Scott Schuman is geen catwalkfotograaf of paparazzo. Hij richt zijn lens op wat anders ongezien blijft : het publiek van modeshows, en gewoon hippe voorbijgangers op straat. Het levert hem een immens populaire website vol karakterportretten op.

Scott Schuman neemt foto’s. Zo’n viermaal per jaar dienen de zalen en tenten van de modeweken in Milaan, Parijs en New York als zijn uitverkoren werkterrein. Voor het begin van een show vat hij post aan de ingang, fototoestel paraat. Soms jaagt hij rond de catwalk, op zoek naar goed geklede mannen en vrouwen. Schuman is geen paparazzo, geen catwalkfotograaf. Hij portretteert de protagonisten van de textielindustrie, de keizers en de lakeien van de mode. Vaak zijn dat de invités van de defilés : stilisten, journalisten, boetiekeigenaars, modellen. Hij noemt zichzelf The Sartorialist (Van Dale E-N: sartorial 1. kleermakers- , 2. mbt. /van (heren)kleding). Zijn weblog wordt druk geconsulteerd. Wie erop verschijnt, is een erkende fashionista. Het internet heeft zijn eigen helden, Scott Schuman is een van hen. Een celebrity in beperkte kring.

Straatfotografie is ongeveer even oud als de fotografie zelf, en het documenteren van bepaalde categorieën van mensen (modeliefhebbers, in dit geval) is ook al geen recent fenomeen. Het legendarische Londense tijdschrift i-D brengt al ongeveer dertig jaar snapshots van trendy kids, dikwijls vergezeld van miniatuurinterviews, genre wie, wat, waar. In Japan zijn tijdschriften als Fruits en Cutie al een eeuwigheid gespecialiseerd in het afbeelden van dol uitgedoste jongens en meisjes, geplukt op de eerste de beste straathoek in trendy Harajuku.

Het internet lijkt een perfect instrument voor het genre. Misschien heeft dat te maken met de bodemloosheid van het web : het is een medium dat zich goed leent tot documentatie en archivering. The Sartorialist is, met zo’n zeventigduizend individuele bezoekers per dag, de belangrijkste portrettengalerij van de mode (de commentaren bij de foto’s, soms enthousiast en soms venijnig, getuigen van het succes van de site). Het Amerikaanse nieuwsweekblad Time rekende Schuman onlangs bij ’s werelds honderd belangrijkste design influencers.

Sinds 2006 is Schumans pose als The Sartorialist een voltijdse baan. Hij leeft niet alleen van zijn eigen site, maar levert ook portretten voor een eigen, regelmatig verschijnende rubriek op Style.com, de aan mode gewijde website van de Amerikaanse tijdschriftengigant Condé Nast. Die betaalt hem om de modeweken van de wereld te verslaan (oorspronkelijk beperkte hij zijn actieradius tot de straten van New York).

Schuman heeft eveneens fotocolumns in een paar papieren bladen, met name de Amerikaanse editie van GQ en het Japanse Men’s Ex. Sinds kort fotografeert hij af en toe heuse modeproducties, bijvoorbeeld voor de Britse Elle en de Franse Vogue. Hij maakte een reclamecampagne voor het Zweedse kledingmerk Gant, en verscheen zelf als model in een campagne van The Gap : de portrettist geportretteerd (“Het was de eerste keer dat ik een bekende fotograaf in actie zag”, zegt hij daarover. “Ik was behoorlijk onder de indruk.”)

Nog een debuut : in januari van dit jaar werd zijn werk voor het eerst tentoongesteld, bij de gereputeerde galerie van James Danziger in New York. In april was een selectie uit zijn werk te zien tijdens het mode- en fotografiefestival van Hyères, in Zuid-Frankrijk (waar dit interview is afgenomen). De Britse uitgeverij Phaidon publiceert eerlang zijn eerste boek. Het is nog wachten op Sartorialist-sleutelhangers, Sartorialist-posters en een Sartorialist-editie van, pakweg, de Mini Cooper.

Schuman, opgegroeid in Indianapolis, is geen buitenstaander. Hij studeerde modemanagement en stond op de loonlijst van bedrijven als Valentino en Onward Kashi-yama, het machtige Japanse modeconglomeraat. Later had hij een eigen showroom in New York. “Ik maakte af en toe foto’s van mensen van wie ik vond dat ze fantastisch gekleed gingen”, zegt hij. “Gewoonlijk waren dat mensen die ik op straat zag lopen, in New York. Ik was gefascineerd door het enorme verschil, een kloof bijna, tussen de kleren die zij droegen en de kleren die ik in mijn showroom verkocht. Ik was hoegenaamd geen fotograaf. Mijn vader maakte bedrijfsfilms. Hij heeft hopen fabrieken gefilmd. Zelf had ik, voor ik met The Sartorialist begon, weinig ervaring met film of fotografie. Ik kende het verschil tussen Richard Avedon en Bruce Weber. Daar bleef het ongeveer bij.”

Hij begon intensiever te fotograferen toen hij vader werd. “Het huurcontract van mijn showroom zou aflopen en dat was een uitstekende aanleiding om een tijd te stoppen met werken. Ik heb me twee jaar geconcentreerd op de opvoeding van mijn kinderen, als stay at home dad. Met de kids trokken we vaak naar buiten, naar de stadsparken en de speelpleinen. Ik leerde er fotograferen in natuurlijk licht. Het werk van Bruce Weber diende daarbij als voorbeeld, en mijn kinderen als modellen. Ik fotografeerde voor mijn plezier. Cursussen heb ik nooit gevolgd. Het was ook nooit mijn bedoeling om modefotograaf te worden, al voelde ik ergens wel dat mijn passies voor mode en fotografie op een bepaald moment in elkaar zouden overvloeien.”

Mettertijd groeide in het hoofd van Schuman het idee voor een website over mode. “Ik had een naam, The Sartorialist, en een plan. Ik wilde een site beginnen over mannen met stijl. Ik had niet echt een concept, eerder een vaag idee. Ik had weinig verstand van het internet. Ik wist niet dat het zo gemakkelijk zou zijn, zo goedkoop.” Schuman opende zijn eigen stek bij Blogger.com, een onderafdeling van Google. Tezelfdertijd begon hij een kleinschalige maar intense marketingoperatie. “Ik werd The Sartorialist. Ik was een merk zonder naambekendheid. Daar heb ik aan gewerkt, dat was ik aan mezelf verplicht. Toen ik tijdens de modeweken het publiek van de shows begon te fotograferen, veronderstelden de meeste mensen dat ik voor een of ander tijdschrift werkte. Ze wisten niet wie ik was. Ze vertrouwden me soms niet. Dan kwam er bijvoorbeeld iemand van het mannenblad GQ op me af. Who are you ? What’s your deal ? Intussen weet ongeveer iedereen wie ik ben, en wat ik doe. Het gaat om een standpunt, een point of view : waarom vind ik dat iemand er goed uitziet ? Mijn publiek vertrouwt me. Ik fotografeer geen bimbo’s. Ik houd niet van vulgariteit. Mijn publiek weet dat en stelt het op prijs.”

Wie is uw publiek ?

Scott Schuman: Ik kom uit de modesector. Ik heb een zeker gevoel voor kleren, kennis van zaken. De kok Anthony Bourdain schrijft in het voorwoord van een van zijn boeken dat hij zijn recepten in boekvorm heeft verzameld voor andere koks. Mijn opzet is gelijksoortig : ik werk voor een publiek van kenners, mensen die op de hoogte zijn van mode. Een ander voorbeeld is de sportradio waar ik in New York vaak naar luister. De journalisten van die zender weten waarover ze spreken, en ze gaan ervan uit dat voor hun luisteraars hetzelfde geldt. Als een bezoeker van The Sartorialist niet weet wat Pitti is, dan moet hij het maar opzoeken.

Hoe belangrijk zijn de kleren op uw foto’s ?

Ik ben zelden geïnteresseerd in een specifieke outfit. Er zijn zoveel belangrijker dingen dan kleren. Ik kijk naar de manier waarop iemand kleren draagt. Ik zoek naar een attitude, persoonlijkheid. De kleren zijn, in zekere zin , the icing on the cake. Ze zijn niet essentieel. Ontwerpers beweren graag dat ze kleren maken voor een ingebeelde, geïdealiseerde vrouw. Maar die vrouw lijkt zelden of nooit op iemand die echt bestaat. Op mijn blog kunnen diezelfde ontwerpers zich laten inspireren door echte vrouwen : kijk, dat meisje zou ik graag in mijn kleren zien. Nogmaals, de sleutelwoorden zijn attitude, persoonlijkheid. De manier waarop een jongen zijn jas dichtknoopt, of hoe hij op een heel eigen manier een dubbelgeknoopte jas draagt. Hoe hij die zich eigen maakt. Mijn foto’s moeten iets zeggen over de persoon in kwestie. In Williamsburg (een wijk in Brooklyn, JB) heb ik een keer een chassidische jood gefotografeerd. Die jongen leunde tegen een telefooncel, tipte zijn hoed, nam een pose aan : heel cool. Ik probeer er ook altijd voor te zorgen dat je op mijn foto’s kunt zien waar je bent. Dat New York op New York lijkt, en Milaan op Milaan.

Hoe ziet uw doorsneewerkdag eruit ?

Ik werk bijna elke dag. Ik ben gek op verhalen over fotografen als Robert Doisneau, mannen die de hele dag met hun fototoestel door de stad zwierven. Ik houd van die manier van leven. Het is romantisch, zeker als je je hele leven op een kantoor hebt gewerkt. Meestal loop ik gewoon rond. Ik ga nooit op zoek naar iets in het bijzonder. Ik houd mijn ogen open. Als je naar dat ene meisje blijft zoeken, dan mis je misschien die andere jongen. Ik heb intussen wat meer mensenkennis. Ik weet wanneer iemand gehaast is, ik weet of iemand zin heeft om te poseren of niet. Meestal gaat het heel snel. Ik heb alles klaar. Als ze akkoord gaan, dan hoef ik alleen op de knop te drukken. Ik heb meer zelfvertrouwen, en ik ben zoals gezegd bekender. De meeste mensen zeggen : oké, ga je gang. Voor veel van die mensen is het een eer om sartorialized te worden. Als ze niet willen, dan zijn ze gehaast. Of op de vlucht voor de arm der wet.

i

thesartorialist.blogspot.com

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content