Nooit eerder is het voorgekomen dat de vrouwelijke présence in de rock zo dominant is. En zo appellerend aan een breed publiek. Een gesprek met vier vrouwen die songs brengen, expliciet en rauw als een blootliggende zenuw en tegelijkertijd teer en kwetsbaar.

JACKY HUYS

Sommige feminine singersongwriters trekken een luide bek en schreeuwen verkrachtingen en verziekte relaties van zich af (Tori Amos, Heather Nova, Michelle Shocked) of gaan de goegemeente met vierletterwoorden te lijf (Liz Phair). Er zijn vrouwen die warme pleidooien houden voor (mede)menselijkheid (Mary Chapin Carpenter), die op fascinerende wijze hun cult-image naar de middle of the road trekken (Björk, Me’Shell) of die in de voetsporen van Janis Ian het leven van lelijke eendjes en einzelgängsters portretteren (Shawn Colvin). Je hebt vrouwen die de littekens van decennia racisme dragen (Jhelisa), die openbloeien nadat ze hun lesbianisme kenbaar hebben gemaakt (kd lang, Melissa Etheridge, Indigo Girls) of die naaktfoto’s laten maken waarin ze zo weinig flatterend mogelijk poseren om het statement kracht bij te zetten : laten we de vorm vergeten, het gaat om het innerlijke. Maar allemaal hebben ze één ding gemeen : het zijn vrouwen die in zichzelf wroeten.

Shawn Colvin komt uit Vermillion, een boeregat in South Dakota. “Ik wou er wég”, zegt ze, “en ik ben er ook nooit meer teruggegaan, al zou ik dat vandaag wel willen. Herinneringen, hé. South Dakota heeft mooie landschappen, een beetje desolaat. Het is al zolang geleden dat ik het gezien heb, dat het vermoedelijk erg boeiend moet zijn om uit te vinden hoe ik me er vandaag zou voelen. Mijn ouders wonen er niet meer, alle familieleden zijn verhuisd. Naar het schijnt staan er nog altijd behoorlijk wat gebouwen uit mijn jeugd : de bakkerij, de bowlingbaan. “

Haar vader was een amateur-muzikant die meer onbewust dan bewust een stempel op zijn dochter heeft geslagen. “Hij had twee, drie vrienden en die kwamen af en toe langs. Ze speelden gitaar, ze hielden van het Kingston Trio, ze droegen zelfs dezelfde streepjeshemden. Die spiritual You don’t knock, daar was ik gek van. Het Kingston Trio was hoe dan ook een baanbrekende groep : spirituals, folk, politieke songs, world ook hoewel dat toen nog niet zo werd genoemd. “

Toen ze achttien was, trad ze al op in bars en kleine klubs. Het harde bestaan van de beginner. “On the road is slopend, ja. Het was een interessant leven, hoewel ik het niet meer zou willen overdoen : in een busje kruipen, ergens heen rijden, je materiaal opstellen, vier uur spelen, afbreken en dan kijken wie van ons het minst dronken was, want die moest rijden. Ach, het soort leven dat je hebt als je in je twenties bent en waar je voor huivert eens je de dertig bent gepasseerd. “

In New York werd ze opgemerkt door kollega’s, programmatoren, latere vrienden. Suzanne Vega vroeg haar om backing vocals te zingen op Luka en nam haar mee op een Europese toernee. Colvin schreef er later een van haar mooiste songs over, Polaroids : “Dat gaat over de eerste keer dat ik naar Europa was gekomen en de depressie die me overviel toen ik terug in New York zat. ” Vega gaf nog een steuntje door mee te zingen op Steady on, het debuut van Colvin. De recensies waren lovend, maar het zelfvertrouwen van de zangeres bleef beperkt : “Het zal wel iets Freudiaans zijn, je wil altijd het slechtste over jezelf geloven, nooit het beste. “

Hier en daar zei iemand : Joni Mitchell ? Colvin gooide olie op het vuur en nam voor haar opvolger, Fat City, Larry Klein als producer onder de arm. Larry Klein is (de ondertussen ex-) echtgenoot van Joni Mitchell. “Niemand heeft me ooit in mijn gezicht gezegd dat ik klink als haar. Maar ik geef inderdaad grif toe dat zij vermoedelijk mijn grootste leermeesteres is geweest. In de tijd dat ik nog vier uur aan een stuk speelde, bestond de helft van mijn repertoire uit Joni Mitchell-songs. Ik ben alleen beledigd als mensen me vragen of Suzanne Vega me beïnvloed heeft. Jezes, ik ben bijna oud genoeg om haar moeder te zijn. De mensen hebbeneigenlijk geen idee van hoelang ik al bezig ben. Langer dan normaal : ik ben 38 en dit is pas mijn derde cd. Gelukkig heb ik een jonge stem en niemand neemt foto’s om je er zo slecht mogelijk te laten uitzien. Maar het is juist : jeugd is onbetaalbaar in deze maatschappij. Als je een debuut hoort, denk je meteen dat het iemand van hoogstens 25 is. Mijn platenfirma heeft in het begin bio’s van me verspreid waarin ze een paar jaar van mijn leeftijd hebben afgetrokken, maar ik kan slecht liegen (lacht). “

Ze heeft kleine oogjes, zit konstant met het bakje zoutjes te draaien, weet zich soms geen houding te geven. Ik ga nog even door op de leeftijd, zeg dat het op basis van de teksten lijkt of ze een generatie ouder is dan de Liz Phairs van deze wereld. Ze zucht. “Ik luister naar hen, ik volg het zelfs op de voet, maar ik ben er nog niet door geïnspireerd. Soms begin ik aan een song als ik erg kwaad ben en het resultaat is dan vaak een soort vuilbekkerig nummer waarover ik snel beschaamd ben en dus trek ik mijn staart maar gauw in. De mensen zijn nogal geneigd om de meest expliciete songs van Liz Phair te nemen en het gedurfd te vinden, maar haar ware schoonheid ligt elders : in de attitude van haar stem bijvoorbeeld, in de kwaliteit van het materiaal, in de spaarzaamheid van de produktie. Ik ben jaloers op Phair en Sheryl Crow omdat zij gedaan hebben, waar ik van droomde, namelijk platen gemaakt die klinken alsof ze in een kelder zijn opgenomen. Ik heb me laten inzepen en overproduceren. “

Vreemd voor iemand die magistrale songs kan schrijven, was de keuze van Colvin om op haar derde, Cover girl, alleen maar songs van anderen te zingen. “Er was niets bekalkuleerds aan, geen trend, ik wou dit al lang doen. ” En ze heeft ook geen spijt. Bijna geen spijt toch. “Ik had alleen meer songs van vrouwen willen zingen. Kijk, is het relevant om te weten dat ik een vrouw ben om mijn songs te appreciëren ? Ik denk het wel. Ik ga terug op mijn eigen leven : het is voor mij onvoorstelbaar belangrijk dat ik Joni Mitchell als rolmodel heb gehad. Haar standpunten, haar songs, de manier waarop ze gitaar speelt, de renaissance-vrouw die ook schildert en haar eigen hoezen ontwerpt… Zonder Joni Mitchell en Laura Nyro had ik hier vermoedelijk niet gezeten. “

Het maakt overigens niets uit of Colvin haar eigen songs of die van anderen zingt, er hangt altijd melancholie en treurigheid om haar heen. “Dat ben ik. Zonder tristesse is er geen geluk. En vice-versa. Ik ben erg triestig geweest in mijn leven, maar ik denk dat het ergste achter de rug is. Gedeprimeerd, gedesoriënteerd, krankzinnig, ik ben het allemaal geweest. Tristesse als gevolg van mijn opvoeding, ik voelde me een mislukkeling, een echte misfit, mijn ouders begrepen me niet. Maar als je lang genoeg leeft, worden die dingen precies je sterkte. Ik heb een keer aan de rand gestaan van een morele uitverkoop : ik ben na mijn rebelse jaren opnieuw bij mijn ouders gaan wonen en ben weer naar school gegaan. Mijn moeder leerde me naaien en het zag ernaar uit dat ik uiteindelijk klerenontwerpster zou worden, maar ik ben gelukkig tijdig wakker geworden. Ik heb beseft : ik zal mijn ouders nooit kunnen bewijzen wat ik wil bewijzen omdat ze mij niet eens kénnen. Dat proces gaat gepaard met een eenzaamheid en pijn die je nooit van je leven nog kwijtraakt. “

Heather Nova is in menig opzicht een kleinkind van de sixties. Haar vader was een architekt, die op een mooie dag baalde van zijn werk, zijn job opgaf, een lap land kocht op een van de Bermuda-eilanden, daar een huis en een boot bouwde en met vrouw en kroost leefde van wat de natuur voortbracht. Heather heeft er warme én iets minder vrolijke herinneringen aan : “Geografisch is het natuurlijk een prachtland, maar er heerst een dorpsmentaliteit. De mensen blijven aan je denken als het kind dat je op twaalfjarige leeftijd bent. Ik woon graag in een grootstad omdat ik de anonimiteit mateloos waardeer. Mijn ouders zijn op de Bermuda’s gebleven, maar ik word er gek als ik er langer dan een week moet zijn. De radio heeft er eindelijk de seventies bereikt en beroemd zijn in de Bermuda’s betekent dat je familie weet dat je een artiest bent. Ik woon overigens liever in Engeland dan in Amerika : dat kontinent is zo egocentrisch dat het beangstigend is. “

Ze kan vergelijken, want toen ze negentien was, ging ze in Rhode Island studeren. Film en schilderkunst. “Ik hou daar nog altijd van ; alleen kan ik mijn energie maar op één discipline tegelijkertijd richten. En vandaag is dat muziek. ” Op Rhode Island zakte ze emotioneel weg. “Mijn familie, die erg beschermend is geweest, achterlaten en alleen staan in de grote, boze wereld, gekonfronteerd worden met je naïviteit, het was allemaal teveel. Ik kreeg een relatie met een man van wie ik hield, maar die erg manipulerend was en die me ook misbruikte. Mijn ouders hadden me alleen maar met onvoorwaardelijke liefde laten kennismaken, in Rhode Island werd ik met mijn neus op de realiteit gedrukt dat iemand van je kan houden én je misbruiken tegelijkertijd. De song Island gaat daarover : je eiland verlaten en je verleden bijna letterlijk begraven. Da’s één van de persoonlijkste songs die ik ooit heb geschreven. Waarom ik hem toch heb uitgebracht ? Toen ik die periode doormaakte, voelde ik me onvoorstelbaar alleen. Ik had de idee dat het allemaal mijn fout was en dus was ik te beschaamd om er met iemand over te spreken, zelfs met mijn eigen familie. Nu weet ik dat andere vrouwen dit ook meemaken en als ik hen, hoe minimaal ook, kan helpen met zo’n song, dan vind ik dat ik dat moet doen. ” Het heeft tot haar laatste cd, Oyster, geduurd voor Nova haar ervaringen helemaal kwijt kon en de zusterfiguur in songs als Island en Blue black is puur autobio : “Mijn eigen zuster, die het dichtst bij me staat van heel de wereld. Zelfs met haar kon ik toen niet praten. “

De redding voor Nova was een vlucht naar Engeland en muziek. Ze kijkt om. Naar Glow stars, haar debuut : “Dat roept beelden op van hoe ik thuis bij een achtsporen-toestel zat te spelen. Mezelf af te vragen : ben ik eindelijk klaar om mijn werk ook aan andere mensen te laten horen ? ” En naar de live-cd, Blow : “Die was een beetje riskant omdat je zo weinig kontrole hebt over dat soort opnames. Maar ik hou er wel van. Liever menselijkheid dan perfektie. “

Haar stelling ademt trouwens uit àl haar werk : “Ik schrijf erg emotionele songs. Ik kan ze spelen op een gitaar, maar ik kies voor instrumenten een cello bijvoorbeeld die mijn emoties nog eens versterken. Ik heb het schrijven van songs nodig. Als ik iets voel, dat sterk genoeg in me knaagt, dan moet het in een tekst vorm krijgen. Maar als het alleen dàt zou zijn, dan zou ik die spulletjes als een dagboek bijhouden en er andere mensen niet mee lastig vallen. Dat ik dat wél doe, heeft dus te maken met de drang om met mensen te kommuniceren. Muziek is wat dat betreft altijd mijn levensboei geweest : mijn kreet om hulp, het uitsteken van mijn hand, het zoeken van een vriend, die de emotionaliteit van mijn werk begrijpt. Ik denk dat ik nog nooit een song heb geschreven die oneerlijk was. De moeilijkheid maar ook de kracht van songschrijven is natuurlijk het juiste evenwicht vinden tussen het persoonlijke en het universele. Alle probeersels van me die dat niet hebben, gooi ik weg. “

Ook voor Sophie B. Hawkins heeft schrijven iets van terapie. “Niemand raakt ooit z’n demonen helemaal kwijt, ze krijgen alleen af en toe een andere vorm. Op basis van mijn werk zijn er mensen die mij beter kennen dan ik besef. Een buitenstaander kan makkelijker door mijn belletrie kijken en de vinger leggen op de kern van de zaak. Als ik niet kon schrijven, dan zou ik vermoedelijk een verschrikkelijk mens zijn. En dat dit zo belangrijk voor me is, kan ik ook afleiden uit de verwarring die ik voel en de nachten dat ik erover wakker lig. Ik ben drummer van origine en eigenlijk is dàt wat ik het liefst doe. Heel fysiek alles van je wegmeppen. Het werkt trouwens veel terapeutischer dan songschrijven, want je weet nooit of je voldoening zal hebben van een tekst. “

Sophie B. Hawkins de B. staat voor Ballantine is de dochter van een schrijfster die godganse dagen nummers van Dylan en Bowie zong waarop ze haar eigen teksten maakte en een advokaat die eigenlijk meer een filozoof was. Toen ze veertien was, wou ze drumster worden en via haar tante de masseuse van Paul Simon kwam ze in kontakt met de Nigeriaanse meesterdrummer Babatunde Olatunji, die resideerde in een Newyorks hotel. In zijn entourage speelde ook Gordy Ryan. Die werd verliefd op Hawkins en een dik jaar later woonden ze samen. Tot ze twintig was. Ze liet muziek een tijdje rusten en dompelde zich als aktrice onder in het Newyorkse performance-circuit. En toen telefoneerde Bryan Ferry. Hij had een perkussioniste nodig. Ze repeteerden drie maanden. Hij zei dat z’n hele band van haar hield, maar dat hen een andere sound voor ogen stond. Hawkins sloeg haar kop tegen de muur en schreef Damn I wish I was your lover, de briljante single waarmee ze later zou debuteren. “Een potentieel kruis voor de rest van mijn dagen, ja. Het hangt ervan af of ik ooit nog een suksesje heb dat die single kan doen vergeten. “

Of dat suksesje te vinden is op Whaler, haar tweede cd (“een opus over liefde en dood, daar gaat mijn werk over, ik weet zeker dat er leven is na de dood”), is zeer de vraag, al is een song als Mr. Tugboat Hello veelbelovend : “Da’s de sleutelsong. Ik ben niet van deze tijd. Ik heb mijn hele leven geprobeerd dat te zijn, maar met die song durf ik eindelijk toegeven dat ik dat niét ben en ook niet hoéf te zijn. ” Haar debuut, Tongues & tails, was hoe dan ook beter en als Hawkins dit jaar de koppen van de muziekbladen heeft gehaald, dan was het door de naaktfoto’s die her en der van haar zijn verschenen. “Ik had geen make-up, er was geen licht, ik poseerde niet. Toen ik de foto’s achteraf zag, was ik stomverbaasd, omdat ik daar helemaal niet op lijk, en vooral ook blij omdat er een kwetsbaarheid uit spreekt, die Bruce Weber goed gevat heeft. Vrouwen moeten geen supermodellen zijn en daarom heb ik die foto’s laten verspreiden. Ik heb er veel intense kritiek voor gekregen ‘je bent lélijk’ , maar dat was niet onverwacht. Er bestaan ook zogenaamd mooie naaktfoto’s van me. Toen mijn eerste cd verscheen, dacht men : net wat we nodig hebben. Ik heb me daar willen tegen afzetten, ik ben niét wat ‘iedereen net nodig heeft’, neem me niet kwalijk. ” (Terzijde : Joni Mitchell bracht in 1973 “For the roses” uit. Ze stond naakt op de binnenhoes.)

Jhelisa is de nicht van zangeres Carleen Anderson en de dochter van een zingende moeder en een musicus/gospel-diskjockey uit Jackson, Mississippi. “Ik had geen ondersteunende familie, ” zegt ze, terwijl ze een geurige sigaret draait in een achterkamertje van het Londens kantoor van haar platenlabel. “Hun motto was : een diploma halen en dan pas kunnen we eens kijken of een van die kleine hobby’s toelaatbaar is. Ik heb daar een tijdje in meegespeeld. Ik heb twee jaar ‘Television Production & Broadcasting’ gestudeerd en dan gezegd : give me a break. Dus ben ik in een vrouwelijke band gaan spelen in de hoop een beetje vrijheid te hebben en ik maakte mezelf wijs : ik kan altijd nog naar school teruggaan. “

Ze heeft nooit meer omgekeken. In Los Angeles werd ze receptioniste bij het legendarische Motown-label : “In die tijd stelden ze als voorwaarde dat je absoluut niet serieus mocht musiceren om die job te krijgen : ze hadden in het verleden te veel aspirant-artiesten gehad die begonnen waren aan de receptie (lacht). Maar na drie maanden had ik enkele kontakten gelegd en er was een vrouwengroepje, Pow, dat vroeg of ik hun arrangementen niet wou schrijven. En dat wou ik. Toen Motown het uitvond, werd ik meteen ontslagen. Ik solliciteerde in de Capitol-tower met mijn beste pakje aan en mijn gezicht helemaal op ‘verantwoordelijkheidszin’ gedraaid en ik kreeg de job. De eerste dag liet ik mijn ware gezicht zien en ze schrokken zich rot. Ze stuurden me snel naar EMI, waar er een iets lossere sfeer was en waar ik een job kreeg als receptioniste. Mét vrijheid : ik had mijn instrumenten naast me aan de receptie staan en ik heb nog altijd demo’s waarop je me kan horen musiceren, onderbroken door de telefoons. Those were the days. “

Ze had gehoord dat alles beter was in Europa. “Men zei me dat je in Nederland open en bloot joints kon roken, dus dat leek me een perfekte reden. Ik ben alleen in Londen blijven plakken. ” Waar ze als backing vocaliste fungeerde bij The Shamen en Soul Family Sensation : “Experimenteren, risico’s nemen, great. Ik zou nu niet meer naar die tijd terugwillen, omdat je maar één keer iets moet ervaren in je leven en daarna doorgaan. “

Jhelisa heeft de moeilijke weg gekozen : niet alleen is ze een zwarte zangeres in een blanke business, ze schrijft ook nog eens alles zelf én ze fungeert als producer. ’t Is dat de baas van Dorado een adept is van het adagio totale kreatieve vrijheid. “Zoiets beslis je al als klein kind : ik heb altijd geweigerd om in een hoekje te zitten kniezen. Naar school gaan en zien dat je beste vriendin jouw vertrouwen totaal misbruikte en dat zij dus helemaal niet je beste vriendin was, was een schok, maar ik had toch de kracht om op eigen benen te staan. Mijn ouders waren kristelijker dan de paus, maar ik heb nooit soelaas gevonden in religie. Ik vroeg altijd : waarom, waarom, waarom ? En da’s natuurlijk de enige vraag die je nooit mag stellen voor die mensen. Mijn ouders hadden nooit een antwoord waar ik iets aan had. Ik was vijf en ik vroeg : wie zijn de mama en papa van God ? En het enige wat ze antwoordden, was : child, je zal in de hel branden. Ik geloof tot vandaag dat de meerderheid van de gelovigen dat zijn uit angst om in de hel te branden, niet omdat ze spirituele bevrediging zoeken en innerlijke vrede. Toen ik 16 was, zei ik : God, bliksem me neer als je vindt dat ik zondig. Hij heeft het niet gedaan. Ergo : hij bestaat niet. “

Galactica Rush is één van de mooiste debuut-cd’s van 1994 en vermoedelijk één van de soulvolste werkstukken van het voorbije decennium. Doorvoeld, doorleefd, doorwrocht. Neem zo’n song als Death of a Soul Diva bijvoorbeeld : “Da’s geschreven met alle vrouwelijke artiesten in het achterhoofd, die het geprobeerd hebben maar die het niet overleefd hebben door de druk, het gebrek aan steun en mensen die je begeleiden, door de business, door een privé- en familiaal leven dat desastreuze gevolgen kan hebben. Vooral in de jaren dat het racisme hoogtij vierde. Wat Billie Holiday moeten verduren heeft, gaat er bij mij niet in. Ik ben meer het type dat zegt : oké, we pikken dit niet, let’s get out of here. Het is niet te geloven, maar zelfs veel Afro-Amerikanen snappen nog altijd niet wat er gebeurd is en in sommige gevallen nog altijd gebeurt. Hoeveel jaar is het nog maar dat er opvangcentra zijn voor slachtoffers van misdaden : kinderen, vrouwen én mannen ? Sinds wanneer bestaan er hulporganizaties voor de dàders ? Dat zijn bedenkingen die ik over heel mijn plaat verspreid heb : rechtop staan, zoeken, weigeren om begraven te worden. “

Als vrouwen een vuist maken, is er altijd wel een of andere oen die ‘lesbianisme’ staat te tieren. Het is nu niet anders. “Liz Phair is bi, zegt men, Melissa Etheridge, kd lang, Indigo Girls zijn voor hun geaardheid uitgekomen, het staat sjiek dezer dagen om lesbisch te zijn, ” zegt Shawn Colvin. “Er waren zelfs geruchten dat Mary Chapin Carpenter en ik een affaire hadden. Mijn man kon er niet écht om lachen. Ach, ik ben blij dat vrouwen doorgaan met hun zin te doen en goed te zijn in wat ze doen. En op die manier mannen ménsen aan het denken te zetten. “

Wat Sophie B. Hawkins betreft, was MTV de oen van dienst. In een trailer voor een soort lesbian weekend voegde de zender ook haar naam aan het lijstje zangeressen toe. “Hoe… wat… vreemd dat men dat van me denkt, ” zegt Hawkins en ze morst een beetje met haar glas spuitwater (ze is een gezondheidsfreak die eerder op de ochtend al gaan joggen is in een Brussels park). “Ik heb respekt voor de lesbiennes die ervoor uitgekomen zijn, maar ik weiger in hokjes te geloven. Voor het blad Interview heb ik Martina Navratilova geïnterviewd en allicht hebben enige mensen daar een en ander uit afgeleid… Het was trouwens een erg slecht interview, want Martina is briljant in wat ze doet, maar je kan haar niet echt een van de verlichte geesten van deze tijd noemen. Het zou ook kunnen dat vrouwen graag zouden hebben dat ik lesbisch ben. Ach, eigenlijk word ik ziek van al die vrouwen die hun seksualiteit in een etalage leggen, Madonna voorop. “

Is het niet een beetje onrechtvaardig om het over een school van vrouwen te hebben, een lichting, een beweging ? Je kan er natuurlijk niet naast kijken en het Amerikaanse muziekblad Rolling Stone had laatst ook een verhaal over moeders in de rock, maar toch : zijn dit geen bedenksels van mannelijke rockjournalisten ? Colvin knikt en glimlacht : “Alle vrouwen op één hoopje gooien en binnen twee weken op zoek naar de nieuwste hype ? Ach, het zou aardig zijn mocht het patriarchaat ook in de rockjournalistiek verdwijnen. Kun je je zo’n kop voorstellen : ‘Fantastische, nieuwe groep mannelijke artiesten’ ? “

Shawn Colvin : “Is het een jongensklub ? Ja, maar ik heb nooit anders geweten. Ik heb mijn hele leven in bands gespeeld met mannen, nooit vrouwen. De grote direkteur van mijn platenlabel is een man en iedereen huivert voor hem. Er zijn verschillende manieren om oorlog te voeren. De vraag is : moet ik mijn vrouwelijkheid uitspelen om te krijgen wat ik wil of zal het beter lukken als ik een van de jongens word ? ’t Is natuurlijk een akademische vraag voor mij, want ik kàn het tweede sowieso niet aan. Ik wil het trouwens ook niet. Het zit er dus dik in dat ik nooit de status van Madonna zal bereiken (lacht). Ik heb kontrole over mijn songs en over mijn teksten. Voorlopig kan dat volstaan : ik breng niet genoeg op om eisen te kunnen stellen over mijn image, dus ben ik blij met wat ik heb. Ik ben geen 25-jarige Liz Phair meer die om het ander woord fuck roept en die men dus kan ‘verkopen’ als een alternatief. “

En toch, dringen wij aan : de openheid en kwetsbaarheid van vrouwen vinden wij niet terug in het werk van mannen een monument als Neil Young en nog een handvol witte merels daargelaten. “Kwetsbaarheid en eerlijkheid gaan altijd hand in hand, ” zegt Heather Nova. “Als schrijfster ben ik daar niet bewust mee bezig, ik denk nooit : ik moet hier iets bewijzen, een standpunt verwoorden. Ik begrijp dus niet goed waarom er zoveel ophef wordt gemaakt over de vrouwelijke school. Er is natuurlijk de vaststelling dat vrouwen vandaag meer in een song kunnen poneren, zich meer open en bloot opstellen dan mannen. En da’s wonderbaarlijk. Tenminste, als je vrouw bent toch (lacht). Ik zou dit decennium niet graag man zijn. Mijn nicht heeft pas een dochter gekregen en iedereen is door het dolle heen : terecht, dit zijn prachttijden voor vrouwen en meisjes. Ik heb mijn laatste cd dan ook aan haar opgedragen, Signe Savannah. Er zijn natuurlijk mannen die zowel hun mannelijke als vrouwelijke kant onderkennen : dat zijn de prachtigste mensen én artiesten. Jeff Buckley bijvoorbeeld. De komplete antitese van iemand als Jon Bon Jovi. “

Sophie B. Hawkins gaat nog een stap verder : “Waarom zijn mannen daar zo bang van ? Ik vraag me soms af of er wel één mannelijk artiest is die kompleet open is in zijn werk. Voor vrouwen is het een noodzaak. Ik kan meer open zijn in mijn songs dan in mijn leven. Ik ben niet verantwoordelijk voor de mensheid, maar wel om zo diep mogelijk in mezelf te wroeten. “

“Ik ben een vrouw die niet bang is om haar gevoelens te tonen, ” zegt Jhelisa. “Ik voel me zelfs beter als ik dat kan. Misschien dat ik het hier en daar iets dubbelzinniger maak, maar het gaat altijd om mij. Staat mijn cd vol met ‘I don’t’ en ‘I won’t’ ? Da’s de baby in mij, die pas begint te lopen en die zijn terrein begint af te bakenen. Het leven blijft een uitdaging en het gevoel van triomf heb ik iedere keer ik iets nieuws probeer. Of ik luk dan wel misluk, laat ik aan anderen over. Ik heb een plaat gemaakt, ik heb mezelf blootgegeven, ik stel me kwetsbaar op. Hoe anderen daarop reageren, is hun zaak. Het gaat mij om meer dan aanbidding en glamour. Ik ben geen godin. Ik hoop dat men mij nooit als snoepje behandelt, zoals in de popmuziek : je kauwt er een paar minuten op en je slikt het door of je spuwt het uit. “

Als we er, na wikken en nog meer wikken, op uitkomen dat er dan toch iets als een prominenter wordende groep wroetende vrouwen opgestaan is, mogen we dan de vraag stellen : waarom juist nu ? Sophie B. Hawkins heeft de meest uitgesproken teorie : “Het kan geen toeval zijn dat juist nu zoveel vrouwen zoveel impact hebben, ook op mannen. Het heeft iets met de behoefte aan menselijkheid te maken, denk ik. Het is trouwens opvallend dat alleen mannen ons hierover aanspreken ; voor vrouwen is het geaccepteerd. Waarom nu ? Omdat de wereld een ruïne is. Het lijden is zo groot geworden en zo ondraaglijk dat het niet meer uit te houden is. Vooral in New York kun je dat bijna tastbaar voelen : waarom zouden we nog die waarden aankleven, die ons allemaal zo miserabel maken en ons leven om zeep helpen ? Vlak voor een grote verandering, zie je dat mensen fanatiek vasthouden aan iets. Neem bodybuilding : die hele cultus is zo vals als maar kan zijn, maar toch klampt men zich eraan vast omdat men bang is voor de nieuwe maatschappij waarin het innerlijke zal primeren op de vorm. Ook in die optiek heb ik die naaktfoto’s laten maken. Steeds meer mensen snappen dat en daarom worden wij vrouwen ook steeds meer geapprecieerd. “

(“Cover girl” van Shawn Colvin is verschenen bij Columbia, “Oyster” van Heather Nova bij Butterfly/Big Life, “Whaler” van Sophie B. Hawkins bij Columbia en “Galactica Rush” van Jhelisa bij Dorado.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content