Interieur 04 wil de mensen verzoenen met de voorwerpen in hun leven. Design is voor iedereen, zegt Farida O’Seery, de directeur van de biënnale. Maar klopt dat wel ?

F arida O’Seery, de directeur van Interieur 04, houdt niet van modernisme. Ze kijkt met afschuw terug, zo bleek tijdens de officiële voorstelling van de Kortrijkse biënnale, op de twintigste eeuw, toen “het moderne leefmodel op een bijna dictatoriale manier als het enige politiek correcte gepropageerd werd”. De twintigste eeuw is al enkele jaren geschiedenis, het tijdperk van wat O’Seery de grote designideologieën noemt, ligt achter ons. “Voorbij is de dwang van de absolutistische stijlstromingen en hun vertegenwoordigers ! Voorbij is het semi-religieuze aura van designers ! Voorbij zijn De Stijl, het Bauhaus, het futurisme, het functionalisme, het minimalisme, de grote antidesignstatements !” Bijgevolg : “Ook design kent een soort Ground Zero“, sprak de nieuwe directeur. “En wat een opluchting is dat !”

Wordt er de komende week een designoorlog gevochten in Kortrijk, met modernisten en reactionairen aan weerszijden van de Leie ? Zo ver komt het wellicht niet (we houden uit voorzorg ons uniform klaar, men weet immers maar nooit), maar het is volgens O’Seery wel hoog tijd om het woord design opnieuw tegen het licht te houden, alsook om te kijken welke plaats het nu écht inneemt in ons leven. “Design betekent ontwerp, en ontwerpen slaat in de moderne tijd op vormgeven. Modern vormgeven, doen we sinds de industrialisatie, want ervoor gaven mensen natuurlijk ook al vorm aan wat hen omringde. Het grondidee achter modern vormgeven is dat het industrieel kan gebeuren en dat iedereen van die schoonheid zou kunnen genieten. Onnodig te zeggen dat er ondertussen ver afgeweken is van dat grondidee, maar afwijken van de kwestie is nu eenmaal de menselijke natuur. De moderne tijd nu : een amalgaam van ouderwetse en moderne woonstijlen, een stoofpot van historische dweperijen tot science-fictionuitstapjes, van ornamentatie tot kwintessentialisme, van extreem formalisme tot extreme ontspanning.” Het modernisme is niet mislukt, maar we zouden volgens Farida O’Seery wel bevrijd zijn van het functionalisme. “We ‘mogen’ nu gewoon bezig zijn met de zinnelijke prikkels die de schoonheid van design ons kan geven.” Met oppervlakkig decor, zeg maar. De Kortrijkse Ground Zero is versierd met vrouwentongen.

Interieur 04 staat in het teken van mensen (“allemaal, zonder onderscheid”) en hun relatie met design. Het logo van de biënnale recycleert de ideale man van Leonardo, die zich uitstrekt in een cirkel. Breng het volk en die schets samen, en men treft “een menselijk verlangen waaraan architecten, designers en hun afnemers sinds eeuwen lip service bewijzen : het zoeken naar schoonheid”. Dat zoeken naar schoonheid is inderdaad niet nieuw. Maar het werd tijdens de door de directeur zo vervloekte twintigste eeuw wel op een zijspoor geplaatst. De meeste als belangrijk beschouwde designers streefden (en streven) niet naar schoonheid. Ze zochten (en zoeken) naar oplossingen : de gemakkelijkste stoel, de lichtste stoel, de goedkoopste stoel. Schoonheid kan een resultaat zijn, maar geen ideaal. Schoonheid is een zaak voor decorateurs en voor adepten van de sierkunsten, dat ambachtelijk amalgaam van vóór de jaren vijftig. Schoonheid betekent weinig of niets voor iemand als Philippe Starck, die met zijn ontwerpen mensen wil helpen een beter leven te leiden. Zegt ’s werelds beroemdste designer : “Het lieflijkste voorwerp trachten te maken, pretenderen dat je meubel eigenlijk een kunstwerk is – o God, mijn meubel is een sculptuur -, dat soort design is cultureel. Mijn werkwijze is niet cultureel, omdat cultuur verbonden is met smaak en smaak is subjectief. Dat is mijn job niet.”

Schoon genoeg ?

Wat Farida O’Seery betreft, kent schoonheid vele vormen : “Mooi, bijvoorbeeld, of comfortabel, mentaal verheffend, ondersteunend, therapeutisch. Iedereen mag het design waarmee hij of zij zich omringt ook zelf een betekenis geven. Dat bedoelt men wanneer men het heeft over emotioneel design of consumentengericht design. Design evolueerde van een statusobject dat altijd een beetje het eigendom bleef van een ongrijpbare glamoureuze maker-designer, naar een ding dat helemaal ten dienste staat van zijn eigenaar, de consument.”

Dat design voor iedereen is, staat eigenlijk buiten kijf. Er kan niet eens over gediscussieerd worden, laat staan gevochten. Het On-linewoordenboek van Van Dale definieert design (het / de) als ‘ontwerp, vormgeving’ en zo bekeken is alles design : mijn koelkast, en de miniatuurtomaten in mijn koelkast. Ik ben geen slaaf van mijn koelkast en ik wil gerust toegeven dat ik die tomaten straks gewoon naar binnen slik, wat mij vanzelfsprekend machtiger maakt dan het design in mijn bezit (ik heers ook over vier stoelen, durf er af en toe zelfs eens op te gaan zitten, wat ergens hetzelfde is als een jager die voor de fotograaf poseert met zijn voet op zijn prooi). Design is een essentieel onderdeel van de kapitalistische samenleving ; het onderscheidt ons, om maar één voorbeeld te geven, van de Taliban.

O’Seery heeft verder ook gelijk wanneer ze het belang van schoonheid onderstreept. Als het design van Philippe Starck zo populair is, dan heeft dat wellicht weinig te maken met zijn ethisch-filosofisch discours. Wie koopt met opzet een lelijk meubel ? Het design op een woonbeurs als Interieur is evenwel geen gewoon design : het is buitengewoon design, dat misschien een hoofdletter D verdient, en in feite verwijst naar een bepaalde categorie van meubilair en kleine voorwerpen, met wortels in Milaan, anno de jaren vijftig (sindsdien is de categorie universeel geworden, al blijft Milaan ’s werelds de-signhoofdstad). Hier past de definitie van de gedrukte Van Dale beter. Let op de tussen haakjes geplaatste woorden ‘artistiek’ en ’trendy’ :

design – (1974 – Eng.

2. de stijl, de vormgeving van een product ; – ook als eerste lid in samenstellingen, als de volgende, waarin het tweede lid het voorwerp enz. noemt dat (trendy) vormgegeven is : designmeubel, designstoel…

Buitengewoon design is niet voor iedereen, wel integendeel. De voornaamste reden is financieel. Een beetje bank (te vinden in ons trendrapport en bij de meubelfabrikanten die hun waren aanprijzen op Interieur) kost al gauw evenveel als een kleine, in Oost-Europa vervaardigde auto. Er bestaat een aantal goedkopere alternatieven, zoals Ikea, Habitat en Muji, die van betaalbaar, waardevol design hun handelsmerk hebben gemaakt (laten we geen discussie beginnen over de designwaarde van een Billy-boekenrek). De textielindustrie wordt op dezelfde manier in evenwicht gehouden door ketens als Zara en H&M, die hun inspiratie grotendeels uit de luxesector halen.

Rest nog de vraag of buitengewoon design de voorbije jaren toegankelijker is geworden : meer voor iedereen dan vroeger. Wordt design dikker uitgesmeerd dan in het verleden ? Krijgen we meer kwaliteit, meer keuze, voor minder geld ? Waarschijnlijk wel, zeker in België. Een generatie geleden moest Ikea hier nog neerstrijken en op het vlak van grafisch design, bijvoorbeeld voor tijdschriften of televisie, was ons land destijds een woestijn (onze geschreven pers is nog steeds de lelijkste ter wereld, maar de situatie is lichtjes verbeterd). Betaalbaar design bestaat, al blijft het vaak beperkt tot plastic basics van bedrijven met forse omzetcijfers (zie de favorieten van onze designafdeling op deze pagina’s).

De Belgische consument heeft in de meubelindustrie een goede reputatie. Verscheidene belangrijke internationale fabrikanten haalden lange tijd een grotere omzet in België dan in Frankrijk, dat zeven keer meer inwoners telt (de zuiderburen zijn onlangs aan een inhaalbeweging begonnen). We investeren in onze interieurs. We houden van buitengewoon design. Die goede reputatie hebben we voor een stuk te danken aan Interieur, een beurs die tijdens zijn lange geschiedenis een breed publiek heeft weten warm te maken voor ambitieus, intelligent, waardevol design. Men kan zich met recht afvragen of de biënnale dit jaar aan zichzelf verzaakt. n

Tekst Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content