DO VAN RANST

© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Jeugdboekenschrijver / visual merchandiser

Hoe kinderen de gebeurtenissen in hun gezin ervaren, dat houdt me bezig. In mijn boeken staat het, vaak ietwat ontwrichte, gezin centraal. Wellicht komt dat doordat mijn ouders allebei in hun tweede huwelijk zaten toen mijn tweelingzus en ik geboren werden. Een halfbroer woonde bij ons. In de jaren tachtig, toen ik opgroeide, was een nieuw samengesteld gezin nog een vrij ongewone situatie.

De fantasie mag gerust een loopje nemen met de lezer. De verbeeldingskracht van mijn personages zie ik als een tool. Mijn onderwerpen zijn niet wereldschokkend. Om de lezer toch bij de kraag te grijpen, heb ik het standpunt nodig van dat kind met zijn rijke fantasie. Ik merk ook dat veel van mijn personages in een isolement verkeren. Een kind dat zich alleen voelt, zoekt nogal vlug zijn toevlucht tot verbeelding.

Als twaalfjarige wou ik modeontwerper, caféuitbater én schrijver worden. Ik ben effectief in de modewereld gaan werken en heb een jaar een jazzcafé gehad. Al mijn jongensdromen zijn dus enigszins gerealiseerd. Wat het schrijven betreft : als kind zocht ik naar een uitlaatklep voor mijn creativiteit. Al vroeg merkte ik dat verhalen verzinnen mijn ding was.

“Ik zou de auteurs die liever muzikant waren geweest niet te eten willen geven”, zei Erwin Mortier onlangs op Canvas. Ik behoor zeker tot die categorie auteurs. Muziek is voor mij het hoogste. Ik heb jammer genoeg nooit muziek geleerd ; mijn ouders stimuleerden mij daar ook niet in. Als vader ben ik daar heel anders in. Geeft mijn zoon Flor een goede trap tegen een bal, dan wil ik meteen een voetbalclub voor hem gaan zoeken. Mijn andere zoon Marcel tekent graag, ik zou alles doen om hem de kunsten in te sturen. Misschien ben ik daar zo fanatiek in omdat ik zelf die aanmoediging heb gemist.

Ik haat netwerken. Ik ben best ambitieus, zeker niet lui en sta voor heel wat open, maar kranten bestoken met de vraag of ik een column kan schrijven of socializen met andere kunstenaars op recepties ligt me niet.

Toen ik een tijdje fulltime schrijver was, werd ik met de dag ongelukkiger. De druk en de eentonigheid begonnen te wegen. Ik heb veel bewondering voor wie beantwoordt aan het idyllische beeld van de schrijver die op zijn zolderkamertje zit te broeden op kunst, maar zelf ben ik te onrustig om urenlang aan een bureau te zitten schrijven. Met veel plezier pikte ik mijn oude tweede job weer op : kledingwinkels en etalages inrichten. Vroeger deed ik dat voor Mexx, nu als freelancer voor verscheidene merken. Een fijne job. Ik werk graag met stoffen en met kleuren. Schoonheid is iets wat ik steeds nastreef, of ik nu schrijf of een etalage aankleed.

Helaas leiden boeken vandaag zo’n kort leven. Ik ben nu vijftien jaar bezig, krijg vaak positieve recensies en heb al enkele prijzen gewonnen, en tóch ligt een nieuw boek van mij slechts drie maanden in Standaard Boekhandel. Daarom was ik zo blij met de verfilming van Mijn vader zegt dat we levens redden : zoiets brengt je verhaal weer in de aandacht.

Het wonderlijke aan verhalen verzinnen, is hoe de puzzelstukjes in elkaar vallen. Neem nu het boek De engel Yannick, over een jongen met gescheiden ouders. Al jaren had ik dat idee : een jongen is zo in de weer om zijn vader en moeder tevreden te stellen dat hij niets voor zichzelf overhoudt. Ook met de zwemgoden op de Olympische Spelen en met Parijs als locatie wou ik al lang iets doen. Op een dag liep ik over place d’Italie en wist ik : dit wordt de setting en mijn hoofdpersonage Alex zal uitblinken in zwemmen, om eindelijk de aandacht op zichzelf te vestigen. Wat later botste ik op het bestaan van de Franse topzwemmer Yannick Agnel. Ja, dat was het : Agnel was de ‘engel’ die Alex als zwemcoach zal redden.

Do Van Ranst (39) schrijft kinder- en jeugdboeken. Hij debuteerde in 1999 met Boomhuttentijd en won prijzen met boeken als Moeders zijn gevaarlijk met messen en Mijn vader zegt dat we levens redden. Naast deze ernstige verhalen leverde hij ook de luchtigere Dina-reeks af. Via een studentenjob kwam hij in contact met de wereld van kledingwinkels en werd hij deeltijds etalagist. Zijn nieuwste boek Die foto waar ik niet op sta verschijnt begin juni bij Davidsfonds.

DOOR PETER VAN DYCK & FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content