Dear Ms Greer,
Aanvankelijk waren u een paar pagina’s voorbehouden in dit blad. Maar toen de promotiestorm voor uw boek De hele vrouw (Meulenhoff) begon te woeden op het scherm en in de bladen, hebben we op het laatste nippertje besloten om wat meer afstand te bewaren en niet het zoveelste interview met u te publiceren.
Dat laatste boek van u raast als een orkaan. U bent niet bang om uzelf tegen te spreken, noch voor ongenuanceerde oordelen, provocerende uitspraken of politiek niet-correcte stellingen. U kreeg wat u wou: veel aandacht, een fortuin aan zendtijd en interviewpagina’s wereldwijd. Dat is ook wel nodig om voor uw uitgever de 30 miljoen Belgische frank voorschot die u kreeg te verantwoorden.
Ik had het dan ook een beetje moeilijk toen u in Spraakmakers zei dat u erg goed was in “armoede”, volgens u een – utopische – sleutel om weer tot de ware menselijkheid – vrouwelijkheid – te komen. Het is erg makkelijk praten als goed gehonoreerde academica met een riant eigendom op het Engelse platteland en een meer dan behoorlijk extra inkomen uit uw boeken.
Ik vraag me af in wat voor soort wereld u de afgelopen jaren geleefd heeft. Wat voor monomane waan dit soort boek vol complottheorieën kan baren. Want, als ik u goed lees, zijn mannen per definitie vrouwenhaters, onderdrukkers en geweldenaars. En vrouwen zwakke, naïeve schepsels die zich laten manipuleren door “een seksuele cultuur, het medische establishment, de media, de advocaten”.
U die fulmineert tegen een maatschappij en een politiek bestel dat “een systeem van herenclubs” handhaaft, ziet als het waardigste alternatief voor de toekomst dat vrouwen het gezelschap van mannen afwijzen en een soort matriarchale leefvorm zoeken waarbinnen ze kinderen opvoeden. Ik durf de door u daartoe veronderstelde algemene goede inborst van vrouwen en de verwachte natuurlijke harmonie in dat soort gemeenschappen te betwijfelen. Evenzeer als de verfoeilijkheid van álle mannen op deze wereld. Zijn we niet allemaal mensen?
De lichtvaardigheid waarmee u de vaders in onze maatschappij kleineert en ze meteen ook maar afdankt, is ronduit beledigend voor de mannen van mijn generatie en onze zonen – ja laten we het ook eens over hen hebben, niet alleen over de dochters – die zo verschrikkelijk hun best doen om vrouwen te begrijpen en dichter bij ons te komen. Maar precies dat wilt u helemaal niet. Het streven naar gelijkheid van mannen en vrouwen vindt u een laakbaar principe. U wil bevrijding.
Waarvan? Van de, volgens u, steeds onderwerpende en agressieve mannelijke penetratieseks. U stelt zich zelfs de vraag of er “wel iets natuurlijks is aan heteroseksualteit, en of ze niet geheel zal instorten indien ze niet ondersteund wordt door wet, godsdienst en gezin”.
Dear Ms Greer, ik hoorde u in een interview zeggen dat u geregeld omgang hebt met een man van het ruwe type. Mag ik veronderstellen dat u dan uw eigen leer – het weigeren van vagina en baarmoeder – niet altijd toepast? Maar natuurlijk wel, u bent immers zo dominant dat u zo’n man zonder meer onderwerpt aan uw sacrosancte principes…
U, de zelfverklaarde hogepriesteres van het onverzoenlijke bevrijdingsfeminisme, gedraagt zich eigenlijk als een echte – maar dan wel een briljante – belerende bitch. Zeker voor andere vrouwen. Anders zou u niet zo neerbuigend doen over hun verstandelijk en emotioneel vermogen om te pogen op voet van gelijkheid om te gaan met de andere helft van de wereld. Er is de jongste dertig jaar heel veel gebeurd dat u blijkbaar gemist heeft.
Tessa Vermeiren P.S. Klasseert u me maar bij de lifestyle-feministen die u zo veracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier