De vrouw, de leeuwen, de kat en het water

Maquette van Atelier Bow-Wow. © gf

In Venetië loopt nog tot eind november de twaalfde Internationale Architectuur Biënnale, waarin ’s werelds meest toonaangevende architecten hun werk tonen. De critici zijn het eens dat dit een van de beste edities sinds jaren is. Dat is de verdienste van de Japanse architecte Kazuyo Sejima.

De Internationale Architectuur Biënnale is een grote tentoonstelling die grotendeels plaatsvindt in de paviljoenen in de Giardini, ten oosten van het stadscentrum, en in het Arsenale, de voormalige scheepswerf. Er zijn twee soorten deelnemers : nationale inzendingen (zoals bij het Eurovisiesongfestival) en individuele architectuurbureaus die uitgenodigd zijn door de directeur van de Biënnale. Dat is deze editie de Japanse architecte Kazuyo Sejima, die samen met Ryue Nishizawa het bureau Sanaa leidt, dat eerder dit jaar de toonaangevende Pritzker Architecture Prize in ontvangst mocht nemen. Zij verdienden die volgens de jury “omdat hun architectuur tegelijk krachtig en delicaat is, precies en vloeiend. Ze onderzoeken de ideeën van lichtheid en transparantie en verleggen de grenzen van beide concepten.”

Wie haar werk kent, is niet verbaasd over het thema dat Kazuyo Sejima voor deze Biënnale koos : People meet in architecture. “Architectuur is altijd een reflectie geweest van een collectief bewustzijn, het is een fysieke inkapseling van onze evoluerende levensstijlen”, legt ze uit in de catalogus. Ze wil dat elke deelnemer het thema op een unieke wijze interpreteert. Het Belgisch paviljoen doet dat letterlijk. Het Brusselse collectief Rotor deed een uitgebreid onderzoek naar hoe een gebouw reageert op menselijk gebruik en toont tapijten, liftdeuren, handvaten of stoepranden die afgesleten of verkleurd zijn, met vlekken en putten. “We tonen dat er een contrast is tussen een ideaal materiaal en een materiaal zoals het gebruikt wordt”, verduidelijkt Rotorlid Maarten Gielen. “Van hout weten we dat het een patine krijgt, van leder ook, maar van andere materialen vergeten we dat soms. Zulke menselijke sporen kunnen een onbewuste handleiding zijn voor het gebruik van een gebouw.”

Het is onmogelijk om hun gebouwen écht naar Venetië te halen en dus moeten architecten creatief zijn met plannen, teke-ningen, video’s en foto’s om hun werk samen te vatten. Of met maquettes in alle afmetingen en materialen : blauwe doorkijkstof, millimeterdunne draadjes bij Junya Ishigami, hout bij Mumbai Architects, of (nep)goud in het Egyptisch paviljoen. Architecten De Vylder Vinck Taillieu Architecten uit Gent presenteren zelfs zeven verschillende versies van hun (nog ongebouwde) project voor Ordos in China. De meest indrukwekkende is een grote maquette (zeven keer kleiner dan the real thing) met een spiegel onder, waardoor de structuur binnenin zichtbaar wordt. Zo kan zelfs een leek plannen lezen.

Ook over de stad wordt flink nagedacht : Denemarken doet dat rond Kopenhagen, Andrea Branzi rond Athene, Frankrijk over al haar metropolissen, Japan over Tokio, Korea over Seoul. Aldo Cibic ziet oplossingen in wat hij omschrijft als microrealiteiten : hij stelt openbare tuinen, natuur en water in de stad voor. Nederland denkt aan alle tijdelijk leegstaande en ongebruikte gebouwen, Bahrein aan zijn veranderende kustlijn, en Finland aan zijn scholen. Sommige architecten werken vooral op de zintuigen : er is een regen- en lichtspektakel van Olafur Eliasson, er is een koorlied geschreven voor een zaal vol pilaren, een vederlichte koepel uit houten balkjes, en een cirkelend parcours door de wolken. Er zijn opvallend veel planten en bomen. Griekenland bracht een ark boordevol zaden mee, de Serviërs rijdende bloembakken, en de Nederlander Piet Oudolf legde een complete zomertuin aan.

“Coherentie is saai”

Op het balkon van het Palazzo Giustinian aan het Canal Grande leunt ze over de stenen balustrade, een sigaret in de hand : de 54-jarige Kazuyo Sejima. Het roken heeft haar stem lager gemaakt, de vele interviews nog meer. Ik ben de voorlaatste journalist die ze vandaag ziet passeren. En toch blijft ze vriendelijk en zeer geconcentreerd antwoorden. Haar jurk heeft de kleur van de wolken achter haar : koraaloranjeroze.

Moet architectuur de wereldproblemen van vandaag oplossen ?

Kazuyo Sejima : Ik wil gebouwen maken die in relatie staan tot de maatschappij. Er zijn zoveel verschillende types problemen. Voor elk gebouw dat wij maken, proberen we te kijken wat de beste oplossing is.

Kan architectuur mensen veranderen ?

Natuurlijk verandert technologie mensen, maar ook gebouwen en de relatie tussen gebouwen doet dat. De relatie tussen deze kamer en die kamer bepaalt hoe jij ze zal gebruiken. Sommige zaken kunnen wij als architecten bewust beïnvloeden, andere effecten zijn onbewuster. Sorry, ik ben je vraag vergeten…

Of architectuur mensen kunnen veranderen ?

Zeker, soms kunnen ze dat. En mensen kunnen architectuur ook veranderen !

Is dat de reden waarom je als thema voor deze Biennale ‘people meet in architecture’ uitkoos ?

Ik heb dit thema bedoeld in de meest algemene zin. Ik hoopte dat alle 48 architecten die ik geselecteerd heb dat op een andere manier zouden interpreteren.

U hebt nu alle projecten gezien : hebben ze dat ook gedaan ?

Ik had natuurlijk al op voorhand gezien, gehoord of gemaild gekregen wat iedereen ging voorstellen, maar toch zijn de finale projecten nog verrassend, zeker als je alles zo samen ziet. Ik ben heel blij. Ik wil een coherent geheel, maar het mag niet saai worden. Het moet divers blijven. Elk bureau toont een eigen uniek standpunt.

Ik koos wie op welke plek exposeert. In vorige edities kwam het voor dat er verschillende architecten in één ruimte terechtkwamen, maar dit jaar wilde ik in de plaats daarvan slechts één participant in elke kamer. Want ik denk dat een architect zijn of haar werk niet kan tonen tussen andere architecten. Het is net een deel van de job van een architect om over ruimte na te denken en ruimte te gebruiken als me-dium. Dus in elke kamer wordt iedereen zijn eigen curator. Zo kan die kamer een nieuw project worden voor de deelnemers. Of een experiment ook. De Arsenale en de Giardini zijn fantastische plekken, en toch hebben de architecten die ruimtes nog mooier gemaakt. Wat ik heb geprobeerd is om een ritme te creëren, zodat de verschillende voorstellingen elkaar mooi opvolgden.

U selecteerde twee Belgische bureaus. Hebben zij het goed gedaan, vindt u ?

Ik hou van het project van De Vylder Vinck Taillieu. Ze kregen een erg moeilijke kamer toegewezen door mij, met een nooduitgang en een trap erin. Maar ze gebruikten die ruimte op een mooie manier. Ik ben erg trots.

Ook de andere Belgen, Office Kersten Geers David Van Severen, toonden zich sterk. Ze creëerden een erg simpele structuur in de tuin. Het is een mooie galerie geworden. Ze hebben de mogelijkheden van die plek getoond.

Denkt u dat de hedendaagse architecten genoeg vooruitblikken ?

Sommigen wel, anderen niet. Maar dat is geen probleem van architecten alleen. De wereld in het algemeen is conservatiever geworden. Natuurlijk moeten architecten zichzelf daarin controleren en luisteren naar de maatschappij. En naar hun opdrachtgevers. Maar een creatief proces vraagt teamwork. Niet alleen tussen architecten, maar ook met ingenieurs en tradi-tionele vaklui. We hebben nog nooit een gebouw samen gemaakt met een artiest, maar soms neemt een artiest bijvoorbeeld een foto en dan doet die foto ons aan iets denken en werkt die inspirerend. Het is soms een risico om te discussiëren, maar het leidt tot een beter resultaat. En nu ben ik moe. Bedankt voor je vragen.

Ze staat op, neemt een sigaret en stapt door de deur het balkon weer op.

Door leen creve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content