Defilédiva’s (op de tweede rij)
Wij van Weekend Knack kennen ondertussen het klappen van de zweep en doorlopen foutloos de kruistochten die de Parijse en Milanese modeweken toch steeds zijn. Maar het is altijd leuk om het relaas van collega’s te horen, want hoewel we daar allemaal samen zitten op dezelfde shows en in dezelfde restaurants, toch bekijkt iedereen het spektakel anders. In het populaire Amerikaanse damesblad Vanity Claire (dat ook hier in gespecialiseerde bladenwinkels te vinden is) lazen we de notities van de hoofdredacteur en haar fashion editor. Zelf kunnen we het zo gek niet bedenken, en we vermoeden dat hier en daar een dichterlijke overdrijving in hun dagboeken is geslopen, maar toch: een geschreven wedervaren van twee powervrouwen in de modewereld.
De protagonisten:
Anne Valley: Deze 42-jarige brunette is sinds vijf jaar de hoofdredacteur van Vanity Claire, een promotie die ze waarmaakte door het blad te doen doorstoten tot in de provinciesteden van Amerika. Anna Wintour is haar vriendin, maar Valley zou niet met haar willen ruilen, zo zegt ze toch. “De scepter over Vogue zwaaien? Nee. Zo prestigieus is dat magazine nu ook weer niet meer.” Anne Valley combineert een drukke dagtaak met een intens privé-leven. Samen met haar vriend (haar vroegere yogaleraar) schuimt ze alle kunsttentoonstellingen van The Big Apple af en organiseert ze modieuze etentjes. (” Larry is een echte cordon bleu!”) Tijdens het weekend trekt ze naar haar buitenhuis waar ze in alle rust kan beeldhouwen. Haar twee katten heeft ze respectievelijk ‘ Maison‘ en ‘Margiela‘ gedoopt.
Milaan, oktober 2000.
Zondagavond, uit het dagboek van Rebecca
Volgens Anne was ik weer uren te laat aangekomen op JFK. Kent ze nu echt geen andere openingszin? Zij heeft makkelijk praten. Gewoon een hobbeljurk van Comme over haar hoofd trekken en ze is klaar. Zij hoeft niet zoals ik honderden pogingen te doen om haar Wonderbra onzichtbaar te doen lijken onder haar Versace-blouse.
Afijn, ik was misschien niet echt op tijd, maar de vluchten naar Milaan hebben toch altijd vertraging. Heel modieus New York zat in hetzelfde toestel; Anne probeerde zoals altijd de aandacht van Anna Wintour te trekken, wat zoals altijd niet lukte. Tijdens het vliegen een aangenaam babbeltje gehouden met een assistent van Bill Blass. Hij keek me de hele tijd heel indringend aan, vooral toen ik bekende alleen te wonen. Ik heb zijn telefoonnummer gevraagd (en gekregen), wat hem al voor de helft hetero maakte. Ik heb hem daarnet opgebeld. Om hem uit te foeteren want in plaats van te staren, had hij me kunnen zeggen dat een van mijn roodgekleurde valse wimpers (ja, de eighties zijn nu eenmaal terug) was afgezakt, waardoor ik eruitzag alsof ik een kolonie rode mieren op mijn gezicht had doodgeslagen… Daarom wou Anne me de hele dag haar zakspiegeltje niet lenen.
Zondagavond, uit het dagboek van Anne
Ach, Felipe! Het is altijd een gelukkig thuiskomen in het Grand Hotel van Milaan. De receptionist ben ik ondertussen als een Italiaans neefje gaan beschouwen. Felipe heeft de defilé-uitnodigingen netjes klaargelegd. En, nee, weer geen Prada of Jil Sander. Dus gaan we er dit keer echt niet over schrijven. In de lobby zat Suzy Menkes, zoals gewoonlijk, gebiologeerd naar haar portable te staren. Zo’n uitslover. Geen wonder dat ze nooit tijd heeft om naar de kapper te gaan. Rebecca kan anders ook wel een kappersbezoek gebruiken. Hoe kwam ze nu weer op JFK aanfladderen! Knalrode mèches, glanzende make-up en dan een stel designerkleren op ‘stylistische’ wijze over elkaar gepropt. Ze slaagt er zelfs in om met duizelingwekkende decolletés te benadrukken dat ze geen borsten heeft. Iemand moet haar ooit een siliconenstel cadeau doen. Niet te geloven dat ze niet doorheeft waarom ze haar tv-job verloor! Maar bon, ze maakt af en toe goede modereportages. Tenminste, als ik haar het thema, de titel èn de kleren bezorg. Een modemagazine heeft echter een chef stylisme nodig, dat staat goed in de colofon. Trouwens, naar buiten toe vormen we een goed duo: de ‘zotte’ styliste en de intellectuele hoofdredactrice. Ik mag morgen niet vergeten mijn Margiela-jasje naar de stomerij te brengen.
Zondagnacht, uit het dagboek van Rebecca
De liftjongen hier in het hotel lijkt een beetje op Matt Damon, toch als je zijn zwarte krullen en zijn borstelige wenkbrauwen wegdenkt. En hem twintig centimeter groter maakt. Ik plaag hem door heel verleidelijk ” Going up?” te kirren, maar in plaats van het spelletje mee te spelen, zegt hij altijd heel serieus dat het restaurant de andere kant op is. Italiaanse mannen denken alleen aan eten. Wat moet ik doen om hen te plezieren? Eruitzien als een pizza?
Maandagochtend, uit het dagboek van Rebecca
Ik weet nog niet hoe ik het aan boord ga leggen, maar Anne mag niet weten dat ik wel een uitnodiging voor Prada heb. Tja, niet iedereen heeft een Prada-campagnemodel als boyfriend! Ik ook niet, maar mijn vriendin Laura van het Prada-persbureau in New York wel. Vandaar. Ik denk er niet aan om mijn invitatie aan Anne door te spelen. Ze heeft mijn voorstel om een stylingreeks over bikinimeisjes met hun bloedhonden te brengen nog geen week geleden botweg van de tafel geveegd. Anne begrijpt niets van echte avant-garde. Hoeveel van theebladeren vervaardigde Japanse slofjes ze ook draagt.
Maandagochtend, uit het dagboek van Anne
Wakker geworden met een houten kop. De schuld van Rebecca. We hadden afgesproken om bij Nobu te gaan eten en ze liet een uur op zich wachten. Waarschijnlijk weer een vestimentaire crisis. Of een valse wimper die een eigen leven begon te leiden. (R. moet dringend eens les volgen bij Pat McGrath. Daar zal ik persoonlijk voor zorgen.)
In de lobby trakteerde Felipe mij ondertussen op een spumante en nog een spumante en nog een spumante. Leuk, daar niet van. Felipe heeft iets. (Maar niet genoeg voor een hoofdredactrice, sorry!) Tegen de tijd dat Rebecca op het appèl verscheen, was ik een mild mens. Haar Versace-decolleté leek plots meer inhoud te hebben dan ik voor mogelijk had gehouden.
Veel schoon volk bij Nobu, Giorgio Armani was er ook. Hij herkende mij en ik kreeg een kus. (Rebecca niet.) Dat die man de avond voor het defilé nog tijd heeft om sushi’s te gaan eten! Zo speciaal zijn ze er trouwens niet. Als je zoals ik ooit op het traject Tokio-Osaka van de sneltrein gestapt bent om in the middle of nowhere bij een Japanse superchef sushi’s te gaan eten, dan smaakt een doorslagje niet meer.
We vonden een tafel vlakbij de ploeg van Harper’s Bazaar. En Rebecca maar staren naar Melanie Ward. Die keek terug met een blik van dit-Versace-decolleté-is-toch-wel-een- faux-pas. Gelukkig zat mijn vintageBalenciaga-jurk als gegoten. Ik hoop alleen dat niemand merkte hoe onvast ik op mijn Manolo Blahniks naar buiten wandelde. Nu, zelfs nuchter is het rondlopen op die fijne hakken een voortdurende evenwichtsoefening. Vraag maar aan Rebecca. (Vorig seizoen ging ze in Parijs plat op haar gezicht toen ze de limousine van Madonna achterna wilde lopen.)
De mix van spumante, sake en rauwe vis belandde nog voor ik ging slapen in de wc. Hoera, geen calorie te veel!
Maandagmiddag, uit het dagboek van Anne
Robert De Niro is in het echt een kleine, oude man. Inès Sastre draagt belachelijk weinig kleren, zelfs voor een zachte oktoberdag. Sophia Loren heeft iets krokodillerigs. Ja, het was weer sterrenslag op het defilé van Armani. Rebecca ging als een groupie te keer met een digitaal fototoestel. Gênant. Ik heb mijn donkerste zonnebril opgezet en The Financial Times opengeslagen.
Maandagnacht, uit het dagboek van Rebecca
De Fendi-party was saai: geen Matt Damon, geen wodka en de deejay had geen Madonna. Lagerfeld wipte binnen en buiten, waarschijnlijk omdat hij zijn Chanel-collectie voor volgende week in Parijs nog snel moest ontwerpen. Die van vorig seizoen zag er in elk geval zo’n haastklus uit. Laat op de avond werd de hoofdredactrice van een Engels blad naar de intensive care afgevoerd, omdat ze een vlek op haar nieuwe McQueen-rok had ontdekt. Arm kind. Ik begrijp volledig wat ze moet doormaken. Anne vond het schandalig dat er zo laat nog een kleuter op het feestje rondliep. Het was Kylie Minogue. Die Anne!
Woensdagnamiddag, uit het dagboek van Anne
Waarom zou een mens in een klein zaaltje opeengepakt willen zitten om een saai Prada-defilé te zien als het buiten prachtig weer is en er zoveel winkels lonken? Toen ik het hotel wilde buitenstappen, was er even niemand aan de receptie. Een tiental grote Prada-zakken stond er moederziel alleen. Cadeaus voor uitverkoren journalisten. In een snelle reflex heb ik er één onder mijn hoede genomen. Het kaartje met ‘ Dear Miss Sykes‘ heb ik versnipperd. De bijbehorende bowlingtas in struisvogelleer heb ik opgeborgen in mijn Vuitton-valies. Zo’n tas is beter dan een uitnodiging. Rebecca moest het weten. En Plum Sykes. Maar die heeft geen reden om te zeuren: een vrouw kan niet alles hebben. Zij werkt al bij Vogue, heeft de ideale maten en is rijk geboren.
Woensdagavond, uit het dagboek van Rebecca
Ik haat de wereld. Ik haat Anne. Ik haat Felipe, want die probeert de hele tijd Anne te versieren. Ik haat de laptop hier voor mijn neus. Maar het meest haat ik Laura, die mij een nepinvitatie voor Prada aan de hand heeft gedaan. “Dit is een fotokopietje van vijf cent”, zei die aangeklede aap aan de ingang, zo luid dat iedereen het kon horen. Melanie, die pal naast mij stond, had gelukkig haar walkman op. De schaamte! Eén positieve noot toch: dankzij mijn gestuntel en mijn nutteloos protest heb ik Carine Roitfeld voor het eerst zien lachen.
Donderdagavond, uit het dagboek van Anne
Deze morgen aan het ontbijt zag ik de privé-kapper van Anna Wintour. Hij vertelde me het verhaal van Rebecca en haar Prada-nepinvitatie. Hoe kan ze nu zo stom zijn om te denken dat ze vrienden heeft in de modewereld! Ik heb er ook geen, maar mijn Prada-tas is tenminste echt.
Ik had vandaag weinig zin in defilés. Shoppen is dan een professioneel verantwoord alternatief. Hoewel, een mens is hier gauw uitgekeken op de gouden medusa’s en de overvloed aan pailletten. Behalve als je Rebecca heet en een ex-would-be schoonheidskoningin bent.
Ik kan niet wachten tot we in Parijs zijn. Voor Martin Margiela natuurlijk! Zou hij nu echt eens niet komen groeten na de show? Naar het schijnt is hij heel erg verlegen (en kaal). Ik moet er ook dringend op zoek naar een winkel waar ze die nieuwe Belgen met hun onuitspreekbare namen verkopen. Een beetje donker, een beetje intellectueel en verkrijgbaar in maat 40, net wat mode moet zijn!
Donderdagavond, uit het dagboek van Rebecca
Anne stelde (gelukkig!) voor om de show van Exté over te slaan. Minder leuk was dat ze met mij wou gaan shoppen. Niet dat het niet gezellig begon. Alleen moet ze niet altijd doen alsof ze het beter weet dan de verkoopsters. Ik bedoel maar: in de shop van Miu Miu hou je niet bij hoog en laag vol, dat de winkel zo minimalistisch leeg oogt omdat ze zogezegd alle kleren voor haar verstopt hebben (en de merknaam spreek je NIET uit als Miauw Miauw). Bij Versace vraag je NIET of ze een supersuperzalig jasje ook zonder de gouden prints hebben. Karen Elson stond wat niemendalletjes van Watanabe te passen bij Corso Como 10. Moet dat kind geen defilés lopen? Oké, we hebben allebei rood haar maar daar houdt elke vergelijking op. Ze staat altijd zo raar te gesticuleren, alsof ze net haar eigen pumps heeft ingeslikt. En haar panty’s erbij. Ach, wat wil je, ze is Engels.
Bij Prada durf ik niet meer naar binnen, sinds de affaire met de nagemaakte invitatie. Dus is Anne maar alleen gegaan. Welgeteld drie minuten heb ik op de stoep moeten wachten (op zo’n korte tijd had ik geen enkele bronstige Italiaan kunnen spotten om hem een vuurtje te vragen): razend stoof ze naar buiten, nu ja, de gerant snelde nog razender achter haar aan. Ze had het gewaagd om te vragen of ze die schattige bloemenbloesjes ook in maat 40 hadden. Aaaargh!
Vrijdagnacht, uit het dagboek van Rebecca
Het was geeuwen geblazen bij Gucci. Puntborsten. Of beter: piramides overheen siliconen geperst. Versace, ja, dat was the real thing. Donatella was zoals altijd de ster van de show. Waarom heeft ze nog geen gouden tanden? Het zou zo cool zijn. En het zou zo bij haar blonde lokken passen. Courtney Love zat op de eerste rij, vlak voor mijn neus.
We hebben nog samen op school gezeten, weet je, maar Anne gelooft me niet. “Je bent nooit naar school geweest”, zei ze recht in mijn gezicht. Welnu, allerliefste bazin, missverkiezingen zijn lessen in schoonheid, dus school. Ik kan me tenminste in het pikdonker opmaken. Courtney ook. Anne ook, maar jammer genoeg wendt ze dezelfde techniek aan op klaarlichte dag. Anne is een grote fan van het no-theater. Ik zou niet weten wat dat is maar aan haar te zien, staat een foundation leggen daar gelijk aan graffiti spuiten. O ja, ik heb net opgevangen van een Bazaar-stagiair dat Melanie een reeks gaat shooten over bikinimeisjes met bloedhonden. Met vijftig van die beesten. De modewereld is oneerlijk, maar aan de andere kant troost ik me met de gedachte dat Melanie en ik telepathisch contact met elkaar hebben. Een andere verklaring heb ik niet. Ik probeer haar nu door te seinen dat ze ontslag moet nemen bij Bazaar. En mij voor te dragen als haar vervangster. En daarna op te hoepelen.
Zaterdagochtend, uit het dagboek van Rebecca
Mijn Balenciaga-pumps zijn zoek. Anne vindt het belachelijk dat ik me daarvoor in mijn hotelkamer heb opgesloten, en Felipe haast heb gebeten. Hij heeft ze gestolen, ik voel het gewoon. Ik herken een closettravestiet van mijlenver. En hij heeft een oogje op Anne, dus mijn theorie klopt.
Zaterdagmiddag, uit het dagboek van Anne
Rebecca werkt op mijn zenuwen. Het is op de duur echt slopend om met zo’n hysterisch wicht op stap te zijn. Nu is ze een paar schoenen kwijt en weigert ze uit haar kamer te komen. Maar over enkele uren vertrekt het vliegtuig naar Parijs. En ik vertrek, met of zonder haar! Ik zou voor geen geld de glamour flight willen missen. Van modellen en ontwerpers tot journalisten, iedereen die meetelt in de mode zit op dat vliegtuig. Ik dus ook. Zou iemand iets doorhebben als ik met mijn Prada-tas paradeer?
Zaterdagavond, tussen Milaan en Parijs, uit het dagboek van Rebecca
Anne vindt van niet, maar ik heb een feilloze mensenkennis. Het valt me elke keer weer op hoezeer de andere fashion people aan hun land gebonden zijn. De Engelsen haal je er zo uit. Altijd luidruchtig, en altijd misprijzend over Tom Ford en Marc Jacobs, alleen maar omdat die twee superschattig, supergetalenteerd, supersuccesvol en vooral Amerikaans zijn. Typisch. De Fransen zijn nog erger, want in het echt spreken die helemaal geen funny Franglais. De Duitse redactrices zien er steevast als Mercedes-bimbo’s uit. De Canadese dragen nog altijd hippiekleren. De Belgen zijn ook herkenbaar, want op defilés zijn ze altijd degenen die de laatste rijen vullen.
De Italiaanse modemensen zijn de ergste, zeker in Milaan. Anna Piaggi zag er de afgelopen dagen weer uit als een nachtmerrie (wie doet haar styling? De kleedster van Boney M.?) en de rest deed weer mee aan de wedstrijd wie-heeft-de-grootste-zonnebril. Volgens Anne was Bruce Willis in town, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Hij is dan ook zo moeilijk te herkennen: nu eens wel een toupetje, dan weer niet. De show van Moschino was wow. Supersexy cowgirls. Het voerde me helemaal terug naar mijn jeugd, want ik was ooit Miss Staten Island, en ik won toen in denim hotpants en met holsters met waterpistooltjes erin. Mmm, een idee voor een styling. Met bloedhonden erbij. Nee, met koeien, dat is authentieker. Ik mis New York.
Zaterdagavond, Parijs, uit het dagboek van Anne
De pumps zijn terecht. Ze had ze niet eens bij zich. Ze was ervan overtuigd dat ze 13 paar schoenen had meegenomen, maar het waren er maar 12. Gelukkig had ik het idee om haar room mate in New York uit bed te bellen om haar te laten checken of die pumps nog daar waren.
Het regent in Parijs, maar er hangt een positieve sfeer. Op een willekeurig moment ’s avonds fonkelt de Eiffeltoren een half uur als een diamant. Ik had het geluk het al op de eerste avond te zien. Adembenemend. Ik was onderweg naar het park aan het Louvre waar een jonge Belg zijn collectie toonde. Joergei Persons, als ik het goed voor heb. Dat is nu Parijs. Happenings in koude parken, in donkere kelders of op afgelegen plekken buiten de stad. Paris, here I come!
(Voor aandachtige lezers die hierin de pen van Peter De Potter of Trui Moerkerke menen te herkennen: elke gelijkenis met bestaande gebeurtenissen en personen is louter toevallig.)
Vanity Claire / Trui Moerkerke / Peter De Potter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier