Didi blues
Kun je last hebben van het legenestsyndroom als je geen kinderen hebt ? Of is er in mijn geval sprake van de didi blues ? Voor een beter begrip : didi betekent oudere zuster. Toch in Nepal, waar mijn sponsorzoon woont. Ja, ik weet het, ook bij ons zijn er sukkelaars. En in Afrika is er misschien nog meer miserie dan in Nepal. Maar goed, in november 2005 was ik in Kathmandu, voor een reportage over Shangrila, een opvanghuis voor straatkinderen gesticht door een paar bevlogen Vlamingen. Geen naïeve dromers, maar lui die hun kop erbij houden als ze hun hart laten spreken. Meer dan twaalf jaar al intussen.
Hoe kies je een kind uit een hoop kinderen die allemáál steun kunnen gebruiken ? Lastig, lastig. De kleintjes, je zou ze opvreten. Altijd gedacht dat bij mijn assemblage het onderdeel moederinstinct op de plank was blijven liggen, maar met zo’n grootogig wichtje op schoot zou zelfs Cruella De Vil smelten. Maar toen was er die opgeschoten knul. Twaalf schatte de dokter hem, toen hij vele jaren geleden in Shangrila terechtkwam. Een haveloos zwervertje dat overleefde door in een tempel de offergaven op te eten. Bij de hindoes moet je namelijk op niet veel compassie rekenen als je doof bent ; zeker een straf voor zonden in een vorig leven.
We gingen wandelen met de kinderen in de heuvels rond Kathmandu. Geen stap week Kanchha (Nepalees voor ‘jongetje’) van mijn zijde. Ik ongemakkelijk. Adolescenten, ik heb er niet veel ervaring mee. En al helemaal niet met dove Nepalese adolescenten. De klanken die hij uitstootte, ik raakte er moeilijk wijs uit. Maar één ding was duidelijk, die jongen wilde absoluut communiceren. Desnoods met handen en voeten. Iets wist hij me in elk geval duidelijk te maken : dat ik mijn wikkelrok binnenstebuiten aanhad. Zo werd ik de didi van Kanchha. Híj koos míj, daar kwam het op neer. Ur son, Kanchha zo ondertekende hij zijn mails al snel. “Niet zo rap, makker”, dacht ik toen ik dat las. ” Didi tot daar aan toe, maar het instantmoederschap is aan mij niet besteed.” Met enige regelmaat gingen de mailtjes over en weer, van zijn kant prompter dan van de mijne, als ik eerlijk ben. Simpele mededelingen : over het weer, over feestdagen, over school. En het altijd weerkerende zinnetje : “I am happy here, didi.”
Af en toe vergat ik dat hij doof was. Dan informeerde ik naar de muziek die hij graag hoorde, of stuurde een jingle bells-kaart voor kerst. En een oranje trui was misschien ook niet zo’n goede keuze in een land vol boeddhistische monniken. “Braaf mens, mijn didi, maar een beetje een rare”, moet hij vaak gedacht hebben.
Op de foto die ik vorige week van Kanchha kreeg, is hij ineens een vent. Five o’clock shadow, Free Tibet-T-shirt. Afgestudeerd aan de dovenschool en met een diploma van kok op zak. Werk heeft hij, en een kamer die hij deelt met een vriend. Dat hij op eigen benen staat, schrijft hij, maar zonder mij nooit de man zou zijn geworden die hij nu is. En altijd ur son zal blijven. Lap, daar moest moeder even van gaan zitten.
PS Mijn nieuwe ‘dochter’ heet Checci, is zeventien en versiert haar brieven met wolkjes. Info : www.shangrilahome.be.
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier