Een hedendaags interieur en een tuin zonder onderhoud en zonder bloemen. Zo luidde de opdracht voor architecte Annemie Demeulemeester en tuinarchitect Denis Dujardin.

:: Denis Dujardin :056 32 63 27.

Tinel Interiors :09 232 23 09.

Annemie Demeulemeester: 056 61 10 70.

Met een zeldzame helderheid en beslistheid hebben de eigenaren van dit pand hun wensen kenbaar gemaakt aan de interieur- en de tuinarchitect : “Wij kozen resoluut voor een zeer hedendaagse leefomgeving, waarin het esthetische spel van lijnen een hoofdrol speelt. Vanuit zintuiglijk oogpunt wilden we de ruimte lijfelijk ervaren en vooral veel natuurlijk licht binnenlaten. De tuin is voor ons een verlengstuk van het huis. Het interieur moest buiten een vervolg krijgen. Bovendien wilden we een tuin met een minimum aan onderhoud en geen bloemen, wat meteen ook weinig kleur impliceert.”

Wanneer je het huis binnenkomt, word je meteen geconfronteerd met een levensvisie. Fundamenteel en niet mis te verstaan, ook zonder woorden : “Alles wat riekt naar uiterlijk vertoon, ergert ons”, zeggen de bewoners. “Voor ons draait het leven om de vriendenkring, een kleine groep van mensen die ons waardeert en vice versa. Die intimiteit wilden we terugvinden in het interieur. Hoewel niet onmiddellijk : zowel in het huis als in de tuin zit een soort voortgang. Naarmate je verder gaat, groeit de sfeer van huiselijkheid. Dat zul je nog het meest voelen in de tuin, wanneer de bamboe hoog genoeg zal zijn om de eetkamer achter een scherm van groen te verbergen.”

Annemie Demeulemeester vertrok van een zeer concrete situatie : een oud langgerekt magazijn van baksteen, gelegen in een anonieme straat net buiten het centrum van een modale Vlaamse stad. Vandaag herinnert haast niets meer aan die oorspronkelijke constructie : de gevel kreeg een nieuwe façade van ondoorzichtig eterniet. Aan die kant, de straatkant, liggen de functionele ruimtes : hal, garage en washok op de gelijkvloerse verdieping, en op de eerste etage een werkkamer. Een deur en een halfoverdekte ruimte – ingericht met een bistrotafel en twee Philippe Starck-stoelen ( The Club) – scheiden het functionele gedeelte van de eigenlijke privé-vertrekken. Die bevinden zich in een nieuw opgetrokken gedeelte : een langwerpige rechthoek, met aan de westkant een lange gevel, bekleed met aluminium en van de buren gescheiden door een open doorgang. Zowel de bekleding van de gevel als die van de vloer – een afwisseling van gepolijste betonnen tegels en grof kiezel – accentueren het perspectief.

Dominant grijs

Van het eerste buitensalonnetje geeft een grote transparante deur – die draait om een centrale as – toegang tot de woonruimte. De deur en de ruimte erachter zijn zo opvallend, dat je nauwelijks let op de metalen draaitrap die naar de enige slaapkamer voert. Ook binnen werd gekozen voor robuuste materialen : gepolijst en gekleurd beton voor de vloeren, metaal en glas voor het plafond en een groot deel van de muren. Door grote schuiframen op het zuiden en het westen, en uitsparingen in het dak valt het zonlicht royaal binnen.

De zitkamer grenst aan de tuin : een lage tafel, een sofa en twee clubfau- teuils. De oostelijke muur – gemeenschappelijk met de buren – wordt geaccentueerd door een tablet over de gehele lengte, bekleed met fineer van Zebrano, een West-Afrikaanse houtsoort : “Dit hout met zijn fijne lijnenspel hebben we enkele jaren geleden ontdekt tijdens de Interieur Biënnale in Kortrijk. En we hebben gekozen voor hout als contrast met het dominante grijze van beton en metaal.” Waar de bewoners het meeste belang aan hechten, staat centraal in de ruimte : de eettafel – eveneens met Zebrano-fineer – vormt een geheel met het kookeiland en de bar, met zijn opvallende rode krukjes ( Bask van Bonaldo). Errond staan acht comfortabele stoelen. “De tafel is in onze ogen ontzettend belangrijk. Wij houden van koken en experimenteren met verschillende smaken uit de wereldkeuken. Deze opstelling laat ons toe om thema-etentjes te organiseren, altijd voor een kleine groep vrienden.”

Nu de dagen langer worden, wacht een andere tafel op gasten : die staat achter in de tuin onder een hedendaagse pergola, getekend door Peter Tinel. Die ruimte is opgevat als een tuinkamer met een tafel, een werkblad annex bar en een platte afdekking die rust op een structuur van gegalvaniseerd staal. Het scherm kan bovendien mee schuiven met de zon en op elk moment van de dag schaduw geven. “Het feit dat de tuin is samengesteld uit twee aan elkaar grenzende percelen die niet loodrecht op elkaar staan, gaf mij de kans een geheime tuin te ontwerpen. In de toekomst, wanneer de Semiarundinaria fastuosa volgroeid zijn, ontstaat er een afgeschermde groene kamer die langs een smal pad van blauw vergruisd glas bereikt wordt.” Wie het werk van Denis Dujardin en vooral zijn diepgewortelde liefde voor vaste planten kent, zal verbaasd zijn over deze merkwaardige creatie. “De opdracht was duidelijk : weinig planten, weinig onderhoud, weinig kleur en geen bloemen. Ik heb drie planten gebruikt. Taxus baccata die hier en daar een scheidingswand zal vormen, bamboe voor het verticale accent en laag bij de grond Ophiopogon ‘Nigrescens’ voor de kleur de bladeren. Die zwarte massa zal een interessant contrast vormen met het groen en herinnert tegelijk aan het gepolijste beton in het interieur.”

Koopjesdag

De tuinarchitect begon met het vastleggen van het rustpunt in de tuin : een waterpartij van twee meter breed en 1,80 meter diep, net breed genoeg om erin te zwemmen. De kleinere vijver naast het huis is een minizuiveringsstation. Beide staan met elkaar in verbinding door een pompsysteem. Het beeld van de zwemstrook herinnert aan de slotgrachten van weleer. Ook hier heeft het de functie van een natuurlijke bar- rière : om aan de overkant te komen, moet je over een smalle, ijzeren brug die onderbroken is door een gat van zo’n veertig centimeter. Dujardin : “Dat heeft een functie : de eigenaren hebben een hondje dat ze niet zomaar in de tuin willen loslaten. Dat gat is voor hem een onoverkomelijke grens. Maar het vraagt aandacht van iedere passant. Gedachteloos oversteken kan niet zomaar, en je wordt je bewust van het theatrale dat de bewoners beoogden.” De keuze voor kunstgras is bijna anekdotisch : een intrigerend materiaal op zich, maar eigenlijk louter en alleen een antwoord op de vraag om het onderhoud tot het absolute minimum te beperken. Veel belangrijker in het concept zijn de parallelle strepen en de grote stukken blauwe steen die het lijnenspel accentueren. Deze verwijzing naar de aarde en natuurlijke mineralen is een terugkerend thema in het werk van Denis Dujardin. Als een soort leidmotief. “Het is een manier om de ruimte te vergroten. Hiermee suggereer ik dat de zaken verder lopen, ook buiten dit perceel”, verklaart Dujardin die ook de kleurkeuze heeft bepaald. “Het oranje contrasteert mooi met het zwarte van Ophiopogon. Persoonlijk vind ik dat die twee een sterk duo vormen.” De eigenaren zochten het meubilair uit. Zo plaatsten ze rond de tafel onder de pergola zes Air Chairs, de praktische en comfortabele stoelen die Jasper Morrison tekende voor Magis. De paardjes en de lage stoelen hebben ze toevallig ontdekt tijdens een koopjesdag bij Ikea. Een opmerkelijke tuin, beladen met symbolen en een letterlijk verlengstuk van het huis ; maar ook een intrigerend hoofdstuk in de carrière van Denis Dujardin.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

De architecte vertrok van een oud, langgerekt magazijn van baksteen. Vandaag is er niets meer dat aan die oorspronkelijke constructie herinnert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content