Bernhard Willhelm, aan wie het MoMu deze zomer een overzichtstentoonstelling wijdt, is een van de invloedrijkste ontwerpers van de vroege eenentwintigste eeuw. Een portret aan de hand van enkele uitgelezen citaten.

Kinderkle(u)ren

Ik droeg vroeger lederhosen, zoals alle kinderen van mijn generatie. Die zin voor traditie bevalt me : tegenwoordig gaan ouders naar H &M.” ( SüddeutscheZeitung, maart 2007).

Ik wil eigenlijk niet over mijn jeugd praten. Mensen vinden dat mijn ontwerpen iets kinderlijks hebben en misschien zoeken ze daarom een link met mijn kinderjaren. Maar ik vind dat niet juist.” ( The Independent, 2002 ).

De 35-jarige ontwerper uit Ulm, een middelgrote stad in de schaduw van het Zwarte Woud, heeft sinds 1999, toen hij in Parijs zijn eerste collectie lanceerde, de mode gerevolutioneerd. En dan vooral in het segment van ‘kids’ van (pakweg) 15 tot 35. Die zien er, dankzij Willhelm, kleurrijker uit dan ooit te voren. Vrolijker ook, en gedurfder. Zonder Willhelm geen nu rave, en ook geen hoodies met fluolintjes. Titel van zijn wintercollectie 2002 : Colours Are Never A Problem For Bernhard.

Hij heeft T-shirts ontworpen met copulerende dinosau- riërs (voor Designers Against Aids), een met konijntjes bedrukte trainingjas voor het label Misericordia, een rok waarop de afbeelding van Michael Jackson was geborduurd, onder meer gedragen door Björk tijdens de uitreiking van de Golden Globe Awards in november 2000. Willhelm ontwierp ook de kleding voor de wereldtournee van Björk dit jaar en het enigszins excentrieke eendenkostuum dat de zangeres draagt op de hoes van haar cd Volta.

Nergens thuis

“Ik ben een Duitser met een kantoor in Parijs en een atelier in Japan, die toevallig in Antwerpen heeft gestudeerd. Een echte outsider dus. Ik wil nergens thuishoren en zeker niet in Antwerpen. ” ( Weekend Knack, september 2005). Toch wordt hij nog steeds beschouwd als een Belgische ontwerper. Net als bijvoorbeeld Stephan Schneider of Haider Ackermann, half Fransman, half Columbiaan. Voor zijn tweedejaarscollectie aan de Antwerpse Academie kreeg hij de Weekend Knack-prijs. Afstuderen deed hij onder luid applaus met een collectie in het teken van Roodkapje. Zijn merk hield hij in Antwerpen boven de doopvont maar sindsdien is hij naar Parijs verhuisd. De productie van zijn kleren gebeurt sinds enkele seizoenen in Japan. Hij heeft ook tijd doorgebracht in Rome, waar hij een lijn tekende voor het oude couturehuis Capucci.

Beknopte zelfbeschrijving

“Ik denk dat ik redelijk ergerlijk kan zijn. En soms ben ik graag kwaadaardig. Ik kan wreed zijn en mensen op de heupen werken. Eten is erg belangrijk voor mij. Als ik niet eet voel ik me slecht. En ik breng veel tijd door in de sportzaal. Ik heb niet zoveel met muziek. Ik kijk graag naar MTV. Ik dans graag. Ik ga graag uit. Ik kom graag in discotheken en seksclubs. De Fransen zijn exhibitionisten. Je hebt er al die clubs waar je naakt kan rondlopen of in je ondergoed.” (In het onlinemagazine Hintmag.com).

Seks en leden

Bernhard Willhelm is, net als bijvoorbeeld John Galliano of Walter Van Beirendonck, niet vies van seks. Hij durft meer. Hij heeft onder meer naakt geposeerd voor het eerste nummer van Butt, het sindsdien min of meer mythisch geworden blad voor ironische homoseksuelen. De foto’s gaven Willhelm een soort reputatie als crypto-pornoster. Tijdens de presentatie van zijn mannencollectie zomer 2008, eerder deze maand in een Parijse galerie, toonde hij overmaatse foto’s waarop een grootgeschapen worstelaar onder meer zijn lid in de uitlaatpijp van een auto stopt.

“Die foto’s in Butt zijn me blijven achtervolgen. Ze werden overgenomen zonder toestemming, er waren telefoons van mensen die vroegen : ‘Is dit de nieuwe koers ? Wil Bernhard een pornoster zijn ?’ Het was redelijk angstaanjagend.” ( The Independent, 2002).

Lachen mag

“Ik mis humor in de mode. Humor is blijkbaar niet cool. In alles van waarde zit ook humor, anders is het te eenzijdig. En neen, humor in mode is geen dunne lijn om te bewandelen, en neen, het is niet vergankelijker dan wat dan ook . It’s cool not to be cool. Er is veel meer durf voor nodig. Trouwens, aan het eind van het verhaal zijn het toch maar kleren, en daar moet niet te veel bij nagedacht worden.” ( Vrij Nederland, mei 2004)

Maar : “Wat ik altijd heb willen tonen is dat er achter de lichtheid en de humor plaats is voor ernstige, zelfs sombere gedachten.” ( Weekend Le Vif/L’Express, september 2001).

Info : Bernhard Willhelm : Het Totaal Rappel. Van 13 juli 2007 t/m 27 januari 2008. ModeMuseum Provincie Antwerpen, Nationalestraat 28, 2000 Antwerpen. 03 470 27 70, www.momu.be

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content