Een reportage over het dagelijks leven van de ballerina, over de onderkant van een droomwereld. Deborah (10) : ?Als ik op mijn tippen sta, krijg ik erg pijnlijke voeten. Maar ik wil dat er later een groot publiek naar me komt kijken. Ik heb er alles voor over.? De sterdanser : ?Wij huilen veel in het ballet.?

Anna Luyten / Foto’s Lieve Blancquaert

Dynamics. That’s the most important in your step. Komaan mensen. Plié contract, plié et hup…? De pianist speelt in de hoek van de klas een deuntje. Zo’n vijftig slanke jongens en meisjes bekijken zichzelf ernstig in de grote wandspiegel. Ze springen omhoog. Ze maken sierlijke pirouettes. Hun balletschoenen tokkelen op de vloer. De zweetvlekken in hun kleren worden langzaam groter. Soms missen ze al eens een pas. Dan laten ze hun glimlach vallen en roepen ze ?shit?. Op de gang van het repetitielokaal van het Ballet van Vlaanderen in Antwerpen liggen hun zakken er wanordelijk bij. Flessen water. Soms zie je er een meisje zitten met een flesje jodium en wattenpropjes. Voeten vol blaren van de afgedwongen gratie worden uit de balletschoenen geholpen. Gepleisterde tenen. En dan weer in die roze, sierlijke schoentjes waarin ze een oude kous propt om de pijn van openliggende tenen wat draaglijker te maken.

Robert Denvers, sinds 1987 artistiek directeur van het Ballet van Vlaanderen, leidt zoals iedere ochtend de les.

? Plier et respirer. De plié dient ervoor om jezelf weg te duwen. Komaan. Hoger. And lift that leg, lift a leg. Stop. Zwaai dat been niet zomaar de hoogte in. It looks so dumb. Have that Fééééling of the movement of your body. Otherwise it’s sooooo boring.? Hij zucht. Felle blikken. Haviksogen. Gespannen halsspieren. En opnieuw.

De jongens moeten hoge sprongen maken. Imponeren. Ze worden door hun leraar op hun plaats gezet : ?Als je geen conditie hebt, dan hoeft het niet.? De pianist stopt zijn deuntje. ? Paul, hoeveel push-ups kan je na elkaar ?? De jongen drentelt wat rond in de grote zaal. Twijfelt. Dan nonchalant : ?Vijftig.?

?Show it. Ga naar het midden van de zaal. Doe er dan vijftig. Op muziek.? De pianist tokkelt een liedje. De jongen zet zich in het midden van de zaal. De hele groep hangt lachend aan de barres. Tracht hem te ontmoedigen. Klapt mee in de handen. Paul haalt de vijftig. De groep lacht.

In de gang zit een meisje te huilen. Een paar dansers komt naar haar toe.

?Gaat het ??

?Neen.? Rode ogen in een mager gezicht. Handen rond de dunne benen. Haar schoenen in een hoek gegooid. Weer tranen. ?Ik heb daarnet mijn been gekwetst.?

Het is zoals op de kleuterschool?, zegt Robert Denvers later in zijn groot kantoor. ?Je hebt bleiters en je hebt er die nooit iets mankeren.? Denvers begon op zijn zestiende te dansen. ?Ik was tegendraads in mijn jeugd?, zegt hij. Hij ging van school weg. Hij danste bij Béjart en was solist van het Nationaal Ballet van Canada. Na een kwetsuur besloot hij op zijn 33ste te stoppen, en ging hij zich specialiseren in de opleiding van dansers. ?Ballet vraagt discipline en hardheid?, zegt Denvers. ?Maar toch kan je het niet vergelijken met topsport. Je moet in dans de mensen in een toestand kunnen brengen waarin ze wegdromen. Dansen is een gave. Je moet die gave hebben en willen ontwikkelen. Het doel dat je moet willen bereiken, is de perfectie. Je moet jezelf polieren als een sculptuur. Ik probeer dat bij mijn mensen aan te wakkeren. De keuze om danser te worden, gebeurt al heel jong. De competitie is ongelooflijk hard, een hele jeugd lang. Op hun zestiende kunnen ze niet anders dan alles geven. Anders geraken ze er niet. Competitie wordt een tweede natuur.?

Nieuwe leden van het Ballet van Vlaanderen worden door Denvers aangeworven. Wat eist hij ? ?Ze moeten een sterke persoonlijkheid hebben. Die zie je door de manier waarop ze niet bewegen. De manier waarop ze kijken, of gewoon ergens staan. Ik neem alleen mensen aan waarvan ik hoop dat ik ze ergens naartoe kan leiden. Ze geven me de beste jaren van hun leven, ik voel me verantwoordelijk.?

Wil hij echt de besten ? ?Ik moet mijn soep maken met de groenten die ik heb. De keuze van de groenten hier is niet te vergelijken met de mensen van het New York City Ballet of de Parijse Opera. En toch heb ik hier een aantal zeer mooie balletten kunnen maken. Toen ik Eric Frederic in de groep kreeg, dacht ik : nu heb ik eindelijk een Romeo, nu kan ik Romeo en Juliet maken.?

En het lichaam. Het lichaam is belangrijk bij de groenten waarmee Denvers soep wil maken. ?Het moet esthetisch zijn. In de voeten moet een mooie boog zitten. Hun kuiten moeten hoog zitten. Maar met die mode van vandaag zijn de kuiten van de meisjes lager komen te hangen. Die pin-ups van vroeger die altijd op hoge hakken liepen, die hadden mooie kuiten.?

?De mensen willen proporties zien. Ze moeten iets hebben om naar te kijken, iets waarvan ze kunnen zeggen : ‘Dat kan ik niet. ‘ Een mannequin lijkt ook niet op de madame van achter de hoek. In ballet is dat tot het uiterste gedreven.? De meisjes zijn zo mager, opper ik. ?Als je naar Het Zwanenmeer gaat, wil je 24 zwanen het podium zien opkomen, geen 24 varkens. Ze moeten etherisch zijn. Ze moeten dun zijn.? Hoe streng kan een directeur zijn ? Geen prikklok maar een weegschaal in de hand. ?Als ik hen mollig zie worden, zal ik hen openlijk in de les zeggen : ‘Schatje, zijt ge aan de pil of is het af met uw vriendje zodat ge u moet volproppen met eten ? Pas maar op. ‘ Na drie maanden moet dat vet er weer af. Iemand die niet op zijn gewicht blijft, wordt gestraft. Bij iemand die enorm veel talent heeft, is het moeilijk om hard te zijn. Ik zal de rol afnemen. Voor een corps de ballet geldt de regel : te dik, buiten !

Er is geen democratie in het ballet. Je hebt de minder goede, de goede en de betere. De sterkste eet de minder sterke op. Ach, men is zo bang geworden om eerlijk te zeggen tegen iemand waar het op staat. Ik ben als een weegschaal. De enige genade die ik kan opbrengen, is dat ik rekening zal houden met het psychologisch best gekozen moment om de harde waarheid te zeggen.?

In de kantine van het dansgebouw wordt er vooral weinig gegeten en veel gerookt. De dagen van de dansers zijn lang, de rustpauzes kort. De lessen beginnen om tien uur ’s ochtends. Tot twaalf uur. Om halfeen repetities voor De Drie musketiers of herhaling van scènes uit De Notenkraker, de voorstelling die vanavond in Brugge nog wordt opgevoerd. Om halfvier vertrekt de bus naar Brugge. Daar wordt nog eens gerepeteerd. Om acht uur voorstelling en terug thuis met de bus rond middernacht. De volgende dag weer hetzelfde. Een lid van het corps de ballet van het Ballet van Vlaanderen verdient maandelijks ca. 40.000 fr. netto, een sterdanser ca. 60.000 fr.

Ze zit aan een tafeltje in de kantine. Het is een vreemd gezicht. Een frêle meisje dat haar hand in haar tas stopt en dan de kruimels tussen haar vingers aflikt. In haar tas zit een Tupperware-doos met een confituurtaartje. Ze eet het heel traag, bijna onzichtbaar op. Stefanie : ?Tijdens de lessen zie je jezelf voortdurend in de spiegel. Er wordt van je verwacht dat je weet wat je eet.? Stefanie, Denise, Sonja en Sammy zijn vier dansers uit het corps de ballet. Ze vechten tegen de spanning. Stefanie : ?Elke dag opnieuw moet je knokken.? Ze vechten ook voortdurend met de vraag : ?Welke rol zal ik nu krijgen ?? Meestal geeft de choreograaf van de nieuwe productie een les en hangt er enkele dagen later op het prikbord een lijst met de rolverdeling. Stefanie : ?Soms zijn de rollen al verdeeld voor de choreograaf je gezien heeft.? Sammy : ?Er zijn altijd wel mensen die je niet mogen, die hier al langer werken, die de choreograaf in het oor fluisteren welke dansers hij moet kiezen.?

?Oh, ja?, beamen ze. ?Er heerst hier erg veel jaloezie onder de mensen.? Sammy : ?Soms sta je in je danslijn naast iemand die je echt niet kan hebben, die je geen plaats geeft. Dan lucht je je gemoed wel achter de coulissen. Er wordt wel eens gestampt naar elkaar. Of je scheldt. Als het publiek maar denkt : oooh wat mooi.? Stefanie : ?Maar als je op tournee bent en je slaapt met twee op een kamer, moet je wel met elkaar kunnen opschieten.? Sammy : ?Wij zijn aangewezen op elkaar.? Vriend en vijand zijn ze. Denise : ?Het is moeilijk om dat aan vreemden uit te leggen. Je hebt ook zo weinig vrienden buiten het ballet.?

Het begon voor hen allemaal als een droom. Sammy : ?Mijn ouders hadden een café. Ik zag wel eens dansers op televisie, maar meer wist ik er niet over. Mijn moeder ging naar de aerobicsles en nam mij mee als kind. Ze zag dat er ook danslessen voor kinderen werden gegeven en schreef me in. Ik bleek goed te zijn in ballet. Mijn ouders waren erg fier op me. Iedere keer als er visite kwam, zeiden ze : ‘Sammy, dans nog eens. ‘ ?

Bij Eric Frederic (28), een van de grote dansers van het Ballet van Vlaanderen, ging het anders. Hij danst de rol van de prins in De Notenkraker, en repeteert nu volop voor de herneming van De Drie Musketiers. De voorbije maand werd hij gepromoveerd tot principal, de hoogste titel die je als danser kan bereiken. Je begint meestal als lid van het corps de ballet, het voetvolk dat altijd in groep danst, dan word je halfsolist, solist, eerste solist, en slechts enkelen krijgen de titel van principal. ?Werken, werken, werken. En eens je principal bent, moet je nog harder werken. Het is de directeur die beslist wie dat mag worden. Ik vernam het op de première van de Notenkraker. Mijn ouders waren er erg fier op. Het was ook hun droom dat ik een groot danser zou worden. Mijn vader was er wel wat bang voor : zijn zoon in een tutu. Maar mijn moeder heeft me echt gestuwd naar deze carrière.?

Het is nu zijn vierde jaar bij het Ballet van Vlaanderen. Daarvoor zat hij negen jaar in het Ballet van de Koninklijke Opera van Luik, waar hij ook zijn opleiding kreeg. ?Ik begon met ballet toen ik vijf was. Ik heb nooit op een normale school gezeten. Als kind woonde ik in de opera van Luik. Mijn vader was er technieker. Mijn moeder kreeg er een job als huisbewaarster. Mijn ouders konden zich geen crèche veroorloven. Ik voelde me erg aangetrokken door de levensstijl van de mensen uit de opera. Ik hield ervan om te bewegen op muziek. Ik werd ’s ochtends wakker, ging vanaf negen uur in de loges zitten met mijn kleine collants, mijn dansschoenen, mijn maillot. Ik bleef de hele dag in de opera. Ik wilde alle repetities bijwonen. ’s Avonds speelde ik ze na.

De mensen uit mijn omgeving hebben me altijd gesteund. Ze hebben me altijd gezegd : ‘Laat je hoofd niet hangen. Vecht. ‘ Nu heb ik momenten dat ik me neergebliksemd voel. Je hebt fysieke problemen, problemen met je lijf, spierongelukken. Dan kan je je echt heel alleen voelen. Maar dat gaat voorbij. Als je je voet verzwikt, is dat schokkend. Je denkt dat alles waar je jaren voor gevochten hebt in duigen ligt. Ik ken mensen die in paniek schieten. Die die kwetsuren niet aankunnen.

Ik heb even in Keulen gestudeerd. Ik kan de problemen begrijpen van dansers die gescheiden leven van hun familie en die zichzelf moeten behelpen met een minimum aan geld. Het dansmilieu is niet rustig. Je hebt altijd een leraar achter je die je pusht en iedere dag opnieuw tegen je schreeuwt dat je het nog beter moet doen. Ik kan je zeggen dat je echt een sterke ruggengraat moet hebben.?

Waar komt die kracht dan vandaan ? ?Het is de ambitie om te geraken waar je wil. Met de dingen die ik nu moet doen en de ambities die ik op mijn lijst heb, moet ik me niet volproppen met eten en uitgaan. Er zijn momenten waarop je in elkaar stort en zou willen uitroepen : ‘Ik kan niet meer, ik kan niet meer, ‘ maar je zwijgt. Je herpakt je. Een uur later sta je daar terug. Je praat wat met iemand. Of je huilt. Wij huilen hier veel in het ballet. Dat lucht op.

Je hebt blessures die je blijft bewaren. Fracturen, ligamenten die zijn gescheurd en pijn die je altijd blijft voelen, maar elke blessure is als een souvenir. Die wonden zijn als een fotoalbum van de voorstellingen die je ooit gedanst hebt.

Er is medeleven maar ook harde concurrentie in dit gezelschap. Je hebt dat nodig om vooruit te komen. Als je altijd tussen mensen van hetzelfde niveau zit, denk je te vlug dat je de beste bent. Je moet kunnen vechten tegen iemand die op een bepaald punt sterker is. Een voortdurend maar geen boosaardig gevecht. Zodat je ’s morgens tegen jezelf kan zeggen : ‘Vandaag ga ik meer kunnen dan hij. Ik ga nog hoger springen dan hij. ‘ We gaan elkaar niet vermoorden. Maar je bent wel op je hoede. Bij dansconcours bijvoorbeeld, waar de concurrentie echt gewild is, let je goed op wie achter jou de trap afloopt. Alle dansers kijken elkaar vanuit de ooghoeken aan. Ze kleineren je. Ze sissen je toe : ‘Als ik je kan doen vallen, dan zal je vallen. ‘ Maar dat weet je.?

Ach, al dat lijden, dat is erg belangrijk voor een danser, zegt hij. ?Om bepaalde rollen te kunnen vertolken, moet je afgezien hebben. Als alles in het leven met een vingerknip verloopt, dan kan je niets echts produceren. Je kan lijden van de pijn of door het verlies van een geliefd wezen. Dat hoort bij het leven. Om grote dramatische rollen te vertolken zoals in Romeo en Juliet, moet je weten wat dat allemaal betekent.?

En in De Notenkraker ? ?Als prins lijd je niet.?

DE NOTENKRAKER. EEN NIET TE MISSEN SPROOKJE VAN ALLE TIJDEN VOOR ALLE LEEFTIJDEN. Zo vermeldt de brochure. Voor de stadsschouwburg van Brugge wachten mensen in avondkledij op een sprookjesavond die de dansers hen zullen bezorgen. Ze kijken wat weemoedig naar de schitterende foto’s van lenige jongens en ballerina’s op hun tippen. Ze komen voor de romantiek van het ballet, zeggen ze. Achter de scène wordt er gevloekt. Sommigen zijn bang omdat het podium wat schuin afloopt. Bang om te vallen. De frêle ballerina’s roken in hun blanke tutu haastig hun sigaretten op. Brandende Marlboro’s gloeien in de lieftallige gezichtjes. Haastig wordt nog wat schmink bijgewerkt. Er wordt gemopperd. Gezichten als donderwolken die van zodra ze in het licht komen van de spots de liefste glimlach krijgen. Achter de coulissen wordt er zenuwachtig gegiecheld. Over de toestand van het podium gekwebbeld. De meisjes van de bloemenwals lopen in hun romantische jurk het podium op. Steeds sneller draaien ze. Als ze terug achter het gordijn komen, hoor je ze ?shit? roepen.

L ily-Ann, Tom, Deborah, Tamara, Lenneth en Sammy zijn blij dat ze die avond weer bij de ?volwassenen? mogen zijn. Ze zitten nog op de lagere afdeling van de balletschool van Antwerpen. Ze vertolken in De Notenkraker de rol van de kinderen en de muizen. Voor de meesten is het hun eerste echte rol. Ze zijn nog altijd gelukkig dat ze geselecteerd werden. Lily-Ann heeft honger. Ze krijgt nog een croque-monsieur voor we de bus instappen. Na drie beten geeft ze hem terug. Te vet.

Lenneth (10) : ?Zondag komt mijn echte moeder op bezoek. Dan zie ik haar voor het eerst. Mijn pleegouders zijn al vijf of zes keer naar De Notenkraker komen kijken. Ik zou zo graag hebben dat mijn echte moeder ook eens in het publiek zou zitten.? Ze is niet gekomen. Ze had gezegd dat ze De Notenkraker vroeger al eens gezien had. ?Maar daar deed ik toen nog niet in mee.? Lenneth wil graag beroemd worden.

Sammy (11) : ?Ik heb op school gekozen voor ballet. De grote jongens zeggen wel dat je dan een mietje bent en heel sullig, maar ik trek me er niets van aan. Mijn moeder vindt het heel tof dat ik door de auditie van de balletschool raakte. Mijn stiefvader niet. Hij doet aan fitness en vindt ballet saai. Hij zegt dat ze erbij zouden moeten spreken.?

Tamara : ?Wij zijn daarom niet truttiger. Iedereen van onze balletklas hoort graag house.? Lily-Ann mist haar ouders, zegt ze. Ze is elf en zit sinds vorig jaar op internaat. ?Maar ik heb zelf voor dit balletleven gekozen. Ik kan niet knus bij mijn ouders zitten en tegelijkertijd ballerina worden.? Sammy eet chips. Hij geeft zijn flippo’s aan Deborah. Ze stopt ze in haar beautycase en kamt haar haren verder. ?Mag ik jouw dotje maken ?? roept Tom. Deborah (10) weet wat ze wil : ?Prima ballerina worden. Soms is dat lastig. Je moet op kostschool. Je moet heel erg aan je benen trekken. Als ik op mijn tippen sta, krijg ik pijnlijke voeten. Maar ik wil dat er later een groot publiek naar me komt kijken. Ik heb er alles voor over.? Tom zit al op de middelbare balletschool. ?Ik wil later ook wel bekend worden. Maar als ik geen danser kan worden, dan is het maar zo. Ik kan morgen een been breken en dan is het gedaan. Het enige probleem met de balletschool is dat eens je voor ballet gekozen hebt, je moeilijk nog van school kan veranderen. En dan sta je daar met al je danspasjes maar met te weinig wiskunde.?

De meeste kinderen beginnen nu al op hun zesde aan ballet. Ze kunnen in Vlaanderen ter voorbereiding van een professionele danscarrière terecht in Antwerpen. In het Stedelijk Instituut voor Lager Onderwijs krijgen ze speciale balletklassen. Ze studeren een paar uur langer dan de anderen. De school in de Prinsstraat lijkt op een heel gewone school. Buiten staan ouders te wachten. Een paar jongens en meisjes die meedoen met de voorstelling van De Notenkraker wachten in de naschoolse studie op de bus. Alleen aan hun praatjes kan je soms horen dat ze dansen : ?Kan je mij niet interviewen ? Ik ben toch geselecteerd om mee te doen met The Sound of Music.? Op hun twaalfde komen de kinderen terecht op het Stedelijk Instituut voor Ballet, waar ze studeren tot ze achttien zijn. Je komt er alleen in na een strenge auditie, en tijdens het tweede jaar wordt er door de leraars een streng advies geleverd. Dan krijgen de kinderen te horen of ze wel goed genoeg zijn voor een balletcarrière. Maar zelfs later kan je nog van school gestuurd worden. Dit jaar werden er 24 leerlingen toegelaten in het eerste jaar. In het laatste jaar zitten er nu 9. Algemeen directrice Elli Faict : ?Vroeger was dit nog een beroepsopleiding. Nu is het aantal algemene vakken dat ze moeten afleggen toegenomen. Voor wie afstudeert, is het harder geworden om werk te vinden. De laatstejaars reizen nu in Europa rond en doen overal audities. Soms wordt hen alleen op basis van hun uiterlijk gezegd dat ze niet kunnen meedoen. We trachten hen op school gewend te maken aan concurrentie, maar anderzijds krijgen ze hier individueel nog veel steun. Dat valt weg in het beroepsleven.? Drievierde van de leerlingen komt van buiten Antwerpen, enkelen van Japan of Duitsland. De meeste jongeren zitten op internaat of in een pleeggezin, de ouderejaars wonen vaak op kamers. Faict : ?De kinderen zijn enorm gemotiveerd. Ze komen hier allemaal binnen met dat grote doel : op de bühne staan als ze achttien zijn. Er wordt hier dan ook nauwelijks gespijbeld.? Tijdens de balletklassen moeten de meisjes hun haar strak naar achteren opsteken in een knotje. ?Hoe ze dat moeten maken, wordt hen van jongsaf geleerd. Wij verdragen geen los plukje haar. Het gezicht moet een zuivere lijn tonen.?

Op de grond van de balletklas speelt een kleine jongen op zijn Nintendo. Verklede meisjes en jongens lopen in en uit. Zenuwachtig. In de klaslokalen van de middelbare school wordt er op donderdagmiddag gerepeteerd voor de voorstelling Selfmade, een spektakel waaraan zowel de kinderen van de lagere als van de middelbare afdeling deelnemen. Ieder jaar heeft eigen dansjes voorbereid. De laatstejaars moeten alles in goede banen leiden. Niets loopt uit de hand. De kinderen kleden zich snel aan en uit. Ze nemen dit ernstig. Zoals ze hun hele opleiding ernstig nemen. Lisa (16) : ?Ik ben nu bijna afgestudeerd. Je moet echt doorzetten en je kan nooit ergens je voeten aan vegen. Zelfs tijdens de schoolvakanties tracht ik nog lessen te nemen. Dit jaar ga ik stages volgen in Amerika. Elk jaar word je op school geëvalueerd en altijd blijf je bang dat je niet goed genoeg zal zijn.?

Tijdens de pauze worden er in de refter alleen maar gezonde dingen verkocht en gegeten : rijstwafels, appels, water. Meisjes die in het begin van hun puberteit komen, krijgen het op school soms lastig. Hun borsten groeien, ze worden wat molliger, voor velen is dat hormonenspel moeilijk te verdragen. In de lagere klassen ga je elke maand op de weegschaal. ?Ik heb vorig jaar anorexia gehad. Ik wilde niet meer eten. Want als je dik bent, krijg je later geen werk. Ik was misschien niet te dik, maar mijn vriendinnen moesten wel vermageren, en zo ben ik er ook maar aan begonnen.? Saskia (15), Lobke (14), Clio (14), Marie (14) en Lieke (14) weten precies hoe ze eruit willen zien : ?Slanke lijn. Een mooi lichaam. Smalle heupen. Een lange nek. Alles moet in één lijn zitten. Je moet hoge dunne benen hebben, een mooie en dehors en mooie coups de pieds. Zoals Mieke van klas B6.? Ze voelen zich het best als ze op school zijn, zeggen ze. Thuis, in de weekends, zijn ze zo eenzaam.

Na de pauze moeten ze weer op. Marc en Antoine (18) studeren dit jaar af. Antoine is al zeker van zijn job bij het Ballet van Vlaanderen. Marc zoekt nog werk : ?Ik schuim nu alle audities af. Frankfurt. Den Haag. Zaterdag ben ik in Dresden geweest. Je komt met 200 of 300 jonge dansers samen om te solliciteren voor één job. Na drie of vier audities voel je je echt wel zoals bij een beestenkeuring.? De jongens zitten beiden van hun elf jaar op de balletschool. Antoine : ?We hebben geleerd dat als je een rol niet krijgt dat een teken is dat je nog harder moet gaan werken.? Of ze in hun jeugd niets gemist hebben ? Ze zijn verwonderd. ?Helemaal niet. Andere jongens van onze leeftijd moeten nu nog kiezen wat ze later gaan worden.?

Ook Mieke van hun klas, Mieke van B6, heeft al een contract bij het Ballet van Vlaanderen. Ze is zeker van zichzelf. ?Ik moet alleen nog wat aan mijn uitdrukking werken.? Uitgaan doet ze nooit. Spijbelen ook niet. ?Je moet je interesse in het vak tonen. Ook al zit je maar in de derde cast. Op de repetities moet je alle verbeteringen dadelijk opnemen.? Annabel van 6B heeft een minder verzekerde toekomst. Ze is verlegen. Als ze loopt, houdt ze haar armen gekruist over haar borsten. Ze is groot en vrouwelijker dan de rest. ?Ik heb er complexen van?, zegt ze. ?Ik dans al van mijn vierde. Vanaf mijn zevende ging ik naar een balletschool. Nu ben ik achttien. Ik zal nooit terechtkunnen in het klassieke ballet. Ik ben te groot en weeg te veel. Ik ga me aanbieden als danseres bij het Lido in Parijs en een auditie doen bij de dansgroep van het Casino van Monte Carlo.?

Je hebt zoveel dromen als je jong bent?, zegt Cathy Munier (34), danseres bij het Ballet van Vlaanderen. ?Ik ben op het einde van mijn carrière. Er ligt nu al meer leven achter mij dan voor mij. Ik heb als soliste gedanst in Frankrijk en Luxemburg. Ik heb als soliste gedanst met Noerejev. Nu krijg ik mindere rollen. Het is frusterend te moeten verdwijnen in de achterste linies. Het was zoveel werk om ergens te geraken. De meeste mensen van mijn leeftijd hebben al een familie, zijn geïnstalleerd. Mijn man en ik zouden nu ook een kind willen. Het blijft een moeilijke beslissing, want het zou betekenen dat ik een jaar stillig en ik kan het dansen moeilijk missen.? Lenka Jarosikova is nu 36. Ze is nog steeds soliste. Ze kwam als kind naar Antwerpen met haar Tsjechische vader die violist was. Later ging de familie uit heimwee terug naar Praag, waar Lenka een schitterende danscarrière begon. Ze behaalde prijzen, won medailles. Toen haar vader stierf, vertrok ze terug naar België, waar ze bij het Ballet van Vlaanderen werd aangenomen. ?Ik heb hard gewerkt aan mijn carrière?, zegt ze. ?Intussen ook een kind gekregen. Dat ging allemaal.? Ze zorgde thuis voor het inkomen. ?Ik had besloten volgend jaar te stoppen. Mijn man wou het zo.? Haar man is weg nu. Haar zoon van tien heeft hij mee. ?Ik heb me de voorbije maanden vastgeklampt aan de dans?, zegt ze. Ze danst in een Cultureel Centrum in een schitterende jurk haar passen van de laatste voorstelling van De Notenkraker. De zaal zit vol. In het publiek dromen minstens vijftig meisjes weg bij de gedachte ooit ballerina te worden.

Naar verluidt had Noerejev op het einde van zijn leven alleen nog een schichtige, zwarte hond. Hij hoopte dat die ’s nachts bij hem op bed zou slapen. Eenzaamheid. Zo’n warm dierenlichaam was de enige troost die hij zich toestond.

Er heerst veel jaloezie. Er wordt achter de schermen wel eens gestampt naar elkaar. Als het publiek maar denkt : oooh wat mooi.

Boven : gepleisterde tenen vol blaren van de afgedwongen gratie. Hiernaast : Mijn vader was er wel wat bang voor : zijn zoon in een tutu.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content