De slimme dansmuziek van UNDERWORLD

Techno hoeft geen synoniem te zijn van monotone dreunen. Underworld maakt echte songs, met een fascinerend, weird randje. Ook nu weer op hun nieuwe cd “Beaucoup Fish”.

Het belang van Underworld voor de dance en bij uitbreiding de moderne popmuziek, kan nauwelijks overschat worden. Als geen andere techno-act vóór hen wist het Britse trio rockfans over de streep te trekken. En omgekeerd tekende het voor de primeur die diehard ravers uit de bol deed gaan op nummers met een gitaar en met songteksten die meer inhielden dan een sloganeske kreet. Bovendien bleken ze live ongemeen te boeien, een hele krachttoer voor een band die veel beats en soundscapes uit machines haalt, zonder in de lachwekkende poppenkast van collega’s The Prodigy te vervallen.

Ja, het zijn intelligente kerels. Frontman Karl Hyde, die nooit zonder notitieboekje buitenkomt, heeft een aparte techniek. Als een voordrachtkunstenaar debiteert hij flarden dialoog die hij op straat, op café of andere openbare plaatsen opvangt. Hij rukt ze uit hun verband en assembleert ze, zodat ze een redelijk absurd en surrealistisch tintje krijgen. Ook muzikaal is er die gelaagdheid. Underworld maakt techno met echte songs, met een fascinerend, weird randje.

Dat precies deze groep dertigers en veertigers tot “slimme” dansmuziek heeft weten te bekeren, is niet verwonderlijk. Karl Hyde en toetsenwonder Rick Smith zijn zelf al de kaap van de 40 voorbij. Al van in ’79 zitten zij samen in rockbandjes. Vaak aan de rand van de doorbraak gestaan, maar met lege zakken, nooit een stap verder geraakt. Met de blutsen en de builen leerden ze de valkuilen van de muziekbizz en het klappen van de zweep kennen. De gouden formule bestaat uit de combinatie van deze bagage (hun manager stond lang geleden zelfs aan de zijde van Led Zeppelin) met de street credibility van de jonge Darren Emerson, die als dj de vinger aan de pols had.

Is deze verdienste dan een vrijgeleide voor aanstellerig gedrag? De promotieverantwoordelijke van de platenfirma had me gewaarschuwd: het zijn lastige klanten. De dag van ons gesprek zit ze met de handen in het haar. Een tv-interview is niet doorgegaan omdat de heren geen zin hadden en liever eerst een hapje wilden gaan eten. Even later is het trio spoorloos. Bijna twee uur later dan gepland zit ik tegenover hen. Ik verwacht me aan een moeilijke bevalling, maar tot mijn verwondering krijg ik een verbale stortvloed over me heen. Al zit Hyde wel haast onafgebroken in zijn notitieboekje te kribbelen en doet Emerson er, languit op z’n bed, als enige het zwijgen toe.

Op elk Underworld-album staat er, naast de onweerstaanbare dansnummers, een trage, bijna zachte track. In het geval van de nieuwe cd “Beaucoup Fish” is dat “Skym”. Alsof jullie in de studio denken: hé, we moeten ook nog een nummer voor de vrouwen hebben.

Karl Hyde: Zo’n romantische song is het nochtans niet. De lijn I don’t want you to call me again is niet bepaald lief en attentvol. Waar ik de tekst vandaan heb gehaald, vertel ik je lekker niet. Het heeft ook geen enkel belang. Mijn enige doel is beelden oproepen. En dat zijn waarschijnlijk bij iedereen andere beelden. Het staat open voor uiteenlopende interpretaties. Dat is net het leuke. De woorden terug in hun oorspronkelijke context plaatsen, zou enkel de pret bederven.

Rick Smith: De klankkleur van de woorden is het belangrijkst. Dat werd ons al heel snel duidelijk. Toen we in ’91 met Underworld songs begonnen te schrijven, kraamde Karl gewoon wartaal uit. Het was voor hem een nachtmerrie om er nadien ook nog een betekenis aan te geven. Dat werkte gewoon niet. Er moest een gevoel inzitten, geen boodschap. Het is zonde dat mensen zich soms blindstaren op die enkele sleutelwoorden die de aandacht trekken, zoals in het nummer Dirty Epic van onze debuut-cd. Niets is letterlijk te nemen. Ik weet nog goed dat Oasis op de radio werd gedraaid toen mijn dochter geboren werd. Die song zal ik eeuwig met haar blijven associëren. Noel Gallagher zal niettemin iets totaal anders in z’n hoofd hebben gehad toen hij dat nummer schreef.

Hyde: Je moet eens naar de oude platen van The Rolling Stones luisteren. De zang van Mick Jagger is op de achtergrond gemixt. Dat je hem niet verstaat, maakt het zoveel intrigerender. Zijn stem is op zich karakteristiek genoeg om indruk te maken. Het zal hem een zorg zijn hoe de luisteraar z’n teksten interpreteert.

Je doet af en toe ook een spoken-word-performance. Dat is totaal andere koek. Dan slinger je je teksten naakt de zaal in en zijn ze plots wél klaar en duidelijk.

Hyde: Tja, zo nu en dan probeer ik eens iets uit en ga ik op m’n smoel. (lacht) Enkel door fouten te begaan, kan je groeien. Ik ben ambitieus. Je kan pas weten dat je voor iets niet in de wieg bent gelegd als je een poging in die richting hebt gedaan. Maar op het moment dat je flatert, krijg je een veel accurater beeld van wat je nu in feite wil. Zo’n lezing doen neemt het vangnet dat Underworld is even weg. Dat is belangrijk. De ervaring daar plots in m’n eentje te staan en angst te voelen, verrijkt me. Als je altijd weer hetzelfde, veilige trucje herhaalt, kom je geen stap verder. Af en toe een zijstapje maken, brengt de toekomst van de groep minder in gevaar dan je gewoon in de routine laten meedrijven. Als je je in de band opsluit, brand je na een tijd op. Ik heb de rusteloosheid nodig.

Pas op, binnen Underworld is veel mogelijk. Maar van de dingen die er niet in passen, moet je toch ook kunnen proeven. Ik kan niet zonder die opwinding. We kunnen niet alles in één project kwijt. Als we alleen dit hadden, zouden we onszelf moeten intomen en dat is ongezond. We hebben met teksten van mij ook enkele kunstwerken gemaakt. Gedrukt op glas. Fantastisch was dat. Met zo’n notitieboekje van een reis terugkeren en de teksten overlaten aan de goede zorgen van een kunstenaar, was heel bevrijdend.

Zullen de concerten ook, door de artistieke zijsprongetjes, steeds visueler worden?

Smith: Ja, maar het idee om die kunstinstallaties in de show te integreren, hebben we moeten laten varen wegens te duur. Aan de huur van de nodige videoschermen zouden we onze gage van vijf jaar opsouperen. Ik heb ook een beetje angst van te veel rompslomp. Vroeger slaagden we erin om alles heel snel te regelen, omdat we maar met drie in een groep zitten. Alles verloopt nu een pak trager en stroever omdat we zoveel meer crew en materiaal hebben. In videobeelden zijn we de concurrentie nochtans altijd een stap voor geweest. Zeven jaar geleden hadden we al projecties zo hoog als een appartementsblok.

Hyde: Het visuele aspect wordt tegenwoordig volledig verzorgd door Tomato, het creatief collectief waar ik deel van uitmaak. Zodoende kunnen die gasten mee op tournee. Vroeger werkten we met videotapes. Tomato kan nu ook live improviseren, zoals wij doen. Iedereen jamt. Als het publiek dan mee is, geeft dat serieuze vonken.

Een ander voordeel van de bij-jobs, zoals jouw en Ricks aandeel in de commercials die Tomato maakt en het dj’en van Darren, is dat je financieel onafhankelijk wordt. Stel dat Underworld een plaat maakt die flopt, dan zitten jullie niet aan de grond.

Hyde: Dat zagen we vrij snel in: dat dit onze manier van overleven zou zijn. Rick en ik hebben al genoeg in bands gezeten die onze schuldenberg enkel hoger maakten. Zonder Tomato of dat dj’en hadden we nooit de muziek kunnen maken die we wilden maken. Zonder hadden we niet de kans gekregen om ons te ontwikkelen tot de sterke band die we nu zijn. In eerste instantie accepteerde niemand onze muziek. Platenfirma’s haalden hun neus ervoor op.

Smith: “Jullie hebben een échte zanger en een drummer nodig”, zeiden ze. Die housebeats moesten we maar overboord gooien.

Hyde: De platenbonzen moesten er niks van weten, maar de dj’s wel. Als ze een nummer van ons draaiden, stond de dansvloer vol. Darren zat in dat wereldje en deed research voor ons. We wisten dat we op het goede spoor zaten. Als de labels het niet willen, zo redeneerden we, dan doen we het zelf.

Smith: Het succes overtrof al onze verwachtingen. De 500 exemplaren van de allereerste single Hump/Mother Earth die we in eigen beheer persten, vlogen meteen de deur uit. Ik zweer het je, dat was de eerste keer dat Karl en ik winst maakten met een plaat. Ondanks het gegeven dat die nevenactiviteiten een economische veiligheid bieden, is Underworld vandaag zakelijk gezien een gezonde onderneming. Mochten de platenfirma’s dan toch met cheques staan zwaaien, konden ze in onze ogen niet genoeg bieden. We zagen snel in dat we onszelf niet moesten verkopen aan een major. Daar konden we alleen spijt van krijgen. De platenverkoop gaat in stijgende lijn, terwijl we aan niemand grote percentages hoeven af te geven. Een grote luxe. We hebben heus niemand nodig. Onze bankrekening is aardig gespekt, en dat heeft minder met geluk te maken dan met een goede controle over onze zaken.

Het lot is je niettemin gunstig geweest met de grote hit Born Slippy. Dat was een kwestie van het juiste nummer in de juiste film, “Trainspotting”.

Smith: Ongetwijfeld. Het was een goeie tune, daar niet van. Maar we hadden het al een keer eerder op single gezet, een half jaar voor de film uitkwam. Er gingen toen 25.000 stuks over de toonbank.

Hyde: Eerst zagen we het nut van een re-release niet in. Dat was tegen onze principes. Maar de mensen wilden het blijkbaar echt en de dj’s smeekten erom. Bovendien was Trainspotting een goeie film. Toen we voor het eerst shots zagen, waren we vereerd betrokken te worden bij dat project. Ik vind dat Trainspotting een era afsluit, zoals Easy Rider een mooi punt zette achter het hippietijdperk. Het schetste een portret van een tijd zonder een weemoedige, nostalgische retrospectieve te zijn. Born Slippy is er onlosmakelijk mee verbonden. Een mooie gedachte. Het vervult ons met trots.

Het gevolg was dat jullie oneindig toerden en een jaar lang het eigen bed niet meer zagen.

Smith: Het was een nachtmerrie. Tegen het einde van ’96 waren we elkaars gezicht kotsbeu.

Hyde: We konden maar beter een tijdje uit elkaars buurt blijven. Dat kan ook perfect in deze groep. We hebben in de stille periodes onze solodingetjes nog. Tot enkele jaren geleden deed ik soms studiosessies als gitarist met andere groepen. Heel interessant, alleen al om tot het besef te komen dat ik blij mag zijn dat ik in Underworld zit.

Beaucoup Fish van Underworld wordt verdeeld door V2. De groep speelt op 19 maart in de AB in Brussel.

Peter Van Dyck / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content