Twee moderne zieners werpen op een godvergeten plek in de natuur een blik op de 21ste eeuw. Herman Konings en Koen Raes zijn de trendwatcher en de filosoof van dienst.

Het oorspronkelijke idee was eenvoudig, zelfs primitief: “Laat twee hedendaagse zieners ver weg van de wereldse drukte vooruitblikken op de 21ste eeuw.” Eerst wilden we hen naar de woestijn of de noordpool sturen, maar praktische overwegingen wezen de Hoge Veluwe aan. De “zandverstuiving” was volgens kenners een unieke plek voor reflectie, en leek ook ons een gepast oord om een tent op te zetten en een vuur aan te maken. Maar zelfs dat bleek op het einde van de 20ste eeuw niet zo eenvoudig te zijn, en uiteindelijk belandden de trendwatcher en de filosoof voor het haardvuur van een uitstekend vijfsterrenhotel.

Als de manager van De Keizerskroon verneemt wie zijn Vlaamse gasten zijn, vraagt hij hen aan welke eisen een goed hotel in de volgende eeuw moet voldoen. “Story-telling wordt steeds belangrijker”, zegt de trendwatcher. “In deze tijd van telecommunicatie en hoogtechnologische ontwikkelingen snakken de mensen naar een authentiek en kleurrijk verhaal. Standaardformules en anonieme dienstverlening hebben afgedaan.” De hotelbaas lacht tevreden. Hij zit goed voor de toekomst, want hotel De Keizerskroon kent vele vorstelijke verhalen en dankt zijn naam aan een van zijn eerste gasten, tsaar Peter de Grote.

“Nog meer?” vraagt de man nieuwsgierig, en zijn gast vertelt dat de 21ste eeuw een zachte eeuw zal worden met veel nadruk op emotie, ethiek en ecologie, dat er steeds meer waardering komt voor mensen die lekker koken of veel reizen, dat er een toenemende behoefte is aan een goed gesprek, dat het vertrouwen in de wetenschap en de technologische vooruitgang ongemeen groot is.

Het zijn slechts enkele van de vele trends die hij uit zijn voorspellend marktonderzoek TeyeME ( eye in TIME) heeft gedistilleerd. “Trends zijn voorspellingen en verwachtingen voor de volgende vijf à tien jaar”, legt Herman Konings uit. “Als psycholoog bestudeer ik veranderingen in de samenleving, vooral op consumptievlak. Ik verzamel literatuur en speur het Internet af, voortdurend op zoek naar nieuwe trends en tendensen. Eigenlijk observeer ik gewoon wat er in de samenleving gebeurt. Boeiend en fascinerend, al besef ik maar al te goed dat de wereld er niet beter of mooier van zal worden. Toch noem ik mezelf liever geen trendwatcher. Ik vind het een vreselijke term, zo vaag en blasé. Je wordt zo snel verkeerd beoordeeld en op één hoopje gegooid met trendgoeroes die eender wat beweren en voortdurend van mening veranderen, afhankelijk van uit welke hoek de wind waait. Deze lui zijn louter commercieel bezig en flirten schaamteloos met de media, zonder enig engagement, wars van elke visie. Zelf hou ik ook van provoceren, maar mijn uitspraken zijn altijd op feiten gebaseerd. Voor het TeyeME-onderzoek hebben we 240 diepte-interviews en 1000 straatenquêtes gedaan. Zo’n uitgebreide bevraging legt nieuwe ontwikkelingen in de samenleving bloot, en is allesbehalve oppervlakkig of onwetenschappelijk. Het resultaat zijn feiten die je niet kunt negeren. Dus zet ik liever psycholoog op mijn paspoort: ik bestudeer het gedrag van mensen, maar voel geen enkele drang om daar iets mee te doen. Maar als jullie mij graag trendwatcher noemen, so be it.”

“Ik geloof niet dat jij louter de feiten registreert”, merkt filosoof Koen Raes nuchter op. “Wie alleen naar de feiten kijkt, doet de werkelijkheid geweld aan. Als ik zeg dat er tijdens de oorlog miljoenen joden zijn gestorven, is dat ongetwijfeld waar. Maar is het niet veel juister om te beweren dat er zes miljoen joden werden vermoord? Feiten en waarden kan je onmogelijk scheiden.

Ik heb rechten en moraalfilosofie gestudeerd omdat ik deze samenleving onvoorstelbaar onrechtvaardig vond en diep geschokt was door de verkwisting van mensen en talenten. Ik behoorde tot de generatie die bezig was met de Noord-Zuidproblematiek, de klassenstrijd en het marxisme, maar raakte steeds meer gefascineerd door het gewone, dagelijkse leven van mensen. Daar vond ik oplossingen voor de vragen die ik vroeger niet kon beantwoorden. Daar moet je de samenleving rechtvaardiger en gelijker maken, besefte ik. Hoe kan je in godsnaam over de pijn van het zijn en de smart van het hart filosoferen zonder te weten hoe de mensen zijn en wat ze denken? Maar ook omgekeerd kan je geen feiten bekijken zonder een standpunt in te nemen.”

“Jouw drijfveer is gramschap, de mijne is neutraal”, merkt Herman Konings nuchter op.

“Neutraliteit bestaat niet”, houdt Koen Raes vol.

Hiermee is de toon gezet. Niet alleen de bril waardoor deze twee heren naar de 21ste eeuw kijken is verschillend, ze lijken elkaars blik ook lichtjes te wantrouwen.

Tijdens het diner zijn ze onderhoudend, geestig en beleefd. Ze grappen en luisteren naar elkaars verhalen, al is het soms met enig ongeduld en een vleugje ironie.

De trendwatcher vertelt over een vrouw die wereldberoemd werd toen ze zichzelf Faith Popcorn noemde en de term cocooning lanceerde. Andere trendwatchers hadden al eerder over staying at home gesproken, maar het was de cocoontrend die wereldwijd een gigantische commerciële molen deed draaien. Idem met de nieuwste beehiving-trend: steeds meer bepalen de gemeenschappelijk interesses en hobby’s van mensen met wie ze optrekken en wie hun vrienden zijn.

“Weet je waarom men tegenwoordig zo graag over beehiving spreekt?” vraagt de trendwatcher, en hij geeft zelf het antwoord. “Omdat het een sexy term is die goed klinkt in de media en de massa aanspreekt.

“Dat is het nu juist”, repliceert de filosoof minzaam. “Trendwatchers zijn op de eerste plaats trendsetters. Door een fenomeen te benoemen, lanceren ze een trend. En bovendien besteden ze uitsluitend aandacht aan trends die commercieel interessant zijn.”

Een lichte ergernis, een wederzijdse wrevel is onuitgeproken, maar onmiskenbaar aanwezig. Dus is het misschien maar goed dat de plaatselijke boswachter tijdens het dessert komt opdagen met de mededeling dat vuur maken op de Hoge Veluwe onmogelijk want verboden is, maar dat hij, naast zijn bescheiden boswachterswoning, wel voor een vuurpot kan zorgen. Of hij op die manier de toekomstvoorspellingen van de trendwatcher en de filosoof wat extra gloed kan geven? Zijn aanbod wordt in dank aanvaard.

De boswachter is een uiterst vriendelijk en goedgehumeurd man die leeft voor zijn job: “De Hoge Veluwe is een wild natuurgebied met uitgestrekte heidevelden en imposante bossen waar de sporen van het edelhert, de vos en het everzwijn nooit ver weg zijn. U bevindt zich hier in een prachtig en rustig stuk natuur dat het grootste deel van het jaar gesloten is voor het publiek. Maar wat praat ik toch? Wat ons in de 21ste eeuw te wachten staat, is ongetwijfeld veel belangrijker.”

De trendwatcher en de filosoof zwijgen, want deze opmerking verdraagt geen “ja” en geen “neen”. Maar dat de toekomst er minder idyllisch uitziet dan het sprookjesachtige bos dat als nachtelijk decor fungeert, is voor beiden duidelijk. De eerste en meest belangrijke toekomstverwachting van de filosoof is zelfs ronduit onheilspellend.

Koen Raes: “De overbevolking van deze planeet is een demografische trend die alle andere ontwikkelingen in de volgende eeuw zal overstijgen en ondergraven. De explosieve groei tot 6 miljard mensen – een verdubbeling van de wereldbevolking op nauwelijks 40 jaar tijd – is een tijdbom waarvan we de gevolgen nog onvoldoende beseffen. Het is de ideale kweekvijver voor conflicten, verspilling van grondstoffen, vluchtelingenstromen, volkenmoorden, verbreding van de kloof tussen arm en rijk, milieurampen, epidemies en een nooit geziene productie van menselijk leed. Als we in de 21ste eeuw geen oplossing vinden voor de overbevolking en de gigantische migratiestromen die dat probleem op gang zal brengen, zal er geen 22ste eeuw zijn. Dat is mijn rotsvaste overtuiging. Alleen tegen deze achtergrond zal elke andere ontwikkeling of trend zich afspelen.”

De vlammen in de vuurpot laaien hoog op en de filosoof raakt op dreef, vergeet het boswachtershuisje en de warme wijn, en spreekt als de hoogleraar die die ochtend nog op het spreekgestoelte stond.

Koen Raes: “In de 20ste eeuw dachten we dat we allemaal in hetzelfde schuitje zaten en dat het lot geen onderscheid maakte tussen ons. Dat is trouwens de grondslag van onze sociale zekerheid: we lopen allemaal hetzelfde risico om ziek of werkloos te worden. Maar met de huidige ontwikkelingen in de genetica en de predictieve geneeskunde is dat niet langer vanzelfsprekend. We zullen steeds beter en steeds vroeger weten dat sommige mensen meer kans hebben op een ernstige ziekte, een gehandicapt kind, een afwijking hier of een talent daar. Het lot krijgt steeds minder ruimte, en plots zitten we allemaal in aparte bootjes.

Wie vroeger een mongooltje kreeg, kon rekenen op begrip en medelijden, want elk huisje heeft zijn kruisje. Een mongooltje was een speling van het lot. Zo’n kind moet je aanvaarden. Punt. Het lot maakt mensen mild en verdraagzaam. De nieuwe ontwikkelingen in de genetica zetten het lot buitenspel, geven de mens een keuzemogelijkheid, en maken een mongooltje tot een stommiteit. ‘Waarom nog solidair zijn met die ouders? Ze hebben het toch zelf gezocht? Ze hadden het kind maar moeten aborteren, of ten minste een preventief genetisch onderzoek laten uitvoeren.’ De 21ste eeuw wordt de eeuw van de eigen wil en de eigen keuze. Bewuste ouders kiezen het kind met het gewenste geslacht, de gewenste kenmerken en de gewenste capaciteiten.

Ik pleit voor een herwaardering van het lot. In Noorwegen besliste men enkele jaren geleden de kinderen bij een echtscheiding aan de meest geschikte ouder toe te wijzen. Resultaat: echtscheidingen sleepten jaren aan, want iedereen wilde bewijzen dat hij of zij die meest geschikte ouder was. Toen stelde een filosoof voor om de ouders bij onenigheid te laten dobbelen. Verontwaardiging in de Noorse samenleving! Schande, een filosoof stelt voor om het lot te laten beslissen! Maar is de gedachte dat je in het leven geen geluk hebt gehad niet leefbaarder dan het idee dat je als ouder gebuisd bent?

De eigen wil die het lot verdringt, dat is mijn vrees voor de toekomst.”

Herman Konings: “Mensen zullen inderdaad meer zelf kiezen en zich minder door God, lot of gebod laten leiden, maar dat stemt mij niet pessimistisch. Integendeel, het wordt de eeuw van de waarachtigheid. Wij behoren tot de gelukkige generatie die haar maskers zal afleggen, open kaart zal spelen en eerlijkheid zal appreciëren. Niet alleen in de intieme kring van vrienden en familie, maar ook op het werk zullen we naar meer openheid streven. We zullen niet langer conflicten en meningsverschillen schuwen en we krijgen gemakkelijker toegang tot onze oversten. We spreken onze waarden en normen gemakkelijker uit, net als onze wensen, zwakheden en gemiste kansen. Die trend is volop aan de gang.

Kijk naar de communicatie tussen artsen en patiënten. Er wordt openlijker gepraat, met meer aandacht voor intieme zaken. De patiënt wordt mondiger, eist uitleg of vraagt een second opinion. Kijk naar de opvoeding: de autoriteit van ouders en school taant, en de mening van kinderen wordt steeds belangrijker.”

Deze keer is het de trendwatcher die zich door zijn toekomstbeeld laat meeslepen. “Onze enorme verbondenheid met alles en iedereen – we reizen het Internet en de hele wereld rond – zal een nieuwe gemeenschapszin stimuleren. We zullen meer respect en tolerantie voor anderen aan de dag leggen, meer begrip voor andere levensstijlen en opvattingen.”

“Larie! Onze relaties worden steeds monocultureler”, stelt Koen Raes. “Vroeger had je de zot van de familie, de oom in Amerika, de Franstalige neef, de non, de seniele tante. Een bont allegaartje van ongewilde verbintenissen. In zulke relaties speelt altijd de metafoor van de verloren zoon: ‘Wat je ook doet, jij blijft mijn kind.’ Nu kies je de mensen met wie je omgaat, meestal gelijkgestemden met dezelfde leeftijd, cultuur, achtergrond en interessen. Steeds meer krijgen zelfgekozen relaties voorrang. Nu al zeggen de Nederlanders dat ze hun vrienden belangrijker vinden dan hun familie, en ook ik hoor mijn studenten steeds vaker zeggen dat ze hun vrienden verkiezen boven hun broer of hun zus. Als ze al een broer of zus hebben tenminste.

Weet u dat 90 % van de vriendenkring van mensen met een hogere opleiding ook hoger onderwijs heeft gevolgd? Vriendschapsrelaties bieden heel wat minder variatie dan niet-gekozen verbintenissen.”

“Daar ben ik het niet mee eens”, protesteert Herman Konings. “Met je eigen familie ben je na tien minuten vaak al uitgepraat, terwijl de huidige telecommunicatie je in een mum van tijd met heel verschillende en toch gelijkgestemde mensen in contact kan brengen.”

“En wie maakt van die communicatiemogelijkheden gebruik?” gaat Koen Raes onverstoorbaar verder. “Alleen de assertievelingen en de gefortuneerden onder ons. De uitsluiting wordt alleen maar groter. Naarmate zelfgekozen relaties belangrijker worden, zijn er steeds meer mensen die niét gekozen en niét gewild worden. Vroeger hadden ze tenminste nog een stukje identiteit als lid van een familie, een wijk of een bedrijf. Uit sociologisch onderzoek blijkt dat het aantal zelfdodingen het grootst is bij adolescenten en hoogbejaarden. Zij zitten vaak met het gevoel dat iedereen hen kan missen. Niets is toch zo erg als het besef: ‘Niemand hoeft mij’?

Vroeger geloofde ik, samen met vele anderen, dat al het werk dat machinaal kan uitgevoerd worden mensonwaardig is. Tegenwoordig vind ik dat een wreedaardige stelling. Want eigenlijk zeg je op die manier tegen alle laaggeschoolden: ‘U bent nutteloos, u was er beter niet geweest.’ Misschien moeten we de jobs en de activiteiten die we al te snel waardeloos vonden, dringend herwaarderen, want de uitsluiting van ‘nuttelozen’ wordt wel erg groot.”

“Ik ben niet blind voor de zwakkeren in de samenleving,” zegt Herman Konings koel, “maar trends gaan nu eenmaal om veranderingen – hoe klein ook – in de samenleving. Trends gaan niet om de grote massa. In de marketing heeft men het over de innovators. De rest, de early majority en de late majority, volgt.”

Heel even ontstaat er een woordenwisseling. De klassieke irritaties van het woordenspel. “Laat u mij uitspreken, alstublieft?” “Excuseer, niet ik heb u, maar u heeft mij onderbroken.” Maar het fatsoen en de regels van het spel krijgen weer de bovenhand, en beleefd maar zonder commentaar luisteren de trendwatcher en de filosoof naar elkaars toekomstverwachtingen.

Koen Raes: “In de 21ste eeuw zal ook de strijd tussen producenten en consumenten aan de orde zijn. Zoals je in de VS al handleidingen voor ethisch consumeren, feministisch winkelen of black shopping vindt, zal de consument ook bij ons beseffen dat een onderneming zonder hem geen winst kan maken, en dat hij de macht heeft om een product te boycotten.

Uiteindelijk zal deze strijd niet alleen om het leefmilieu en de kwaliteit van producten gaan, maar om de kwaliteit van het leven zelf. Op die manier zal de 21ste eeuw ook de eeuw van de ethiek worden. Kijk naar de industrialisering van de vleesindustrie en de vruchtbaarheidstechnologie. Overal stuiten we op ethische grenzen.

Nu de grote ideologieën van kerk en politiek hebben afgedaan, zal de ethiek steeds belangrijker worden. Als we nog solidariteit voor elkaar moeten opbrengen, zal het niet langer op basis van belangen maar op basis van morele regels zijn.”

Herman Konings: “Er zijn grote generatieveranderingen en -verschillen op til. De traditionele levensfasen vervagen. Mensen worden niet alleen ouder, maar blijven ook langer gezond en actief. De eerste generatie babyboomers, nu zo’n 50 à 55 jaar oud, vormt een vreemd fenomeen. Het zijn middlescents, middelbare adolescenten, die zich niet bij de actieve senioren of de vijftigplussers rekenen, maar zich veel jonger voelen en gedragen. Uit het TeyeME-onderzoek blijkt dat deze mensen verkiezen om hun kapitaal te besteden aan plezier maken, reizen, eten, sporten en hobby’s, liever dan het als erfgoed aan hun kinderen door te geven. Dat is een radicale trendbreuk.

Omdat deze babyboomers zo talrijk zijn, zal dat tot een enorme spendeer- en consumptiegolf leiden. De groep van gezonde en actieve ouderen zal niet alleen de traditionele markt van vraag en aanbod domineren, maar ook de belangrijkste economische en politieke machtsposities bezetten. De jongeren die daar het slachtoffer van zijn, zullen massaal in opstand komen. Er zullen age wars uitbreken. De generatiekloof zal niet langer door moraal en principes worden veroorzaakt, maar door bezit en geld.

En terwijl de ouderen zich steeds jonger gedragen, zullen kinderen steeds sneller volwassen worden. In de Verenigde Staten zijn er al 14-jarige digi-kids die een eigen bedrijfje opstarten en op het vlak van sales en marketing puik werk leveren. Misschien zullen die jongeren al op hun dertigste met pensioen en pas daarna naar school gaan.”

Koen Raes: “De 21ste eeuw wordt de age of melancholy, en volgens paus Johannes Paulus zelfs de age of religion. En daarmee ben ik het voor het eerst helemaal met deze man eens. De 20ste eeuw stond bol van de vooruitgangsbeloften: meer geluk, meer welvaart, het goede leven, de almacht van mens en technologie. Maar de vooruitgang bracht ook Auschwitz en de atoombom, en het waanzinnige welvaartsoptimisme – socialistisch of kapitalistisch geïnspireerd – ging verloren. De 20ste eeuw werd de age of lost innocence. En wat komt er na de verloren onschuld? De melancholie. De weemoed die afglijdt in depressie, of zich optrekt aan de filosofie. Het is tijd om een antwoord te zoeken op de vraag: ‘Moeder, waarom leven wij?’ Dat meen ik ernstig. Ondanks alle technologie voelen mensen zich niet beter in hun vel. Wetenschappers voorspellen een toename van het aantal depressies en zelfmoorden. We leven wel langer en gezonder, maar waarom leven wij eigenlijk? Dat is een bijzonder melancholische vraag.

Ik weet het, het klinkt moralistisch en conservatief, maar het grootste en diepste verlangen van de mens is: schoonheid en vriendschap. Daar gaat het in het leven om. Met de woorden van Thomas Moore: ‘ The pleasure of human intercourse and the enjoyment of beautiful things.‘ Dat hebben we verloren in ons grote project van wereldverandering. ( declameert) Politiek! Economie! Ethiek! Noord-Zuid! Dat waren de grote idealen van mijn generatie. Mijn studenten zijn bescheidener en realistischer geworden. Als ik hen zeg: ‘Maak een kunstwerkje van je leven, iets moois, waar je trots op kan zijn’, beginnen zij spontaan te applaudisseren.”

Herman Konings: “In het TeyeME-onderzoek klinken gelijkaardige geluiden: mensen willen onthaasten, zichzelf ontplooien, van het leven genieten, vriendschappen onderhouden. En dat doén ze ook. Tegelijkertijd behouden ze een ongemeen groot vertrouwen in de technologie en de wetenschap. Uit het onderzoek bleek dat ze vooral aan de voordelen van de techniek denken, niet aan de gevaren en de ongemakken. Zelf houd ik mijn hart vast. De volgende decennia zal de technologie nog tot spectaculaire toepassingen leiden. Computers zullen de artsen steeds meer vervangen. We zullen verder kunnen ingrijpen op de ongezonde mens, kwalen voorkomen en tumoren uitroeien. De techniek zal mensen en producten grondig kunnen wijzigen. Maar wat als de zaken uit de hand lopen? Als iemand op de verkeerde knop drukt? Of zal het grote gevaar van hyperresistente en dodelijke virussen en bacteriën komen? We zijn wel heel sterk op de techniek gaan leunen om ons te wapenen tegen mogelijk onheil.”

Koen Raes: “En intussen is de grootste behoefte in onze samenleving een goed gesprek. ‘In den beginne was het Woord’, zegt de bijbel, en ik hoop dat we dat kleinood in de 21ste eeuw zullen terugvinden. Te midden van de waanzinnige hoeveelheid telecommunicatie wordt het gewone face-to-facecontact tussen mensen steeds schaarser. Hoe meer communicatietechnologie, hoe minder we praten. Socrates was de grootste filosoof aller tijden, en toch gebruikte hij alleen het woord. Hij heeft zelfs nooit iets opgetekend.

Weet je waarom steeds meer mensen ontevreden zijn met de klassieke echtscheidingsprocedure en om bemiddeling vragen? Om verdorie eindelijk eens tegen elkaar te kunnen zeggen wat hen tegen de borst stuit. Vooral mannen hebben veel moeite om een echt, goed gesprek te voeren. Als een vrouw tegen haar man zegt dat ze eens wil praten, vraagt hij haar meteen of er een probleem is. En als er geen klusje op te knappen valt, vindt hij het moeilijk om zijn moeder een bezoekje te brengen. Gewoon naar iemand toestappen voor een goed gesprek is voor velen al een stap te ver.”

“Niets van”, zegt de trendwatcher. “Wij hebben vastgesteld dat mannen het niet langer moeilijk vinden om over hun gevoelens te praten. Integendeel, ze merken dat een écht gesprek veel deugd doet.”

“Gelooft u dat nu echt?” vraagt de filosoof schamper. “Mannen kunnen niet over emoties praten. Waar baseert u zo’n uitspraak eigenlijk op?”

“Op feiten en onderzoeksresultaten: cijfers, enquêtes, diepte-interviews. Op wat mannen en vrouwen ons zelf vertellen.”

“Het is niet omdat ze zulke dingen zeggen dat ze het in werkelijkheid ook doen. Mannen en vrouwen beseffen misschien wel de waarde van emoties, maar dat betekent nog niet dat ze hun verlangen naar emotioneel contact ook effectief uiten en bevredigen. Ik heb de indruk dat het mannelijk model steeds meer de toon zet: wees sterk, toon je emoties niet, beheers je. Ouders geven die boodschap nu ook aan hun dochters door. Zelfs in gezinnen wordt het steeds moeilijker om over emoties te praten. Deze samenleving onderdrukt het emotionele en eist van zijn leden een onvoorstelbare zelfbeheersing. We moeten gedisciplineerd rijden, onderwijzen, werken en leven. Dat wringt, want uiteindelijk zijn we emotionele beestjes.”

“Praten over emoties was nooit zo gemakkelijk als nu. In weekbladen en op tv komen emoties steeds meer aan bod.”

“Die toename van emomedia en Het-Spijt-Me-televisie bewijst juist het gebrek aan echte gevoelens en emotioneel contact.”

“En waarop baseert ú dergelijke uitspraken?” vraagt de trendwatcher koel.

“Ik geef minstens drie lezingen per week. Op die manier combineer ik mijn wetenschappelijke inzichten met kennis over het dagelijks leven van mensen.”

“Alsof de gewone man naar zulke lezingen komt.”

“Toch wel. Vlaanderen is het merkwaardige land waar iemand die een boek schrijft onmiddellijk uitgenodigd wordt om te komen vertellen wat hij geschreven heeft. In mijn boek Het moeilijke ontmoeten staat een hoofdstuk over jongeren. Als ik ga spreken in scholen, vakbonden en werklozenorganisaties, stel ik altijd als voorwaarde dat de jongeren zelf ook van de partij zijn. U kan me veel verwijten, maar niet dat ik in een ivoren toren leef.”

De toon van het gesprek is bitsig. De trendwatcher en de filosoof staan nu lijnrecht tegenover elkaar. Een grapje volstaat niet meer om de sfeer te ontladen.

“Het wordt de eeuw van de contrasten en de paradoxen”, probeert de trendwatcher. “De overvloed aan informatie wordt een tekort aan informatie, wij zijn altijd bereikbaar maar missen een goed gesprek, jongeren worden snel oud en ouderen blijven lang jong. Door al die paradoxen wordt het steeds moeilijker om inzicht te verwerven. U en ik kunnen elkaar tegenspreken en toch allebei gelijk hebben.”

“Dat kan niét”, stelt de filosoof. “Zulke redenering botst met mijn gevoel voor logica.”

De boswachtersvrouw brengt taart en drank, afleiding en lichtheid, en ook afstand en humor. Ze is zacht en vriendelijk, en maakt dat het water tussen de trendwatcher en de filosoof plots minder diep lijkt.

“Er zijn parallellen tussen ons”, luidt de conclusie mild. “We staan beiden aan de zijlijn om de wereld te bekijken. Trends en ontwikkelingen aan de rand van de samenleving vertellen soms meer dan wat er in het centrum gebeurt.”

En de zandverstuiving?” vragen we de volgende ochtend aan de vrouw achter de hotelbalie. Voor ons vertrek willen we ten minste dat unieke stukje natuurgebied zien. We stellen ons golven opwaaiend zand voor in de vorm van een hoog oprijzende zuil of een doorzichtig korrelgordijn. Maar de vrouw tempert ons enthousiasme. “Ach, stelt u zich daar niet al te veel van voor. De heide heeft de zandverstuiving bijna helemaal overwoekerd.”

En inderdaad, een uur later zien we met eigen ogen dat er van de zandverstuiving nauwelijks iets overblijft. Een duinenkom, enkele zandruggen en vooral veel heide. Met de handen diep in de zakken, het hoofd tussen de schouders en rillend van de kou maken de trendwatcher en de filosoof de balans op.

“Ach, wat is een trend?” grapt Koen Raes. “Een zandverstuiving misschien?”

“Het blijft een moeilijk huwelijk tussen een trendwatcher en een filosoof”, meent Herman Konings. “De filosofie is niet mijn manier van denken. Ze leert je misschien te relativeren…”

“Zalig zij die kunnen relativeren.”

“Maar ze is natuurlijk wel de minst praktische van alle wetenschappen.”

“Volstrekt nutteloos …”

“Dat bedoel ik maar.”

“Maar precies daarom zo zinvol. De meest essentiële dingen in een mensenleven hebben geen enkel praktisch nut.”

“Seks zonder voortplanting.”

“Eten zonder hongerig te zijn.”

“Een warm bad.”

“Liever nog een sauna. Maar serieus, een mens is toch minder mens als hij niet de diepe behoefte voelt om te begrijpen?”

“Is geluk in je eigen kleine leven, zonder je vragen te stellen, niet het mooiste wat er is?”

“Is het niet nog mooier om je af te vragen: Why is there something rather than nothing?

m.m.v. Wim Denolf

Het TeyeMe-onderzoek (116 blz.) kan u bestellen door overschrijving van 795 fr. op rekeningnr. 385-0513929-86 van Roularta, met vermelding van Opus XXI – TeyeME.

Koen Raes, Het moeilijke ontmoeten. Verhalen van alledaagse zedelijkheid, VUB-press, 1997, 239 blz., 695 fr.

Hotel De Keizerskroon, Koningstraat 7, 7315 HR, Apeldoorn, Tel. (00-31) 55-521.7744, fax 55-521.4737, e-mail keizerkroon@bilderberg.nl.

p. 32

Annemie Struyf / Foto’s Marc Goldchstein

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content