DE STIJL VAN DOES DADA
Hij had genoeg van de Goudse kaas, Nederland voelde te krap aan. Hij was een tijdje de zielsverwant van Piet Mondriaan, maar minder nuchter : Theo van Doesburg. De Nederlandse kunstrevolutionair, die dweepte met het dadaïsme en De Stijl, krijgt een hommage in Bozar.
Iedereen kent de kleurvlakken van Piet Mondriaan. Yves Saint Laurent gaf ze nog een tweede leven in de mode. Nu Mondriaan ontzettend hoge prijzen haalt, kun je nog moeilijk een tentoonstelling van zijn oeuvre samenbrengen. Dan is zijn kompaan Theo van Doesburg een uitstekend alternatief. Vergeleken met van Doesburg was Mondriaan zelf veeleer saai, zeker minder kleurrijk dan zijn werk laat uitschijnen. Doordat Theo een echte barricadestrijder van de avant-garde was, is hij een geschikte tentoonstellingsfiguur die je een beetje wegwijs maakt in die woelige periode van honderd jaar geleden, toen de hele kunstwereld ondersteboven werd gegooid.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland een oorlogsvrij eiland, de kunsten konden er min of meer blijven doorgroeien. De kunstenaars stelden kunst en samenleving ter discussie, ze waren uitgekeken op de burgerlijke belle époque en droomden van een nieuwe maatschappij. Zoals ze het zelf zeiden, hadden Mondriaan en van Doesburg “de buik vol van Rembrandt, van Gogh en Goudse kaas”, ze reisden naar Parijs.
ZWART VIERKANT
Intussen waren Wassily Kandinsky en Kazimir Malevitsj in de ban geraakt van het abstracte schilderen. In 1915 verraste Malevitsj de wereld met zijn beroemd Zwart vierkant, zonder mensen of bomen op, hij borstelde cirkels en vierkanten. Zijn revolutionaire wind waaide over naar Nederland en Parijs. Mondriaan en van Doesburg gingen ook constructivistische tableaus schilderen. Het voorbeeld werd overal gevolgd, bijvoorbeeld ook door de Zwitserse Sophie Taeuber-Arp die later, met haar man Hans Arp, bevriend raakte met van Doesburg.
Samen met andere kunstenaars, onder wie de Belg Georges Vantongerloo, stichtte Theo in 1917 De Stijl, het lijfblad van de constructivisten. Wij zaten nog in de loopgraven en bij ons had dit soort doorgedreven modernisme veel minder succes, hier eiste het expressionisme later alle aandacht op. Maar enkele Belgen verbleven wel in Nederland, zoals architect Huib Hoste, die eveneens een artikel publiceerde in De Stijl en een architectuur ontwikkelde die nauw verwant was aan de grote tenoren van Doesburg, Rietveld en J.J.P. Oud. Zonder het zelf te beseffen lagen die mannen aan de grondslag van een volkomen nieuwe vormgeving met verstrekkende invloed op kunst, architectuur en design, want zonder De Stijl waren noch het Bauhaus, Le Corbusier en de door de Vlamingen nu nog geliefkoosde minimalistische blokkenarchitectuur denkbaar. Daarom blijft van Doesburg zo actueel.
DOES DADA EN PIET DADA
Die Nederlandse kunstenaars en vormgevers – want Theo van Doesburg ontwierp ook decors, meubelen, glasramen, maakte foto’s en films – droomden van de “zuiverheid der kunsten” : kunst zonder franjes, versiering, ornamentjes of verwijzingen naar de natuur. Ze gingen veel verder dan hun Belgische en Franse kompanen, omdat ze, zoals weleens wordt geschreven, door en door calvinistisch waren.
Denk vooral niet dat die hele avant-garde in Parijs met elkaar bevriend was, integendeel. Lang niet iedereen was wild van het constructivisme. Mondriaan hield voet bij stuk tot aan zijn dood in 1944. Maar Theo van Doesburg ging al snel nieuwe horizonten verkennen en voelde zich ook vlug thuis in het dadaïsme, een beweging die eveneens tegen alles was en aanvankelijk de abstracte kunst zeer genegen was. In brieven spraken ze elkaar aan als ‘Piet Dada’ en ‘Does Dada’.
Maar van Doesburg werd meer en meer ‘Dada’ en samen met zijn vrouw Nelly, een avant-gardistische pianiste en danseres, trok hij overal rond, tot in het Bauhaus in Weimar, en gaf pamfletten uit, lezingen, optredens, sloot vriendschappen en maakte ruzie. Van Doesburg draaide films, ontwerp decors, zoals voor de feestzaal Aubette in Straatsburg en tekende zelfs een woonatelier voor zichzelf in Meudon (kun je eenmaal per maand bezoeken). Hij was een kosmopolitisch netwerker die beroemde namen aan elkaar linkte, van de Belgen Vantongerloo, Karel Maes, Marthe Donas, Huib Hoste en Jozef Peeters tot Hans Richter, Tristan Tzara en Kurt Schwitters, de tenoren van het dadaïsme.
‘IK BEN SOT’
‘Theo van Doesburg was een echte performer die, zoals veel van zijn tijdgenoten, jongleerde met pseudoniemen. Bij zijn geboorte heette hij trouwens Christian Emil Marie Küpper. Als dichter signeerde hij met I.K. Bonset (anagram voor ‘ik ben sot’) en als hij de Italiaanse futuristen benaderde, deed hij dat onder de naam Aldo Camini (vrij vertaald uit het Italiaans : “het oude moet gaan”). Ook zijn vrouw Nelly hanteerde graag schuilnamen. Als pianiste heette ze Pétro van Doesburg, als schilder Cupera en als danseres trad ze op als Sonia Pétrowska.
BOZAR
Op de expo geniet je zowel van zijn prachtige abstracte glasramen, ontwerptekeningen, abstracte films, de originele magazines en al zijn dandyeske parafernalia. Het is een wonderbaarlijk verhaal dat destijds een beetje aan onze kunstscène voorbijging. Wie er helemaal weg van is, bezoekt de feestzaal Aubette in Straatsbrug, het Gemeentemuseum in Den Haag en het van Doesburghuis in Meudon-Val-Fleury, nabij Parijs, en natuurlijk van 26 februari tot 29 mei de expo Theo van Doesburg in Bozar, Brussel.
www.bozar.be ; vandoesburghuis.com
Door Piet Swimberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier