Misschien hebt u ook wel gelachen toen u de beroemde scène zag in Blazing Saddles van Mel Brooks, waarin Alex Karras een paard uitschakelt met één enkele forse mep. Deze week zag ik iets gelijkaardigs vanuit de auto. Ik passeerde langs de stal aan de West Side Highway waar de paarden worden ondergebracht die in Central Park voor de toeristen werken. Op het voetpad daarvoor zijn altijd wel enkele dieren vastgebonden die worden geborsteld of gewassen, of die gewoon een beetje dromerig voor zich uit staan te staren. Een kleine man probeerde net een groot, zwart paard binnen te trekken. Misschien had het dier nog wat zin om van de late lentezon te genieten. Misschien had het een slechte relatie met het kereltje. In elk geval, het paard zette zich schrap als een koppige ezel. Het was op dat ogenblik dat de man met een gebalde vuist het dier een oplawaai gaf tegen de zijkant van zijn muil. Het beest viel niet flauw zoals in de film, maar ik kan u verzekeren dat ik er niet kon mee lachen. “Stop!” riep ik tegen de vriend die achter het stuur zat. We zaten gevangen op de middenstrook, met auto’s voor en achter ons en twee even eivolle rijstroken aan elke kant. “Nee, rij door!” riep ik opnieuw. “Ja maar wat is het nu?” vroeg mijn chauffeur. “Laat maar,” zei ik wat gelaten, “we zijn nu al te laat op onze afspraak.” “Had Melissa dit gezien, dan zou ze wel gestopt zijn om die kerel de huid vol te schelden, gehaast of niet”, zuchtte ik.

Mijn vriendin Melissa is een New Yorkse schrijfster. Ze is ook een fervente dierenbeschermster. Ik moest haar dus mijn verhaal vertellen toen ze me gisteravond opbelde. Ze was helemaal niet verbaasd. Melissa is radicaal. Zij vindt bijvoorbeeld dat er geen paarden en koetsen in Manhattan zouden mogen rondrijden. “De paarden zijn dikwijls oud en ziek. Ze werken zeven dagen per week, tot tien uren per dag. Ze hebben last van hun luchtwegen door de uitlaatgassen. Om nog te zwijgen van de hitte. Normaal gezien moeten ze op stal blijven als het kwik boven de 32 graden Celsius stijgt. Maar die limiet is te hoog, want de hitte die het asfalt uitstraalt, is ruim tien graden hoger dan de temperatuur die de thermometer aanwijst”, zegt Melissa verontwaardigd.

Melissa is lid van een groep die zich inzet voor de bescherming van de koetspaarden in New York. “We zijn er al jaren voor aan het ijveren om de paarden minder uren te doen kloppen en ze enkel in Central Park ritjes te laten maken. Maar voorlopig staan we nog nergens. Het milieutje van de koetseigenaars is heel gesloten. Er zijn 65 medaillons (vergunningen) voor koetsen in New York. Een medaillon is 200.000 dollar waard, maar 50.000 dollar minder dan een taxi- medaillon. De eigenaars hebben er dus alle belang bij om de paarden hard te laten werken om hun investering te doen renderen. Een ander probleem is dat ze hun koetsiers werven met misleidende advertenties in buitenlandse bladen. Eens hier, realiseren die zich snel dat ze veel minder zullen verdienen dan wat hen werd voorgespiegeld. Ze proberen dat dan te compenseren door veel uren te kloppen. De paarden zijn daar natuurlijk het slachtoffer van. Moe of uitgerust, ziek of niet: ze moeten de baan op.”

“Nu we toch over dieren bezig zijn,” zegt Melissa, “heb je dat artikel in de zondagskrant gelezen over het stijgend aantal film- en televisiescènes waarin dieren voor de lol worden mishandeld?” Ik heb het inderdaad gezien. Hondjes worden uit ramen gekeild, in de vuilnisbak gegooid en hardhandig dooreengeschud. Katten worden bij hun staart rondgezwaaid of mannen gaan lompweg op hen liggen tijdens vrijscènes. Het schijnt allemaal te gebeuren in recente films. “Ik word er misselijk van”, zegt Melissa. “Keer op keer ontdekt men dat massamoordenaars in hun kindertijd dieren mishandelden. Toch wil men daar maar geen lessen uit trekken. Hoe kan een klein kind van dierenmishandeling in een film weten dat die getrukeerd is? Hoe kan het weten dat er tegenwoordig iemand van de dierenbescherming op de set moet aanwezig zijn om erover te waken dat de dieren in werkelijkheid niet worden mishandeld? Hoe moet het zich leren beheersen als we het pijnigen van levende wezens voortdurend banaliseren? Je kan toch enkel willen dat het zich geschokt voelt door wreedheid?”

Zoals ik al zei, Melissa is gepassioneerd door het lot van dier en – moet ik erbij zeggen – van mens. Maar eigenlijk belt ze om ons uit te nodigen naar hun buitenhuis. “Kan ik je nog iets schandaligs tonen”, zegt ze strijdlustig. “Een omheind stuk bos niet ver van bij ons waar rijke mensen groot wild komen schieten. Op alles staat een prijs. Een Russisch everzwijn kost 450 dollar, een zeldzame Afrikaanse antilope 10.000 dollar en een Amerikaanse bizon 5000 dollar. Je kunt er jagen met een geweer, met pijl en boog of met een speer. Het is een laffe manier van jagen want die dieren zijn niet bang van mensen. Ze vluchten niet en zelfs als ze dat doen, kunnen ze niet ontsnappen. In elf staten zijn dergelijke parken verboden, maar hier in de staat New York zijn ze toegelaten. Daar moeten we ook eens dringend iets aan doen.”

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content