DE STAART VAN HET ZEEPAARD

Dubrovnik : veel schoons op wandelafstand. Net voor de kust het eilandje Lokrum. © COPYRIGHT CROATIAN NATIONAL TOURIST BOARD, ZAGREB.

De ‘laatste oorlog’ heeft gaten geslagen, in de daken van Dubrovnik en in de ziel van zijn bewoners. Maar beide hebben zich, op het eerste gezicht, wonderlijk hersteld : de Dalmatische vestingstad is weer wat ze altijd geweest is : trots en vrij, en met een decor Shakespeare waardig.

In Dubrovnik kun je niet verdwalen. Zelfs ik niet, die nochtans snel het noorden kwijtraak. Het volledig ommuurde stadje ligt op een rots boven de zee en de hoofstraat Stradun is net geen driehonderd meter lang. Alle zijstraatjes lopen er loodrecht op : een typisch patroon voor oude mediterrane steden om de wind door de straten te laten waaien en voor verluchting te zorgen. Van op de bijna twee kilometer lange wallen heb je het mooiste overzicht. Zo zie je ook dat bijna alle daken vernieuwd zijn. Zestig procent ervan was vernield door bombardementen tijdens ‘de laatste oorlog’ (1991-’95), zoals men hem hier noemt. Inmiddels is ‘de parel van de Adriatische kust’, weer helemaal alive and kicking. Mede dankzij intensieve hulp van de Unesco. De vestingstad, die rivaliseert met Venetië voor de titel van ‘mooiste van de Adriatische kust’, staat al sinds 1979 op de lijst van Werelderfgoed.

“Wij hebben ook onze trots en veerkracht”, zegt gids Ivana, “Libertas staat – letterlijk – in het vaandel van Dubrovnik. We hebben in de loop van de geschiedenis het hoofd moeten bieden aan zo veel heersers en belagers. Al van in het begin, toen Ragusa – de oorspronkelijke naam van de stad – in de zevende eeuw werd gesticht door Levantijnen die op de vlucht waren voor de Slaven.” Byzantijnen, Venetianen, Hongaren, Ottomanen, Oostenrijkers, allen hebben ze hun stempel gedrukt. Maar ondanks haar gegeerde strategische ligging slaagde de stad erin om bijna vijf eeuwen lang (van 1358 tot 1808, toen Napoleon passeerde) een bloeiende onafhankelijke republiek te zijn, dankzij de vrijhandel. “We zijn experts geworden in diplomatie”, zegt Ivana en ze wijst trots op het opschrift : Non bene pro toto libertas venditur auro of ‘Vrijheid is voor geen goud te koop’, dat nog steeds prijkt boven de ingangspoort van het imposante fort Lovrijenac, net buiten de stadsmuren. Het werd in de dertiende eeuw opgericht, tegen de Ottomaanse dreiging. De muren aan de zeekant zijn wel dertien meter dik. Nu is het een gedroomde setting voor het Hamletfestival dat hier elke zomer, al ruim zestig jaar, onder de sterrenhemel plaatsvindt.

GEEN KLUIT ZO SCHOON

“If you want to see heaven on earth, come to Dubrovnik”, schreef de Ierse auteur George Bernard Shaw in 1929. Ook de romantische dichter Lord Byron, die hier een tijdje woonde, en Agatha Christie waren er weg van. Er zijn wel meer paradijselijke plekken op aarde, maar weinige combineren op zo’n kleine kluit zo veel schoons. De meeste bezienswaardigheden liggen binnen enkele honderden vierkante meters. Als je een korte, maar intense citytrip wilt beleven, is Dubrovnik een gedroomde bestemming.

Verzamelplaats is de Pile, de grote westelijke ingangspoort, waar alle bussen stoppen. Vandaar loop je via de met marmer geplaveide straatjes het oude centrum in en kom je meteen langs de beroemde fontein van de Napolitaanse architect Onofrio della Cava, die destijds ook het waterbevoorradingssysteem van de stad ontwierp. Struinend over de brede Stradun, waar je kunt laveren van de ene winkel naar de andere – ze verkopen prachtige juwelen – en van het ene eethuis naar het andere, valt het op hoe uniform de architectuur van de stad is. Dat komt, volgens Ivana, omdat er na de vreselijke aardbeving van 1667, die praktisch de hele stad verwoestte en het verval van de vrijhandelsstad inluidde, geen tijd en geen geld was voor uiterlijke praal. Alles werd in sobere barokstijl opgebouwd. Slechts enkele gebouwen uit de renaissance werden gespaard. Een van de mooiste is ongetwijfeld het Sponzapaleis, aan het einde van de Stradun, dat nu de Nationale Archieven herbergt. Het was destijds een soort douanegebouw, met een zuilengang en een open binnenplaats waar alle handelstransacties gebeurden. Wat we nu een businesscentrum zouden noemen.

Vlakbij, tussen het stadhuis en de Sint-Blasiuskerk aan de ene kant, en de kathedraal aan de andere kant, ligt nog zo’n parel : het Paleis van de Rector, met zijn elegante façade met zuilengang en zijn atrium met versierde trappenhal. Het paleis overleefde ontploffingen, brand en de aardbeving, maar vertoont net daardoor een unieke stijlenmix van gotiek, renaissance en barok. Vandaag is het een museum en een van de vele historische locaties waar ’s zomers concerten worden gegeven in het kader van het bekende Dubrovnikfestival. Eeuwenlang lag hier het politieke zwaartepunt. In de bloeitijd gold in Dubrovnik een merkwaardig bestuurssysteem : de rector, geïnspireerd op de Doge van Venetië, was voor de buitenwereld het symbool van de onafhankelijkheid van de stad. Hij werd gekozen uit de aristocratie maar had slechts een mandaat van één maand. De echte macht werd ‘in groep’ uitgeoefend, door de grote en de kleine raad en de senaat. Er mocht ook van geen enkele persoon een standbeeld gemaakt worden, omdat men ervan uitging dat niemand beter was dan een ander. De enige uitzondering die ooit is gemaakt, betreft Miho Pracat, een kinderloze, steenrijke zeeman en reder, die na zijn dood al zijn bezittingen aan de stad naliet. Zijn beeltenis siert het atrium van het Paleis.

HEMELSE STEMMEN

Na al dat schoons kun je het best even uitblazen op het Loggiaplein, voor de paleizen. Het is de verzamelplaats van Jan en alleman en, met zijn klokkentoren en de bekende zuil van Orlando – middeleeuwse held en symbool van de Libertas – voor bezoekers een makkelijk oriëntatiepunt. Voor de locals is het een dagelijks rendez-vous, een dag is niet volledig als ze niet even langsgekomen zijn om de laatste nieuwtjes op te vangen. De kans is ook groot dat je er, zoals wij, van je sokken wordt gezongen door een klapa, een van de vele koortjes die in de straten volksliederen ten beste geven. Al zijn het volgens Ivana meestal amateurs, wij herinneren ons de ontroerendste stemmen die we ooit hoorden.

Even genieten op de trappen van de kerk of op een terrasje is in Dubrovnik geen overbodige luxe, want ook aan niet-profane bezienswaardigheden is er geen gebrek. Mooie kerken bij de vleet. Maar wat je zeker niet mag missen is het middeleeuwse franciscanenklooster, naast de Sint-Saviourkerk, nabij de Pilapoort. Behalve voor de mooie zuilengang versierd met fresco’s en de schitterende bibliotheek met unieke manuscripten, is het klooster vooral beroemd om zijn oude apotheek uit 1317, de op twee na oudste in Europa, en nog steeds in gebruik.

Wil je afsluiten met een memorabel beeld, dan loop je ’s avonds de stad uit via de eeuwenoude brug aan de oostelijke Plocepoort en kom je terecht aan de oude haven en het Banjastrand. Hier wordt vaak tot laat gefeest. Een feeëriek beeld van de verlichte middeleeuwse stad stemt tot romantiek.

LUISTER NAAR DE STILTE

Doordat Dubrovnik in het zuidelijkste puntje van Kroatië ligt – de vorm van het land wordt graag vergeleken met die van een zeepaardje – geniet het van een mild, mediterraan klimaat. Je kunt er het hele jaar door terecht, maar ideale bezoekperioden zijn voor- en najaar. In het hoogseizoen is het vaak over de koppen lopen, als de gigantische cruiseschepen die dagelijks aanmeren hun duizenden passagiers spuien. Dan kun je beter ontsnappen naar een van de prachtige eilandjes voor de kust. Er is Lokrum, het groene eiland met zijn botanische tuin, op een kwartier varen. En ietsje verder, ten westen van Dubrovnik, de Elafiti, een groepje van dertien eilanden, klein en groot, waarvan er slechts drie bewoond zijn : Kolocep, het dichtste, Lopud, het meest toeristische, bekend voor zijn parken en mooie stranden, en ?ipan, het verste en grootste – per ferry één à anderhalf uur varen.

“Luister naar de stilte”, staat er op de folder te lezen. En het ís er onwezenlijk stil. Al zijn er dertig kerken, een paar kloosters en wonen er een tweehonderdvijftig mensen, buiten de twee dorpjes, ?ipanska Luka en ?udurad, merk je nauwelijks leven. Ooit, in glorieuzere tijden, lokte de schoonheid van het eiland de notabelen van Dubrovnik, die hier renaissancevilla’s neerzetten, waarvan er een zestigtal zijn bewaard. De twee dorpen zijn verbonden door een zeven kilometer lange weg, dwars door het binnenland bezaaid met olijf- en vijgenbomen en wijngaarden. ?ipan is niet alleen een paradijs voor wandelaars. Je kunt er ook fietsen, kajakken en duiken. Waag je je op de fiets, langs een van de hobbelige wandelpaden langs de zee, dan heb je als tussenstop de keuze uit diverse kleine strandjes waar je een duik kunt nemen, alsof je alleen op de wereld was. Voor rustzoekers kan de weelde niet op.

DOOR SABINE LAMIROY

Er mocht van geen enkele persoon een standbeeld gemaakt worden, omdat men ervan uitging dat niemand beter was dan een ander

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content