De plek
Omdat ‘mijn lief’ klinkt als iemand met wie je het aan- of uitmaakt via een sms en aangezien er in deze taal geen woord bestaat voor de moeder van je kind die je niet in de steek hebt gelaten en voor je verloofde zonder de belofte van een buitenissige bruiloft, zal ik haar X~ noemen. Na jaren vertrok mijn huisgenoot naar zijn X~ en samen hebben mijn X~ en ik dit appartement ingepalmd, de voorheen verboden toegang kamers werden een living en een berging, een cocon van elf op negen met roze muren in de keuken, mijn allereerste kookboeken, genoeg dvd’s om een nucleaire winter te overleven en een baby die zich ondanks zijn nooit aflatende nieuwsgierigheid deze plek niet zal herinneren.
Maar heel even, misschien een week of zo, nadat hij verdween en voordat zij officieel verscheen, had ik een appartement voor mij alleen, met twee volledig lege kamers. Voor haar spullen de mijne zouden worden en kleren in kasten zouden hangen in plaats van op de grond of op de zetel, was dit heel even helemaal van mij. Als een laatste verboden vorm van totale vrijheid. Een week later waren de lege kamers gevuld met prullen die ik nog nooit eerder gezien had.
Ik noem mij schrijver nu, omdat het meer impact heeft dan theatermaker en minder vervelende vragen opwekt dan komiek. Dat wil zeggen dat ik thuis ben nu. Bijna altijd op dezelfde plek waar ik deze woorden neertyp. Terwijl mijn eerste boek gestalte kreeg op treinen onderweg naar repetities en stand-upoptredens, kon ik mijn tweede hier verzinnen. Maar het lukte niet. De akelige en gewelddadige passages die ik wou schrijven, kwamen niet. Het huis liet deze beelden niet binnen, ik moest ze buiten gaan zoeken, ik ontvluchtte een zwangere vrouw, een afwas en een geborgenheid om vijfhonderd meter verderop in de McDonald’s met zicht op bedelaars en betogingen mijn tweede boek te creëren.
En nu is mijn zoon er en mag X~ weer gaan werken. Ik ben niet meer de koning van mijn eigen land. Behalve tussen tien en vier. Dan is deze plek terug helemaal van mij, zonder de lege kamers. Ik moet nergens naartoe, behalve in mijn eigen kop. Is het vreemd dat ik bijna elke dag mijn kind naar de crèche breng om dan weer te keren naar een leeg huis en geld te verdienen zodat ik de crèche kan betalen ? Alstublieft, niet op antwoorden. Want het is misschien vreemd maar wel nodig, deze paar uur van zelfopgelegde eenzaamheid waar opdrachten via mail binnenkomen en even virtueel weer buiten gaan. Die paar uur van totale vrijheid, maar dan in een lightversie.
Ik heb mij gehaast om iets te betekenen voor mijn dertigste, om een vader en een auteur te zijn. Al de rest vloeit voort uit deze twee allesbepalende keuzes. Een dagelijkse evenwichtsoefening tussen deze twee dingen, een erotisch kortverhaal schrijven met een zieke brullende baby in de kamer hiernaast, een ongemakkelijk gevoel als X~ in dezelfde ruimte vertoeft als ouwe theatervrienden, een gemis aan nutteloze nachten van Playstation en een sporadische nieuwsgierigheid naar ‘wat als die kamers leeg bleven’.
Joost Vandecasteele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier