Het minste wat je ervan kan zeggen, is dat de bouwwerken van de Colombiaanse architect Carlos Zapata opvallen. In deze flat in Miami lijken alle muren wel in beweging. Dat geeft een bizar spaceship-gevoel.

Het is niet verwonderlijk dat Carlos Zapata vooral veel werk heeft in Miami. Miami is van oudsher een stad die houdt van extreme architectuur. Hoe opvallender, hoe beter. En opvallen doen Zapata’s bouwwerken zeker. In Coconut Grove, een residentiële wijk van Miami, verbouwde de architect met zijn team een bestaand appartement. Het maakt deel uit van drie grote woonblokken en aan het bestaande buitenaanzicht mocht niets veranderd worden. Van op straat wordt niets prijsgegeven van de bizarre architectuur die zich achter de ramen bevindt.

De jonge Zapata is architecturaal opgevoed in de periode dat iedereen het had over modernisme en postmodernisme. Zelf beweert hij een waar modernist te zijn. Toch valt in zijn architectuur geen eenvoudige geometrie te bespeuren. Wel een verwarrend spel van diagonalen die elkaar op de meest bizarre manier snijden. Zijn ontwerpen lijken deconstructivistisch maar met een grafisch lijnenspel. Geen grappige uitsnijdingen of onvoorziene bochten, zoals dat bij Frank O. Gehry of Zaha Hadid het geval is. Zapata wil zich van hen onderscheiden en rekent zichzelf daarom bij een jonge generatie modernisten.

Al van bij de voordeur word je door de indringende architectuur geraakt. Op het eerste gezicht lijkt het geweldig. Fenomenaal zelfs hoe een loopje wordt genomen met de zwaartekracht. Alleen de buitenmuren staan recht. Alle andere wanden vallen, kantelen of zweven. De ene verrassende lijn volgt de andere op. Het is moeilijk te onderscheiden waar de ene wand eindigt en de andere begint. Wanneer Fred Botelho, Zapa’s assistent, in de keuken op een knopje drukt en plots de centrale wand tussen de voordeur en de keuken helemaal naar de andere kant draait, is alle gevoel voor oriëntatie verloren. De metalen afscheiding draait niet alleen rond haar as, maar neemt bij het wentelen een andere helling aan. De open ruimte wordt in een mum van tijd totaal anders, en de keuken is nu van de zitkamer gescheiden.

Ook het openen van de badkamerdeur is een vreemde gewaarwording: met mijn hele lichaam voel ik dat het ding niet opent zoals dat gewoonlijk bij een schuifdeur het geval is. Idem dito voor de deuren van de kasten en andere schuifwanden. Omdat hier niets haaks op elkaar staat, heeft Zapata een eigen systeem uitgewerkt om de schuine deuren zonder te veel kracht te kunnen openen. Zapata is een meester in de beweging, en in het zoeken naar een nieuw evenwicht. Het is alsof het lichaam moet wennen aan deze nieuwe vormentaal. Vooral na enige uren kijken, wordt het lastig. Je raakt dol gekeken op het dramatische lijnenspel. Gelukkig is er het zicht op de baai, het enige rustpunt in deze omgeving. Tegen het eind van de dag ben ik zelfs blij dit op drift geslagen schip te mogen verlaten. Wanneer de assistent mij vertelt dat de eigenaar hier slechts af en toe verblijft, begrijp ik waarom.

“Deze versnippering van het zicht brengt ons in een andere dimensie”, schrijft Zapata in een publicatie over zijn werk. “Het oog heeft in deze ruimtes geen eenzijdig, dominant en bepalend herkenningspunt. Integendeel, er zijn zoveel onvoorspelbare patronen, die zweven in een ruimtelijke relativiteit en het invallende licht een nieuwe dimensie geven.” Wanneer iemand in een dergelijk huis woont, went deze “ruimtelijke relativiteit” misschien wel, maar voor een dagbezoeker zoals ik, leek het alsof ik mij een absurde ruimtelijkheid bevond, het had wel iets van een spaceship.

Toch slaat Zapata’s architectuur erg aan, ook voor particuliere woningen. Zijn eerste projecten waren vooral kantoren en winkels op verschillende plaatsen in Amerika en Japan. Maar steeds meer mensen willen tussen de schuine muren van Zapata hun cocon bouwen. Zoals de familie Klein, waarvoor de architect een gigantische woning tekende in Venezuela. Om de details omtrent de afwerking te bespreken, zijn ze vandaag naar Miami gevlogen. Net als ik, zijn ze aanvankelijk overweldigd door de ruimtes in het appartement in Cococonut Grove, maar na enige tijd lijken ook deze bezoekers het noorden kwijt. De typische materiaalcombinatie van Zapata, hout, glas, beton en staal, vinden ze fantastisch en omdat hun huis veel groter zal zijn, vrezen ze niet voor het beklemmende gevoel van een teveel aan schuine wanden. Op één punt is er wel paniek: in een dergelijk huis is nergens plaats voor een kunstwerk! Doordat zo goed als alle wanden schuin zijn, kunnen er geen schilderijn worden opgehangen, en doordat alle uitzichten zo gefragmenteerd zijn, kan geen enkel beeld voldoende ruimte krijgen om tot zijn recht te komen. “Het is een probleem”, geeft de assistent toe. “Voor Zapata is de architectuur het werk op zich, hij laat inderdaad niet veel ruimte vrij voor andere kunstwerken. Ik veronderstel dat hij voor deze klant het grondplan toch nog wat zal moeten herzien, maar misschien overtuigt hij hen wel om de hele collectie in een afzonderlijke ruimte onder te brengen.”

In Amerika zijn ze misschien gek genoeg om een dergelijk determinerende architectuur te slikken, maar daarbuiten lijkt dat toch iets moeilijker te gaan. Hoe dan ook, Zapata’s architectuur blijft fascinerend om naar te kijken, maar niet om in te wonen.

Hilde Bouchez / Foto’s Verne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content