Piet Swimberghe

Den Haag is de overrompeling niet alleen waard omwille van de Vermeer-tentoonstelling. Er is ook een schat aan antiquairs, galeries, brocanteurs en decorateurs.

PIET SWIMBERGHE foto’s : JAN VERLINDE

Antiekliefhebbers weten dat Den Haag meer is dan een regeringsstad en de verblijfplaats van de koninklijke familie. Samen met Amsterdam telt ze het grootste aantal antiquairs van Nederland. Zoek je zilverwerk, juwelen, oude boeken, grenenhouten meubels en Delftse borden, dan ben je in Den Haag zoet voor een weekend speurneuzen. Vanaf medio mei wordt deze zoektocht extra aantrekkelijk : dan is er elk weekend tot begin oktober een gezellige antiek- en boekenmarkt. Het Lange Voorhout is de plaats van het gebeuren, een schilderachtig plein met riante herenhuizen, op een steenworp van het Mauritshuis waar de Vermeer-tentoonstelling loopt.

In deze buurt zijn de Haagse herenhuizen groter dan de Amsterdamse. Ze werden gebouwd voor edellieden en hoge ambtenaren die daar in de schaduw van de regeringsgebouwen resideerden. Deze pronk verraadt de ietwat pretentieuze mentaliteit van de bewoners, de Haagse bluf wordt in Nederland graag bespot. Dit oud zeer heeft te maken met de status van het grootste dorp van Europa : Den Haag kreeg nooit stadsrechten. Dat voel je zelfs op het Voorhout, dat de rust van een dorpsplein uitstraalt.

De Haagse antiekmarkt heeft niet de rijkdom van de markt op de Brusselse Zavel in huis, maar het is er minstens zo gezellig. Veel spullen zijn puur Hollands, zoals art-nouveauplateel uit Gouda, art-decoglas uit Leerdam en antieke tegels uit Delft. Vergeet niet het aanbod boeken te bekijken, want sommige antiquairs bieden werken aan over antiek die bij ons onvindbaar zijn.

Het pronkstuk van het Voorhout is het indrukwekkende Hotel des Indes. Dit somptueuze huis, gebouwd in 1858 door een schatrijke baron, werd in 1881 een hotel. Alle groten der aarde verbleven er, van keizer Heile Selassië tot en met Churchill. Er hangt een koloniale sfeer. In Den Haag leeft het Indië van vroeger, omdat er zich in de vorige eeuw Indische Nederlanders kwamen vestigen. Bovendien verblijven in de regerings- en diplomatenstad veel gefortuneerde buitenlanders.

In het Centrum 2005, de wijk achter dit hotel, genoemd naar de postcode, snuif je die exotische sfeer op. Er is zelfs een hoekje met veel water en grachtenpanden, net zoals in Amsterdam, waar je van oosterse lekkernijen kan smullen. In deze artistieke buurt leefden talrijke beroemdheden. Schrijver Couperus werd er geboren en danseres-spionne Mata Hari heeft er gewoond. In de vele cafés en eethuisjes komen ministers en journalisten een hapje eten. In deze buurt vind je de belangrijkste antiekstraat : de Denneweg. Een van de bekendste zaken is die van Neeltje Twiss, die haar handel in Brussel begon, op de Zavelmarkt. Daar leerde ze de knepen van het vak. Haar ruime winkel herbergt klassieke oudheden, zoals Engels meubilair en zilverwerk. Voor wie zweert bij ouderwetse antiquiteiten zoals koperen ketels, tegels of Delftse borden, is er wat verderop Het Hollands Huisje. Een rommelige tent, gerund door twee dames op leeftijd. Je tikt er vast wat op de kop : sommige prijzen zijn sinds lang niet meer aangepast. Bekijk daar ook de gietijzeren Jugendstilfaçade van Koot Light & Design. Ooit was dit het eerste filmhuis van de stad. Wat verder in de straat verkopen twee antiquairs oude gravures en antieke kaarten. In de Denneweg hebben een paar gerenommeerde handelaren hun thuisbasis, zoals Fred Spoor, verkoper van antiek koper, barokmeubilair en Hollands empire. Ooit was Den Haag zeer belangrijk voor de meubelindustrie. In de voorbije eeuwen waren er getalenteerde ebenisten werkzaam voor het Hollandse en het Franse hof. De Denneweg met zijstraten is op zich al goed voor een dertigtal antiek- en decoratiezaken.

De meeste speurneuzen maken op het einde van de Denneweg rechtsomkeer. Een kapitale fout, omdat in de iets minder aantrekkelijke buurt over de Mauritskade, de Frederikstraat en de Prinses Mariestraat belangrijke zaken liggen. De huizen zijn er minder mooi, maar het aanbod is des te belangrijker. We tippen op Anna’s Decoration en antiquair Liefkens (Frederikstraat 12), een echte antiekzaak van vroeger. De antiquair is oud-conservator van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij laat je niet gemakkelijk binnen. Eerst aanbellen en vertellen wat je precies zoekt, dan pas mag je zijn hemelse collectie bewonderen. Hij heeft museumkwaliteit in huis : Mechelse beelden, email uit Limoges en glasramen uit Duitsland. Met flink wat duiten, want de prijzen zijn gepeperd, koop je hier materiaal voor een eigen museum. We raden ook aan een paar huizen verder te snuisteren in de bibliotheek van boekhandel Apollo. Nergens vind je zoveel vakliteratuur over kunst en antiek als hier. Bovendien kent de zaakvoerder Vlaanderen als zijn broekzak. Jarenlang bevoorraadde hij Vlaamse antiquairs met Delfts aardewerk.

Vervolgens stappen we in de richting van het paleis, langs de Mauritskade, waar in 1863 op nummer 43 de Haagse schrijver Louis Couperus werd geboren. Ook aan de overkant van het water, in de richting van het Vredespaleis, zijn er interessante antiquairs. In de Javastraat botsen we op Conny Minderman, in Nederland dé specialiste van antiek speelgoed. In deze buurt zijn er twee specialisten van empire- en biedermeiermeubilair : Prix d’Amis en La Résidence.

Uiteindelijk belanden we in het Noordeinde, achter het koninklijk paleis, ongetwijfeld de meest internationale straat van Den Haag. Je vindt er de beste Indonesische restaurants en veel galeries, antiek- en modewinkels. Loop gerust overal binnen, misschien krijg je de kans om de rijke decors van de herenhuizen te bekijken. Veel panden hebben een riante tuin. Je kan dit groen ook bewonderen door in een van de vele Haagse Hofjes te wandelen. Dit zijn kleine achterafsteegjes die via een poortje tussen de winkels bereikbaar zijn. In een ervan heeft Johan Klijn een schattig restauratieatelier van oude meubels. Hij herstelt louter voor rijke Hagenaren kostbaar meubilair. In zijn kleine manufactuur waan je je in de Gouden Eeuw, toen deze Hofjes ook door ambachtslui werden bevolkt.

Het Noordeinde zit vol verrassingen, want er zijn heel deftige antiekhandels en echte uitdragers. In het midden, vlakbij het paleis, heeft zelfs een handelaar zijn winkel volgegooid met schilderijen. Ze zijn niet gestapeld, maar liggen uitgestrooid over elkaar. Gelukkig zit er geen enkele Vermeer tussen. Je doet er geen koopje, maar toch is dit het zien waard. Antiquair Van Leeuwen heeft ongetwijfeld een van de belangrijkste zaken van de stad. Hij verkoopt veel Chinees porselein en mahoniehouten meubilair. Natuurlijk is er in de straat een klokkenspecialist, Gaemers, een handel van meer dan een eeuw oud. Het moet worden gezegd dat de Nederlandse klokkenmakerij destijds veel belangrijker was dan de onze. De Hollandse klokken konden wedijveren met de mooiste Parijse pendules.

Tussen het paleis en het Mauritshuis komen we in het Hofkwartier, een buurt met een middeleeuws karakter. De kleine huizen verraden dat hier bescheiden kooplui en ambachtslieden woonden. In de Oude Molstraat zijn de panden mooi hersteld. Er zijn leuke winkels met oude poppen, strips en antieke boeken. Ga daar ook de schitterend versierde katholieke schuilkerk binnen. In een zijstraat, de Nobelstraat, bezoeken we het oudste veilinghuis van het land, het Venduhuis der Notarissen, gesticht in 1812. Daar wordt tweemaal per jaar een flinke collectie kunst en antiek geveild onder internationale belangstelling. Dit is lang niet het enige vermaarde veilinghuis van de stad. Vlakbij lopen we even binnen bij Van Stockum’s Veilingen, gesticht in 1833. Ook een venduhuis met een internationale reputatie.

In het Westeinde vinden we het bekendste veilinghuis van Den Haag, gerund door Jan Pieter Glerum, die op de Nederlandse buis bijzonder interessante programma’s over antiek presenteert. Hij is ook bij ons populair. De man begon zijn carrière bij Sotheby’s Amsterdam. Zijn veilinghuis zit in een prachtig 18de-eeuws pand, de voormalige residentie van de Britse ambassadeur. Een huis met een enorme toegangspoort, grote salons en een heuse balzaal. Een enig decor om van oudheden te genieten. Bovendien kan je er iets drinken of lunchen, als het koud is in de oude keuken en bij mooi weer in de schitterende tuin.

Wat er oud uitziet, is soms van recente makelij. Maar door het zachte prijsje is zo’n decoratieve vogelkooi een aanwinst. Wie dan toch in Den Haag is, moet ook de architectuur een blik gunnen, zoals de gietijzeren Jugendstilfaçade van Koot Light & Design

De Haagse antiekmarkt heeft niet de rijkdom van de markt op de Brusselse Zavel, maar het is er minstens zo gezellig. Voor een redelijk bedrag tik je aardige spullen op de kop.

Laat je verrassen door zilverwerk en snuisterijen (rechts). In een van de Haagse Hofjes in het Noordeinde herstelt Johan Klijn (links) kostbaar meubilair. In zijn kleine manufactuur waan je je in de Gouden Eeuw, toen deze Hofjes ook door ambachtslui werd

In de Denneweg hebben een paar gerenommeerde handelaren hun thuisbasis, zoals Fred Spoor, verkoper van onder andere antiek koper. Maar maak geen rechtsomkeer op het einde : het aanbod buiten het meest bekende circuit is des te belangrijker.

Den Haag herbergt samen met Amsterdam het grootste aantal antiquairs van Nederland. En van mei tot oktober is er wekelijks een interessante antiek- en boekenmarkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content