het leven al een beetje anders zou kleuren ?

Ruth Soenen, Het kleine ontmoeten,

Uitgeverij Garant

tessa vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content