Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Een urenlange busrit door de provincie Santa Cruz in Argentijns Patagonië. Het is lente. De vlakke grijze steppe verandert geleidelijk aan in strepen groen, geel en morsig blauw. Waar het vochtiger wordt, leven bij tientallen statige Magelhaenganzen. Het mannetje, met zijn witte hals en kop en zijn gespikkelde veren, loopt altijd trouw naast zijn bescheiden, iets kleinere, bruine vrouwtje. Maar toch net een pas voorop. Hij is duidelijk de leider in de zoekoperatie naar een geschikte plek om een nest te bouwen. En zij aanvaardt zonder aarzelen zijn bescherming. Waar zou de uitdrukking domme gans trouwens vandaan komen? De man voor mij in de bus, een overtuigde vrijgezel, kan zijn ogen niet afhouden van die ontroerend waggelende koppeltjes, die ook nog blijken honds- of is het ganzentrouw te zijn en een leven lang samenblijven. Allicht is dat ook nodig in deze onbeschermde vlakte waarboven de roofzuchtige condors, caracara’s en adelaars zeilen die het op hen gemunt hebben. Een ganzenleven is natuurlijk ook niet zo eindeloos lang als een mensenleven.

In de dierenwereld zijn ook andere, minder stichtende voorbeelden te vinden. Op het strand van Punta Delgada op het schiereiland Valdez zijn we getuige van een demonstratie van natuurlijk mannelijk overwicht dat de vrouwelijke neiging tot ontrouw de kop indrukt. Een kolonie van een paar tientallen zeeolifanten ligt lui en log over het weidse strand verspreid. De grote chef van de bende ligt midden zijn harem loom de liefde te bedrijven met zijn op dat moment favoriete wijfje. Aan de waterlijn speelt zich een spannend tafereel af. Twee iets minder imposante heren zeeolifant proberen in de gunst te komen bij een andere dame. Zij maakt aanstalten om op de avances van een van hen in te gaan. Maar dat is zonder de waard gerekend. De logge pasja schiet als een wervelwind over het strand en sleurt de nog net niet ontrouwe vrouw het water in om haar daar terstond te nemen onder het oog van zijn twee concurrenten. Iets wat je tien seconden eerder niet voor mogelijk had gehouden. Nogal onwaarschijnlijk ook, als je de beperkte middelen ziet waarover zo’n beest beschikt om zijn bijna vier ton voort te bewegen: een staart en twee goed ontwikkelde vinnen. De grote chef bedient zich in het water op een zeer handige manier van zijn ene vin, die van een soort onderontwikkeld vingerklavier voorzien is, om de dame aan zijn zinnen te onderwerpen.

Het is grappig om naar de commentaar van de kleine groep toeschouwers-medereizigers te luisteren. Wat sommige vrouwen interpreteren als een expliciet bezittersgebaar wordt door de mannen uitgelegd als een uiting van grote tederheid. “Heb je zijn vingers gezien?” zegt een van hen – niet die van de bus. “Je houdt het toch niet voor mogelijk dat zo’n geweldig beest zo teder kan zijn?”

Dagen nog wordt hierover nagepraat. En over een paar maanden zal het ongetwijfeld een van de hoogtepunten zijn in een scala van herinneringen aan de reis. De vertederende Magelhaenganzen, die we dagenlang hebben geobserveerd, zullen veel sneller uitgeveegd worden.

Om maar te zeggen dat, ook al neigen we naar vertedering en bewondering voor het ganzengedrag, de adrenaline toch sneller gaat stromen bij de prestaties van een macho krachtpatser als de baas van de zeeolifanten. Over zo’n ganzenkoppel zonder geschiedenis valt hoogstens een saaie documentaire van twintig minuten te maken. Het observeren van en analyseren van zeeolifantenachtig gedrag is veel spannender. Intrige, het spel van wie is de baas, wie trekt aan de touwtjes, houdt mannen en vrouwen al bezig zolang het leven duurt.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content