Jungle Fever is weer in. Dat las ik laatst in de Design- special (23/04) van Knack Weekend“, liet een lezer zich onlangs enthousiast ontvallen in de krantenwinkel. Leuk om zoiets te horen. Vooral omdat het als een soort bevrijding klonk : decoreren mag weer ! Het dictaat van het strakke minimalisme is voorbij. En ook in dit nummer vertelt Veerle Helsen na haar bezoek aan de Salone del Mobile in Milaan dat (een beetje) blingbling weer in is. Na de comeback van koper- en goudaccenten, zien we ook weer veel spiegels tegen de muren of meubels met spiegels belijmd : heel art deco.

Trends weerspiegelen de tijdgeest en interieurs spreken boekdelen over de bewoners ervan. De inrichting van hun woning is, veel meer dan de architectuur ervan, iets waar mensen in hun dagelijkse bestaan mee begaan zijn. Geregeld word ik hierover zelfs in de supermarkt door kennissen aangesproken. Vaak begint zo’n babbel met de opmerking : “Welke mooie interieurs heb je toch weer gezien ! Wat een geluksvogel ben je dat je op zo’n mooie plekken mag werken.” Dat is ongetwijfeld zo. Toch hebben wij – de fotograaf en ik – zelden de tijd om een plek echt te beleven. Bij een interieurreportage blijf je uit respect ook ver weg van het privéleven van de bewoners. Ik herinner me dat ik samen met Jan Verlinde ooit foto’s nam in de flat van Giorgio Armani in Milaan en we in de loop van de namiddag de heer des huizes onverwachts ‘betrapten’ in zijn dressing, terwijl hij zich omkleedde : een gênant moment voor alle partijen. In deze context is het dus best boeiend om de rollen eens om te draaien en als lezer binnen te kijken in de woning van enkele interieurfotografen (p. 58). Maar we hebben in dit nummer nog een interessante ‘binnenkijker’ : een woning uit de jaren vijftig in Nieuwpoort (p. 28). Ze is ontworpen door Peter Callebout, een ietwat vergeten architect die een Scandinavische stijl hanteerde, die opkeek naar de grote modernist Richard Neutra en die van Japanse accenten hield. De woning is inmiddels een beschermd monument en werd onlangs opgeknapt. Het is een mooi voorbeeld van hoe verrassend hedendaags ontwerpen van een halve eeuw terug kunnen zijn.

Uit de ‘warenhuisbabbels’ blijkt dat we heel anders praten over architectuur dan over het interieur. Bouwkunst is, net als politiek of ecologie, een te ernstig onderwerp voor een ontmoeting ’tussen groenten en fruit’. Als het over architectuur gaat, willen sprekers vaak indruk maken door namedropping en holle frasen. Het interieur is lekker ‘onschuldig’, ideaal voor een spontaan, gemoedelijk gesprek waarin emoties hun plaats vinden : je vindt iets mooi of lelijk, stijlvol of kitscherig. Simpel. Architecten vergeten soms dat de hele bouwkunst, tot en met het meubilair en de opschik, decoratie was en is. Een soort operadecor voor het leven.

piet.swimberghe@knack.be

Piet Swimberghe

Na de comeback van koper- en goudaccenten zien we nu ook weer veel spiegels in het interieur : heel art deco

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content