In enkele jaren tijd is de tuin van Lies Vandenberghe een levende rozenencyclopedie geworden. Ze kweekt tegenwoordig meer dan negenhonderd variëteiten. En daar blijft het niet bij.

H Loverlij, de tuin van Lies Vandenberghe, is open voor het publiek elk weekend in de maand juni van 10 tot 18 uur.

Oude Gistelse-steenweg 8, 8490 Snellegem (Jabbeke).

Groepen kunnen ook op afspraak komen : 050 39 01 49.

De meeste kwekers bij wie Lies Vandenberghe zich bevoorraadt, hebben een website : roses-anciennes-eve.com, meilland.com, rosesguillot.com, lens-roses.com

Ik hou van uitdagingen. Als ik iets onderneem, dan doe ik dat met hart en ziel.” Bij het betreden van de veertiende-eeuwse hoeve zie je nog maar een flauwe afspiegeling van het werk dat dertien jaar geleden werd aangevat. Begin mei torst de gevel een meesterlijk geleide, reusachtige blauweregen. Dan stop je voor een groot perk met struikrozen en stokrozen, afgeboord met gesnoeide buxus. Lies Vandenberghe en haar man kochten deze hoeve 25 jaar geleden voor de weiden die eromheen lagen. Ze hadden in die tijd een slagerij en wilden (toen al) hormonenvrije runderen kweken. Tegelijkertijd begonnen ze met een grondige renovatie van de gebouwen, een onderneming die twaalf jaar heeft geduurd. Lies is nu alleen en ze heeft zich met hart en ziel op de aanleg van de rozentuin gestort.

“Ik herinner me nog mijn eerste pogingen tot tuinieren. Mijn man en ik fietsten hier graag in de omgeving. Als ik dan een mooi plantje tegenkwam, nam ik een exemplaar mee. Maar toen ik echt met de aanleg van mijn rozentuin begon, heb ik het anders aangepakt. Ik ben begonnen met een klein stukje tuin aan de achterzijde van het huis. Daar groeide een klimroos tegen de gevel. Die staat er nu al meer dan vijftig jaar. Ik had ook kunnen beslissen om haar weg te halen, maar ik koos ervoor haar te verzorgen en te snoeien. Dat lukte goed en het gaf me moed.”

Een bezoek aan de rozentuin begint dus achter aan de woning en gaat voort in wat vroeger een wei was, maar is uitgegroeid tot een collectie met meer dan 950 variëteiten. Bij zo’n overvloed stel je toch de vraag hoe je zoveel vormen, kleuren en afmetingen verantwoord samen plaatst. Lies Vandenberghe koos voor een oplossing die even simpel als doeltreffend is, namelijk thematuinen. Rozen die de naam van een musicus dragen bijvoorbeeld ( Louis Lens heeft er zo verscheidene gecreëerd die Mozart, Sibelius of Ravel heten). Er is ook een ‘aristocratische’ rozentuin met onder meer Comtesse de Chambord, Comtesse de Brabant, Duchesse de Portland. Een andere tuin staat vol met Engelse rozen, een selectie uit de creaties van David Austin. Andere thema’s hebben te maken met het uitzicht van de bloemen of de manier van kweken of schikken : de romantische tuin, de tuin met enkelvoudige bloemen, de lommertuin, de bogen met klimrozen. Kleur is ook een criterium om te groeperen : er bestaan dozijnen witte, roze en gele rozen. “Een rode tuin heb ik echter vermeden, omdat te veel rood al gauw schreeuwerig overkomt.”

Ondanks de omvang van haar collectie blijft Lies Vandenberghe kieskeurig. Ze heeft een voorkeur voor oude en botanische rozen. De overgrote meerderheid bloeit maar eens per jaar. Het sprookje duurt dus slechts van half mei tot begin juli. Maar het schenkt in meer dan één opzicht voldoening. De variëteiten dragen ofwel enkelvoudige bloemen ofwel heel geraffineerde boeketjes. Haar lievelingsplekje is de tuin met botanische en wilde rozen vlak bij de vijver, vanwege hun enkelvoudige bloemen. “Zij gaan het eerst open en ze zijn zo fijn. En als ik ze zie, dan denk ik al aan de rozenbottels die ze me in het najaar zullen opleveren.”

“Ik heb doelstellingen nodig om verder te kunnen gaan. Het idee om thematuinen aan te leggen, ongeacht hun afmetingen, heeft me echt aangemoedigd. Elke nieuwe tuin brengt weer andere ideeën mee.”

Jaar na jaar groeit het aantal thema’s. In 2003 zullen het er 43 zijn. Afgelopen winter zijn er drie nieuwe thematuinen bijgekomen. Een daarvan is een hulde aan de grootste Belgische rozenkweker, Louis Lens. Op een perceel van dertig bij tien meter, omheind met paalwerk in kastanje, is er plaats voor zestig variëteiten. “Ik had al rozen van Lens. Ik hou bijvoorbeeld heel veel van Pleine de Grâce of Dentelle de Malines. En die laatste kan altijd rekenen op veel belangstelling. Maar Louis Lens heeft zoveel rozen gecreëerd dat ik hem op deze manier hulde kan brengen. Er komen struikrozen, bodembedekkers en aan de paaltjes klimrozen, heel nonchalant. Ze zullen erover groeien en aan de andere kant van de omheining neerhangen.”

Beslissen dat je een thematuin wilt is één zaak, maar hoe organiseer je de aanleg ? Lies werkt met verscheidene catalogi, die van Rudy Velle in Oudenburg (de opvolger van Louis Lens) en die van Franse rozenkwekers zoals Meilland, Guillot of André Eve. De laatste twee zijn gespecialiseerd in oude rozen. “In Frankrijk bestel ik telefonisch of schriftelijk. Ze worden bezorgd per post, heel zorgvuldig verpakt. En na zoveel jaar beginnen de mensen me te kennen.”

Hoe langer je kijkt, hoe meer je onder de indruk komt van de meesterhand waarmee dit allemaal tot stand is gekomen. “Vroeger ging ik nog tuinen bezoeken, maar daar heb ik nu nog nauwelijks tijd voor. In het begin ging ik vaak te rade bij Rudy en Ann Velle. Hun kwekerij is niet ver van hier. Ook Mia Gevaert uit Ruddervoorde heeft me veel geholpen. Voor de rest heb ik veel gelezen en lees ik nog altijd veel. En natuurlijk heb ik intussen ook ervaring opgedaan. De grond hier is nogal zanderig, anders dus dan grond die slib of leem bevat. Ik heb al doende geleerd. Men adviseert je bijvoorbeeld een bepaalde snoeiwijze en je ontdekt dat een andere geschikter is.”

Het snoeien is zowat het zwaarste werk. Daarom begint Lies al eind augustus, dan is ze rond tegen half april. Een complete renovatie van een grote klimroos kan al een dag in beslag nemen. Niet te onderschatten is ook het aantal beukenhagen waarmee veel van haar thematuinen zijn afgebakend. Samen zijn ze wel twee kilometer lang. Die moeten in mei-juni ook een snoeibeurt krijgen. En dan nog de buxus. In het begin kocht ze mooie bollen voor de omheining van de voortuin. Maar tegenwoordig stekt ze zelf aan het einde van de zomer. Bij gebrek aan tijd gaan de nieuwe loten soms gewoon recht de grond in.

Veel bezoekers brengen er een hele dag door, die zie je dan ’s middags hun picknick tevoorschijn halen. Lies wordt vaak bestookt met vragen, vooral over de namen van de bloemen, wat altijd moeilijk is met zo’n groot aantal soorten. “En dat een rozenstruik hier goed gedijt, betekent niet dat hij het elders even goed zal doen. Mijn lievelingsroos is zonder twijfel La Rubanée (ook soms Village Maid genoemd), maar ik ben er niet zeker van dat ze in andere streken even goede resultaten geeft.”

Veel vragen gaan ook over behandelingen en onderhoud. “Uiteraard vormen ziekten een probleem. Maar ik geef ze een evenwichtige voeding en niet te veel. Ik gebruik ook organische meststoffen, één keer per jaar, in maart. Vorig jaar heb ik ze maar één keer besproeid, preventief. Het liefst van al zou ik dit jaar helemaal niet sproeien. Zo’n tuin is natuurlijk dankbaar. Je krijgt immers veel complimenten en hij geeft je ook veel voldoening.”

De mooiste momenten voor Lies zijn de zomerdagen om zes uur ’s ochtends. Zo dicht bij de kust is de opkomende zon op dat ogenblik nog in nevelen gehuld. De heerlijke geuren die de meeste rozen dan verspreiden, doen denken aan oosterse paleizen. Bloemen die net voorbij hun hoogtepunt zijn, oogst ze in grote hoeveelheden. “Omdat ik mijn rozenblaadjes niet behandel, geef ik ze aan vriendinnen die er sorbet, siroop en confituur van maken.” Toch zie je Lies zelden een boeket plukken. “Een rozenstruik bloeit gemiddeld één tot twee weken. Rozen in een vaas blijven maar drie dagen mooi. Zonde toch !”

Af en toe maakt ze wel eens een uitzondering, zoals voor dat oude dametje dat sprakeloos stond voor zoveel magie. “Ze woonde in een appartement terwijl ze altijd van een rozentuin gedroomd had. Ik doe het zelden, maar ik heb voor haar een boeketje samengesteld. Tuinieren maakt gelukkig. Ik doe het omdat ik in mijn leven een doel wil hebben en omdat ik graag tot het uiterste ga. Maar vooral zou ik de mensen willen leren van rozen te houden.”

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content