DENKEN MET JE KLEREN
Ik heb een winterjas, van een duur Duits merk, en als ik die aanheb, kan ik de hele wereld aan. Misschien zijn het de strakke schouders. De ceintuur die me een taille lijkt te geven. De glamoureuze reclamefoto’s met modellen die eruitzien alsof ze dure jobs hebben en weten wat ze doen. Een verklaring heb ik er niet voor, maar die jas is twee vierkante meter zelfvertrouwen op een kapstok. Voor een vriend die in een warm klimaat woont, is zijn kleurrijke garderobe draagbare Prozac, want in een Balinees batikhemd kun je volgens hem niet chagrijnig zijn. En een ex-collega biechtte onlangs op dat ze op dates altijd stay-up-kousen draagt, omdat ze dan net iets sexyer met haar heupen wiegt.
En nee, we beelden het ons niet in, concludeerden twee psychologen van de Amerikaanse North-western University. Het is het effect van enclothed cognition, de systematische invloed die kleren hebben op de psychologie van hun drager. Hajo Adam en Adam Galinsky raakten geboeid door het feit dat we niet alleen met ons brein, maar ook met ons lichaam lijken te denken. Bepaalde fysieke ervaringen zetten denkprocessen in gang, zo blijkt. Embodied cognition heet dat en onderzoek ernaar leverde al bizarre resultaten op. We bejegenen mensen warmer als we een warm drankje vasthebben, bijvoorbeeld. We lachen harder om een grap als we net daarvoor een paar minuten een potlood dwars in onze mond hebben gehouden, waardoor we als vanzelf breed moesten grijnzen, en we hebben meer zelfvertrouwen als we een minuut of vijf in wijdbeense Wonder Woman-houding gestaan hebben. Adam en Galinsky vroegen zich af of kleding een gelijkaardig effect heeft. Uit eerder onderzoek bleek bijvoorbeeld al dat sportteams in een zwarte outfit agressiever spelen dan teams in een andere kleur. Wat de psychologen wilden weten, is of en hoe onze kleding en de symboliek die eraan vasthangt, invloed heeft op hoe we met de wereld omgaan.
Ze deden drie experimenten en lieten sommige van de deelnemers een labojas aantrekken voor ze hun cijferreeksen en foto’s met elkaar lieten vergelijken. Wie zo’n witte jas aanhad, maakte de helft minder fouten dan de andere deelnemers. Die outfit suggereert wetenschappelijke focus, stellen de onderzoekers, en zorgt ervoor dat je aandachtiger en voorzichtiger te werk gaat. En ja, die symboliek is essentieel. Toen een deel van de deelnemers de mededeling kreeg dat hun witte jas er eentje was die kunstenaars in een atelier dragen, maakten ze evenveel fouten als de jas-loze deelnemers. De associatie met wetenschap bleek cruciaal voor de aandachtigheid van de deelnemers. De perfecte illustratie, stelden Adam en Galinsky, dat iets triviaals als een kledingstuk wel degelijk effect kan hebben op hoe we handelen, denken en voelen. De vraag is dus : worden we zorgzamer als we een verpleegstersoutfit aantrekken, rechtvaardiger in een toga of moediger in een brandweermanpak ? Daar is verder onderzoek naar nodig, was hun conclusie. Eén ding is wel zeker. De volgende keer dat ik mijn boekhouding doe, trek ik een labojas aan.
Enclothed Cognition, Hajo Adam en Adam D. Galinsky, Journal of Experimental Social Psychology (2012).
NATHALIE LE BLANC
Worden we zorgzamer als we een verpleegstersoutfit aantrekken, rechtvaardiger in een toga of moediger in een brandweermanpak?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier