Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

De reiziger heeft weer vertrouwen in Egypte. En het land doet moeite om de veiligheid te waarborgen en de kwaliteit op te drijven.

Tessa Vermeiren

Als we opstijgen op Zaventem begint de boodschap uit de cockpit met ?In de naam van Allah de allerhoogste…? Dit kan alleen een mooie passage naar de oevers van de Nijl worden, denk ik bij mezelf. Maar helaas : ergens boven de Alpen verliest het vliegtuig hoogte en snelheid. Zonder nog om Allah te malen, deelt de captain ons mee dat we een ?normale? landing in Milaan maken. Voor het eerst in dertig jaar knijp ik met witte kneukels in de leuningen van mijn stoel. Wanneer het vliegtuig toch zacht neerkomt op het tarmac in Milaan, kan er een gefluisterd Ilhamdulillah af, god zij geloofd. Dat we daarna midden in de nacht in Caïro aankomen in plaats van in Luxor, het zal me een zorg wezen. ? A snag with the third wire?, zegt de buikschuddende captain, die de angst van zijn passagiers blijkbaar vermakelijk vindt. Wat die derde draad ook mag zijn, Horus heeft ons beschermd voor onheil.

Aswan : een rit door een woestijnlandschap, met verdekt opgestelde legervliegtuigen. Dit is een strategisch belangrijk gebied. Wie de grote Nasserdam op de Nijl treft, raakt Egypte in zijn vitaal orgaan, dat energie levert en de vruchtbaarheid van het land regelt. Er is de nabije grens met Soedan, waar volgens de Egyptische regering fundamentalistische terroristen opgeleid worden in groene kampen die men ként, maar waartegen men weinig kan doen.

In het land zelf werden de veiligheidsmaatregelen nog verstrengd sinds de aanslag op 18 Griekse toeristen in het voorjaar. En het is waar, Egypte heeft geen monopolie : er waren de bommen in Parijs vorig jaar, en deze zomer de Eta-aanslagen aan de Spaanse oostkust en de explosie in Atlanta. Mamdouh El-Beltagui, minister voor Toerisme, zei ons in mei : ?In de periode 1992-1994 werden 8 toeristen het slachtoffer van geweld in Egypte. Daarna was het rustig, tot die jammerlijke aanslag bij de piramiden. Maar ook in Parijs en in Londen zijn er terroristische aanslagen. De Egyptenaren zijn zelf fel geschokt door het geweld, en werken mee met de politie om daders en aanstokers te ontmaskeren. Midden-Egypte blijft een onzeker gebied, daar proberen we toeristen dan ook weg te houden. Overigens blijkt uit een recent Interpolrapport dat Egypte een van de laagste misdaadcijfers ter wereld heeft. Bijna 300.000 Israeli’s bezochten Egypte in 1995, en u weet hoe hoog hun eisen zijn als het om veiligheid gaat.?

In Opper-Egypte en in Caïro zijn leger en toeristenpolitie overal aanwezig. Wie van Aswan naar Aboe Simbel de drie uur durende rit door de woestijn wil maken, moet in karavaan rijden onder gewapende begeleiding. Bij het heenrijden zit in onze bus een agent in burger met een pistool in een heupholster. Bij het terugkeren, zonder de karavaan, is er geen veiligheidsagent meer te bespeuren. Bij de piramiden in de omgeving van het Oberoi Mena House hotel staat bijna permanent een bus met gewapende soldaten paraat. Op de Nijlcruiser, de Oberoi Philae, staat achter de deur naar de machinekamer een gewapend bemanningslid, maar de controle op wie de boot op- en afgaat is er niet altijd even strikt. Mamdouh El-Beltagui, een van de meest geviseerde gezagsdragers, heeft zijn kantoor in een flatgebouw van Heliopolis, waar in de voordeur het glas ontbreekt. Achter die gehavende deur zit wél een indrukwekkend legertje bewakers.

Egypte is een van de meest tolerante en liberale landen in de Arabische wereld. Hoewel je het natuurlijk in een vrome stad als Esna niet zo ver moet drijven om in short, met diep decolleté en blote schouders door de straten te lopen. Dat de toeristenpolitie zo schaars geklede dames beleefd terug naar de boot dirigeert, is toch niet zo vreemd.

Terug naar Aswan, waar François Mitterrand de laatste kerstdagen van zijn leven doorbracht in het romantische Old Cataract Hotel. Een veerpont brengt ons van de oostelijke naar de westelijke oever van de Nijl, naar de Oberoi Philae, pas sinds februari 1996 in de vaart en gebouwd als een Amerikaanse rivierboot met schepraderen. In de lobby, de bar en de kamers waan je je in een Frans luxehotelletje, ware het niet dat het zonneterras een uitzicht biedt op de diepgroene oostelijke Nijloever en op de westelijke oever met zijn goudroze woestijnduinen. Later brengt een feloek ons langs de tropische tuinen op het Kitchner-eiland, langs het mausoleum van de Aga Khan, het olifanteneiland. En dan gaat het verder naar de tempel van Philae, een van die wonderen die archeologen onder auspiciën van de Unesco hier verricht hebben in de jaren zestig, toen de grote stuwdam gebouwd werd ; 60.000 Nubiërs werden door het water van hun land verjaagd, en een aantal tempels dreigden verzwolgen te worden. Philae en Aboe Simbel zijn twee van de meest opmerkelijke prestaties. De tempel van Philae werd van zijn oorspronkelijke plaats naar het eiland Agilkia verhuisd, waarvan de vorm werd aangepast met kunstwerken. Het verhaal van Abu Simbel is nog sterker, en de hele onderliggende techniek wordt dan ook met trots aan de bezoeker getoond. Zelfs al houdt hij er een gevoel aan over in een gesofisticeerd filmdecor rond te lopen. De tempel werd in blokken gezaagd en 180 meter verder landinwaarts en 64 meter hoger tegen een enorme betonkoepel weer als een puzzel opgebouwd. De precisie waarmee dit gebeurde is zo groot dat de zonnestralen die vroeger op 20 februari en 20 oktober tot in het zeer diepgelegen heiligste der heiligen vielen, dat nu door de verhoging exact een dag later doen. Tijdstippen die je als bezoeker beter vermijdt, omdat de tempel van Ramses II dan overrompeld wordt.

De Oberoi Philae glijdt ’s middags verder, van Aswan richting Kom Ombo. Het is begin juni en 40 graden in de schaduw, alleen op het lommerrijke kamerterrasje is het uit te houden. Kijkend naar muilezels, jongetjes die op de oever spelen, meisjes die wuiven uit een raam. Bij de tempel van Kom Ombo is het ongekend rustig. In de soek van Aswan was het slalommen tussen mannen die je hun winkel in wilden lokken. Hier heeft de toeristenpolitie een witte lijn getrokken. De verkopers mogen er met een voet over, bij de tweede voet over de lijn worden ze beboet. Als je het zelf waagt om met twee voeten in de ander richting over de lijn te stappen, ben je verloren, want dan sta je in de winkel. ’s Avonds leggen we aan in Edfu, en in de bar breekt een vrolijk feest los waarbij een deel van het Europees vrouwelijk gezelschap zich overgeeft aan een poging tot wulps buikdansen. De bemanning schuift de gordijnen aan de kant van de kade discreet dicht. Men moet de vrome moslim niet provoceren…

’s Anderendaags gaan de calèches in stoet naar de tempel van Horus. De magere afgepeigerde paarden lopen bedrukt tot in de tempelingang, waar een nerveuze drukt heerst. Italiaanse toeristen palmen de heilige ruimten in met profaan lawaai. Ondanks de fascinerende reliëfs en het goedbewaarde heilige der heiligen (dat op een ontroerende manier belicht wordt door een oude man die met een stuk blik de zonnestralen vangt), wil ik hier zo snel mogelijk weg. Het is niet moeilijk om in Egypte een tempelindigestie te krijgen. In Esna later op de dag heb ik dan ook meer oog voor de lepreuze paleizen uit de koloniale tijd.

We varen af naar Luxor via een enorm sluizencomplex ; nu is de Nijl aan weerszijden afgezoomd met een strook van groen. De tempel van Karnak zie ik voor het eerst ’s avonds bij het klank- en lichtspel, geloofd zij de gloeilampenfabriek uit Eindhoven. Ik stroom mee met de massa langs de sfinxen met hun rammenkoppen tussen de zuilen, waar het donker alle sporen van het heden uitwist. Later, boven het heilige meer gezeten met in de verte de lichtjes van Thebe, dringt de grootsheid van dit machtscentrum ten volle door. ’s Anderendaags rijden we naar de Koningsvallei. Over Luxor en Thebe verspreid ligt een tiende van het wereldkunstpatrimonium. Het is te veel om in één reis te bevatten. Achtereenvolgens de tempel van de vrouwelijke farao Hatsjepoet zien in Deir al Bahir, de kolossen van Memnon en een rij koningsgraven in het gebergte uitgehouwen, na al het voorgaande… Niets van al deze imposante constructies verbaast je nog op de duur. En dan ben je een van de 150 bezoekers per dag die toegang krijgt tot het pas geopende graf van Nefertare dat met fondsen van de Amerikaanse Paul Getty Foundation in ere werd hersteld. De kleuren, waaraan niet werd geraakt, zijn fris alsof ze gisteren werden gepenseeld, de taferelen van een onaardse volmaaktheid. De blasé reiziger, die alles heeft gezien, staat geraakt tot in het diepste van de ziel sprakeloos te kijken.

En hier mag de reis eindigen : het lawaaierige, stoffige Caïro is een verhaal op zich. Een verhaal van deze jachtige tijd. Nefertare is een fragment van duizenden jaren terug, maar door zijn rustige menselijkheid zo nabij.

Boven : de eenzame kolossen van Memnon in Thebe. Onder links : in de tempel van Philae nabij Aswan. Onder rechts : op de Nijl in Aswan verdienen Nubiërs uit het zuiden hun boterham in het toerisme.

V.l.n.r. : het Old Cataract Hotel in Aswan, waar François Mitterrand een vaste gast was ; perspectief in bloedheet Kom Ombo ; het mausoleum van de Aga Khan vanop Kitchner Island in Aswan.

Partner Content