De testosteron-oorlogen
Met vervormde stem en beschermd door een donkere kap en tegenlicht, vertelde een van de kopmannen van de Antwerpse voetbalhooligans op de regionale zender ATV waarom ze zo ver zijn gegaan dat politiemannen in het ziekenhuis belandden een paar zondagen geleden. Vechten is hun hobby, club tegen club, gelijken tegen gelijken. Daarvoor gaan ze op zaterdag of op zondag de deur uit. Voetbal lijkt slechts de aanleiding voor deze blanke jongelui om hun agressieve liefhebberij te beoefenen. En als de politie zich daarmee wilde bemoeien, ja dan moesten ze de gevolgen maar dragen. Het was wel spijtig dat mensen zo erg gekwetst werden, maar dat waren nu eenmaal de consequenties. En dat sommige moegetergde, radeloze agenten hun pistool hadden getrokken? Tja, als de politie zo ver zou gaan, dan kon ze nog meer tegenwind verwachten. Dat zijn nu eenmaal de regels van het spel, zei de anonieme woordvoerder.
De burgemeester van Antwerpen verbood Antwerp F.C. nog op eigen veld te spelen, en de club moest het ook een match doen zonder haar vertrouwde hobbyvechters als publiek. Om zoveel onwrikbaar en ongenuanceerd verweer te stellen tegen dit soort barbarie moet je een vrouw zijn, denk ik. En laat de clubbonzen dan maar zeuren over al die andere brave jongens die onder deze dwangmaatregel lijden.
Een paar weken geleden heeft Rotterdam nog mogen ondervinden waar de hobby van zo’n stoere binken in kan uitmonden: in het bliksemsnel vernielen van de hele binnenstad en het terroriseren van inwoners en toeristen. Dat soort terreur helpt de reputatie van een gastvrije stad bij haar bezoekers in één nacht naar de bliksem.
Vreemd toch dat al wie zo bezorgd is om veiligheid in onze steden daar dezer dagen nauwelijks over rept. Of zouden we dit moeten zien als een manifestatie van gezond blank testosteron? Wie in de bedreigde stad Antwerpen het hardste roept om zerotolerantie, heeft immers zijn eigen knokploegen. En voetbal ziet men nog altijd graag als gezond volksvermaak.
Maar het voetballen wordt zo langzamerhand een van de veldslagen in de testosteron-oorlogen. Vroeger was er voor jongens de dienstplicht. Zo konden ze binnen het leger, onder controle, en gedurende beperkte tijd weliswaar, hun stoerheid en vechtlust meten met gelijken. Men zei altijd wel dat dat verloren tijd was, maar aan de andere kant was de uitspraak dat het leger “mannen” maakte van jongens zo gek nog niet. Want wat is een man anders dan een jongen die geleerd heeft wat de betekenis is en waar de grenzen liggen van de ruwe spelletjes die hij van kindsbeen af speelde?
Misschien is het wel helemaal verkeerd om vrijwilligers voor het leger te willen werven met de softe reclamespots die nu lopen. Misschien missen we op die manier het kanaal om veel nutteloze agressie te kanaliseren.
Wie leert jongens nog mannen worden? Waar zijn de rolmodellen die hen de nieuwe spelregels bijbrengen? In het onderwijs komen ze steeds minder mannelijke leerkrachten tegen, en zijn meisjes al meteen te duchten concurrenten. In de relaties die ze aangaan is het traditionele mannelijke overwicht nauwelijks nog van tel. Zelfs in de professionele wereld moeten ze zich meten met vrouwen die andere spelregels hanteren. Hoe ventileer je dan al die frustratie?
In de uitgangswereld is er dan weer wel voldoende spanning aanwezig, want er is geen discotheek meer of er staan wel een paar kleerkasten in kogelvrije vesten voor de deur. Onderhuidse spanning is daar altijd voelbaar en er wordt ook daar geregeld een robbertje gevochten. De brutaal gebekte new lad die in Groot-Brittannië werd gekweekt, kent zijn schare volgelingen in de rest van Europa. In Salerno staken enkele dagen geleden dronken voetbalsupporters nog uit pure frustratie hun eigen trein in brand. De megadiscotheek en het voetbalveld: de moderne slagvelden van de testosteron-oorlogen.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier