Ze hoeft eigenlijk niet te worden voorgesteld. Sinds ze twintig jaar geleden werd ontdekt op een dansvloer in Düsseldorf, heeft Claudia Schiffer op meer dan vijfhonderd tijdschriftencovers gestaan, tot ‘Time’ toe. Ze zou meer dan vijftig miljoen euro hebben verdiend. Omdat ze het waard is.

Schiffer is in zekere zin een curiosum. Ze is het laatste echte supermodel en dus een attractie. En omdat ze zo herkenbaar is : werelderfgoed in vlees en bloed. Ze is, in haar vakgebied (dat een monsterlijke appetijt heeft voor vijftienjarigen), een dinosaurus. Maar dan wel een sierlijke. Haar discipline is legendarisch. Ze heeft tot op heden (voor zover bekend) nog geen enkel personeelslid verwond, zelfs niet met een tikje van haar handtas. Ze is nooit gesignaliseerd aan de arm van een wauwelende amokmaker. Ze is keurig getrouwd, met een filmproducer, Matthew Vaughn, en het paar heeft twee, wellicht brave kinderen, Caspar en Clementine. Het gezin leeft in Londen en, tijdens weekends, in een kasteel op het Engelse platteland. Schiffer verzamelt kunst en fotografie, in plaats van verkeersboetes.

Discipline is niet alles. Schiffers filmcarrière kan gerust meelijwekkend worden genoemd. Is ze echt trots op haar fitnessvideo’s en kalenders ? Beseft ze dat ze nooit even belangrijk zal zijn (een icoon van de jaren nul, een popcultureel fenomeen) als Kate Moss, die vier jaar jonger is, maar bijna even lang actief als Schiffer ? Dat Moss tot ons tijdperk behoort, terwijl zij al grotendeels van gisteren is ?

Ze is nooit echt weggeweest, al heeft ze na de geboorte van haar kinderen gas teruggenomen. Toch is ze aan een zekere comeback begonnen. Ze staarde deze zomer van de cover van de Franse Vogue, die in grote letters haar retour aankondigde. Ze is niets veranderd. Misschien is haar blik iets wijzer geworden (niet dat ze er ooit dom uitzag).

Sinds kort heeft ze haar bedrijf ondergebracht in het managementbureau van Simon Fuller, de uitvinder van onder meer Idool, de Spice Girls en de Beckhams. Ze onderzoekt mogelijkheden om haar naam, haar gezicht en haar lichaam te gelde te maken, het liefst in de sectoren van mode en beauty. Intussen blijft ze poseren. Ze doet dat goed.

Ze heeft, voor het eerst sinds jaren, met Karl Lagerfeld gewerkt. Haar stilaan bejaarde landgenoot fotografeerde haar voor Chanel en voor de nieuwe campagne van het champagnemerk Dom Pérignon, die de lijn Dom Pérignon Oenothèque moet aanprijzen. In de advertenties verpersoonlijkt ze een dozijn personages uit evenveel tijdperken. Lerares en dominatrix, disco queen en power executive. Claudia Schiffer is geen rijzige blondine : ze is every woman.

Tijdens onze ontmoeting, in de faraonische kelder van een luxehotel in Parijs, draagt ze een sober grijs pak. Ze is professioneel, direct, veel minder terughoudend dan je zou verwachten. Een aangename ervaring.

Hoe is deze hernieuwde samenwerking met Karl Lagerfeld verlopen ?

Claudia Schiffer : Karl Lagerfeld heeft ontzettend veel energie, ideeën, werkkracht. Het gebeurt dat hij doorgaat tot drie, vier uur ’s ochtends, en dat was ook het geval met deze sessie. Tegen drie uur lag zowat iedereen half in slaap, maar Karl Lagerfeld en ik waren nog up and running. Misschien omdat wij op het werk geconcentreerd waren en de anderen vooral op de champagne. Hij is over het algemeen heerlijk om voor te werken, omdat hij grappig is, en omdat ieder idee fantastisch is. Er zijn geen grenzen aan zijn verbeelding. En ik vertrouw hem voor honderd procent. Wat hij ook vraagt : je doet het, omdat je weet dat het goed wordt. Ik heb me nooit moeten afvragen of ik geen spijt zou hebben van een foto, of ik misschien gegeneerd zou zijn over het resultaat van een sessie. Met Lagerfeld bestaat dat soort momenten niet. Je weet dat het resultaat per definitief elegant en classy zal zijn. Misschien ook sexy en provocatief. Maar nooit op zo’n manier dat je je er slecht bij voelt. Hij hoeft me ook nooit veel uit te leggen. I go with his creative flow.

Welke herinneringen hebt u aan uw eerste ontmoeting met Lagerfeld ?

Het was eind jaren tachtig, misschien in 1989 of 1990. Ik heb hem ontmoet bij Chanel en we hebben samen een campagne gedaan voor Chanel in Deauville. Ook toen al werkten we tot drie uur of vijf uur ’s ochtends en het was een fantastische ervaring, want de man stelt je op je gemak en hij is een ongelooflijk legendarische designer. Kort samengevat, het is een eer als je gekozen wordt om met hem te werken.

Is hij sindsdien veranderd ?

Nee. Hij is exact hetzelfde.

Bent u veranderd ?

Dat weet ik niet. Dat moet u hem vragen. Ik denk van niet. Dit is wat ik doe. Ik voel me bijzonder op mijn gemak voor een fototoestel. Het kost me geen moeite om allerlei dingen te proberen, het geeft niet hoe extreem. Maar het is wel leuker als je vooraf weet dat het resultaat fantastisch zal zijn. Als ik werk met een nieuwe fotograaf die nog niet echt weet wat hij wil of als ik niet zeker ben dat het licht wel goed zit, dan probeer ik mezelf meer te betrekken, dan help ik met de creatie.

Het is dus niet zo dat u risico’s schuwt.

Neen, neen. Ik neem voortdurend risico’s. Ik werk voor Purple Magazine, i-D, Numéro, hopen jonge fotografen, en ik doe dat graag. Maar soms denk je : hm, ik weet niet of dit iets wordt, en dan probeer je te helpen. Met iemand als Lagerfeld doe je dat niet. Je kunt jezelf laten gaan. Does that make sense ?

In de campagne voor Dom Pérignon verpersoonlijkt u een hoop personages. Is er een personage waarmee u zich meer identificeert dan de andere ?

Ik denk dat geen enkel personage exact overeenkomt met wie ik ben. Maar misschien voel ik een zekere overeenkomst met de vrouw aan de haard, al was het maar omdat mijn echtgenoot en ik vaak naar het platteland gaan en dat we daar de kranten lezen voor de open haard. En daarnaast ook de zakenvrouw op haar bureau. Ik heb een kantoor met twee assistenten, dus ja, een zakenvrouw, daar kan ik mezelf mee identificeren. De rest is meer een kwestie van fantasie.

Wat is uw favoriete eeuw ?

Ik zou graag in de achttiende eeuw hebben geleefd. Maar dan natuurlijk wel (lacht ze) als lid van de koninklijke entourage. Het lijkt alsof er toen veel plezier werd gemaakt.

U maakt reclame voor champagne. U weet toch dat alcohol schadelijk kan zijn voor de gezondheid ?

Ik ben dol op champagne. We hadden Dom Pérignon op mijn huwelijksfeest en ik heb Dom Pérignon in mijn kelder. Als er vrienden komen, of familie, of als mijn zoon jarig is, dan halen we champagne boven. Champagne is, wat mij betreft, niet voor elke dag, wel voor bijzondere gelegenheden. Voor mij was deze campagne een perfecte match : ik drink graag champagne.

Maar dus wel met mate.

Ik drink als er een reden voor is. Ik drink misschien een of twee glazen rode wijn op het platteland, tijdens het weekend. Ik drink niet tijdens de week, tenzij ik op stap ga met vrienden, misschien. Drank behoort niet tot mijn dagelijks leven. Ik ben trouwens zeer, zeer laat beginnen te drinken. Ik heb nooit een glas alcohol uitgedronken voor ik 27 was, of daaromtrent. En zelfs toen heeft het nog een jaar, misschien twee geduurd voor ik me aan een glas rode wijn heb gewaagd. Ik lustte het niet. Dat was de enige reden. Ik houd van zoet. Ik snoep graag. Ik dronk kersensap, perzikensap, abrikozensap en ik vond alcohol bitter en zuur. Tot ik het één keer probeerde. Boem, loved it. Zeer bizar.

U bent ondertussen zo’n twintig jaar actief. Wat is er in uw wereld veranderd ?

Voor mij is alles in goede zin geëvolueerd. Na twintig jaar hard werken, elke dag, elk weekend, ben ik nu in een positie dat ik kan zeggen : oké, ik blijf werken, maar niet meer dan twee of drie dagen per week. En ik neem alleen werk aan dat ik echt, echt leuk vind, anders doe ik het niet. Ik weiger tachtig procent van de voorstellen die ik krijg. De industrie is inderdaad veranderd, in die zin dat er op dit moment geen supermodellen zijn. Er zijn zeer veel zeer goede modellen, maar als je iemand vraagt hoe ze heten, dan krijg je vaak geen antwoord. De reden is dat de modetijdschriften alleen nog celebrity’s op hun covers willen. En als je als model geen covers haalt, kun je ook geen celebrity worden. Ook voor de shows zijn modellen minder belangrijk. De supermodellen waren even belangrijk, soms belangrijker dan de kleren. En als een ontwerper niet echt beroemd was, dan kon hij door de supermodellen extra aandacht krijgen in de pers. Tegenwoordig gaat het in de eerste plaats over mode, over kleren. Een enorm verschil. Toen ik meeliep in alle shows had ik vier bodyguards nodig om me te escorteren van de backstageruimte naar mijn auto. Soms kwam ik van een show terug backstage, en dan was mijn slipje verdwenen of mijn beha. Als je nu backstage gaat, dan is alles rustig en kalm.

Er is maar één generatie supermodellen geweest. Hebt u daar een verklaring voor ?

Nee, ik hoop dat het fenomeen terugkomt. Het enige supermodel van de jongere generatie is Gisèle Bündchen, de mensen weten wie ze is. Zij is de enige met dat soort naambekendheid. Ik ken natuurlijk de namen van alle meisjes, en u waarschijnlijk ook, maar het grote publiek niet. Ik hoop er mettertijd een ommekeer komt en dat de jongere generatie een kans krijgt om wereldwijd beroemd te worden.

Volgt u de mode op de voet ?

Ik lees alle modetijdschriften, ik volg wat er gebeurt, ik bekijk alle shows op internet.

Zijn er jonge ontwerpers die u bijzonder goed vindt ?

(Onmiddellijk) Erdem, een jonge ontwerper die mogelijk zeer groot kan worden. Hij werkt met grote, romantische prints. En er is nog een fantastisch label, Body Armour, zeer gesofisticeerd, maar met een edge. Ze staan op het punt door te breken in Engeland.

Wat zijn uw beste ervaringen in de mode ?

Ik heb fantastische herinneringen aan het werk met Karl Lagerfeld en Chanel. Valentino, ook : in Rome hebben we ooit de scène in de fontein uit La Dolce Vita opnieuw gedaan. Ik voelde mezelf Anita Eckberg, er stonden duizenden mensen te kijken. Ongelooflijk, fabuleus qua herinnering. En dan waren er ook alle campagnes die ik heb gedaan voor Guess Jeans, met Paul Marciano en Ellen von Umwerth. Ellen heeft een van mijn eerste fotosessies gedaan en ze speelt een belangrijke rol in mijn carrière.

En de slechtste ervaringen ?

(Ze denkt even na 🙂 Ik heb een aantal slechte ervaringen met security. Stalkers, bizarre fans. Ik heb er verschillende keren mee te maken gehad. Er was een bodyguard die een stalker bleek te zijn. Daardoor vind ik het soms moeilijk om mensen te vertrouwen. Ik had ooit een security agent op een klein eiland die verondersteld werd om voor mij te zorgen. Op een dag stond ik onder de douche en hij stond naar mij te kijken door het sleutelgat. Dat was niet leuk. Ik heb een aantal van die ervaringen en ik zou zeggen dat dat de slechte ervaringen zijn, maar daar blijft het dan bij. Geen kwaad woord over de industrie. Mocht mijn dochter ooit zeggen, mama, ik word model, dan zou ik daar niets op tegen hebben. Zoals ik het heb beleefd, was het fantastisch.

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content