Met Bach, Beethoven, Schumann, Mendelssohn en Brahms heeft Duitsland enkele meestercomponisten voortgebracht. Zit muziek in het DNA van de Duitsers ? We vroegen het aan baron Severin von Eckardstein, de Duitse meesterpianist die in 2003 de Elisabethwedstrijd won. “Ik wou dat mijn moeder me niet zo interessant vond.”

Ook die vanzelf spelende piano al zien staan in Brussel-Zuid ? Honderden pendelaars vergapen zich dagelijks aan dat onbemande instrument, dat volautomatisch klassieke deuntjes ten gehore brengt. Tijdens het Klarafestival (van 28 augustus tot 11 september) ruimt dat kitschgadget plaats voor een echte Steinway. En Severin von Eckardstein zal erop komen spelen. De winnaar van de Elisabethwedstrijd 2003, die ’s werelds grootste concertpodia frequenteert, zal voor één keer toevallige passanten en treinende meerwaardezoekers moeten entertainen. De Duitse pianist zucht. “Op de Grote Markt zal ik die week ook te horen zijn. Ik hou mijn hart vast, want ik vrees dat mijn muziek compleet verloren zal gaan in het Brusselse lawaai, aangezien ik niet versterkt word.”

Dat soort van laagdrempelige piano-initiatieven zijn eigenlijk totaal von Eckardsteins ding niet. Hij houdt van een aandachtig publiek, dat zich helemaal kan verliezen in de muziek. Net als hijzelf trouwens. “Ik ben een zeer emotionele pianist. Op een concertpodium voel ik meteen als de zaal mee is in mijn verhaal of niet. Soms erger ik me blauw omdat ze zo beleefd stil zijn, soms wind ik me op omdat ze te veel geroezemoes maken. Maar als ze emotioneel op dezelfde golflengte zitten, zijn het magische momenten.”

Duits ketje

Von Eckardstein (30) ontvangt me op zijn appartement in Brussel. Zijn Steinway staat trots te blinken in het ochtendlicht, wij nemen plaats aan zijn ontbijttafel waar hij nog snel een zak brood en een pot confituur wegmoffelt. Zijn Frans is niet om over naar huis te schrijven, en mijn Duits is ondermaats, dus vinden we elkaar in het Engels. “Zoals het past in Brussel, lekker internationaal”, lacht hij. De Duitse meesterpianist woont in een multiculturele straat vlak bij de Dan-saertbuurt. “Ik woonde vroeger in Oost-Berlijn vlak aan de Muur, maar twee en een half jaar geleden wou ik daar weg. Ik was afgestudeerd aan het conservatorium en zat hele dagen eenzaam weg te kwijnen aan mijn piano. Ik voelde me een oude zak. En zeker toen ik die beginnende studentjes op school zag toekomen.”

Dat von Eckardstein naar Brussel verkaste, was een berekende gok. “Ik had een lijstje gemaakt met steden waar ik me wel zag vestigen. Brussel stond bovenaan, omdat ik hier nog mensen ken van de Elisabethwedstrijd. Bovendien moet ik vaak in België en vooral Nederland spelen, dus Brussel is centraal qua ligging. Ook de multiculturele karakter spreekt me wel aan. De mensen hier zijn een mengelmoes van nationaliteiten, meer nog dan in Berlijn.”

“Weet je, ik heb moeite om me ergens definitief te vestigen, ik heb behoefte aan reizen. Voor mij is in Brussel wonen eigenlijk een beetje reizen.”

Merkt hij een groot verschil met zijn thuisland ? “Vergeleken met Berlijn is Brussel een parochie. Maar ik voel hier veel duidelijker de Latijnse invloed en daar hou ik wel van.” Von Eckardstein is duidelijk geen modale Duitser. Voor hem liever geen BratwurstmitSauerkraut en een pot bier. Zelfgemaakte pasta met een glaasje rode wijn zijn veeleer zijn eetgewoonten. “Ik ben een lekkerbek, ja. Ooit ging ik eten in De Karmeliet in Brugge. Ik had gehoord dat het één van de beste restaurants van België was, dus dat wou ik zeker eens testen. Het heeft me wel vierhonderd euro gekost, maar voor zo’n portie genot haalde ik met plezier mijn portefeuille boven.”

Baskets en Bach

Sinds von Eckardstein de Elisabethwedstrijd won, is hij een veelgevraagd pianist op de belangrijke concertpodia en festivals ter wereld. “Ik speel erg graag in België en in Nederland, omdat ik voel dat het publiek mij apprecieert. In mijn thuisland is dat compleet anders. De Duitsers lijken geen oren te hebben naar mijn muziek. Hen enthousiast krijgen voor een recital, zeker als het wat moeilijker repertoire is, is lastig. Ze willen een avondje entertainment met bekende muziek, ze willen gezien worden in de concertzaal omdat dat chic staat. Meer niet.”

Von Eckardstein hekelt ook het marketingaspect dat in de klassieke muziek steeds meer de toon zet. “Het publiek wil een show zien, luisteren komt op de tweede plaats”, zegt hij. “Vandaar ook dat pianisten als Lang Lang zo populair zijn. Hij is een showbeest op baskets, dat gesticulerend aan zijn piano zit. Hij speelt als een rockster. Daar houden mensen van. Dat zijn interpretaties ondermaats zijn, is voor het publiek niet belangrijk. Behalve voor mijn manager, die na een concert recht op hem afstapte en zei : ‘Misschien moet je maar wat lessen volgen, jongeman. ‘ Ik ben een compleet ander soort pianist : ik zoek de media niet op, ik probeer nieuwe dingen uit en ik wil vooral eerlijk blijven als artiest.”

Mooi voorbeeld : toen von Eckardstein dit jaar gevraagd werd om op het fameuze Schleswig-Holstein Musikfestival een uitsluitend Duits programma samen te stellen, koos hij niet voor de greatest hits van de publiekslievelingen Bach, Beethoven en Brahms. Hij selecteerde obscuur werk van Carl Maria von Weber en Wilhelm Friedemann Bach.

Meesterpianist Evgeny Kissin vertelde ooit dat hij het makkelijker vond om muziek uit zijn bakermat Rusland te interpreteren, omdat hij meer voeling heeft met de emoties en historische achtergrond. Geldt dat voor von Eckardstein ook met Duitse componisten genre Schumann, Bach, Beethoven, Mendelssohn en Brahms ? “Ik verloochen zeker de grote Duitse muzikale genieën niet, maar mijn nationaliteit heeft niet veel te maken met hoe ik muziek aanvoel. Er zijn momenten dat ik me helemaal één voel met een bepaald stuk. Maar dat kan evengoed Russisch of Frans zijn.”

Met Beethoven heeft Severin wel een opvallende broederband, terwijl Kissin naar eigen zeggen “de grootste moeite had om Beethovens muziek te vatten”. Von Eckardstein : “Zowel in zijn vroege als latere werken zit er veel emotie, zonder dat het te persoonlijk of te romantisch wordt. Beethoven is muziek om de muziek : erg serieus, en niet om het publiek te entertainen. Er zijn momenten dat ik helemaal overweldigd raak door zijn simpele kracht.”

Met Bach heeft von Eckardstein een totaal andere verhouding. “Zijn historische context is zo ver verwijderd, dat ik hem met mijn Duitse roots niet beter ‘begrijp’ dan gelijk welke andere muzikant. Sowieso is Bach heilige muziek waar ik enorm veel moeite mee heb. Zowel om te spelen als om naar te luisteren. Op wedstrijden stond er altijd een verplicht werk van Bach op het programma. Telkens was dat voor mij afzien. Zijn werk is zo complex en zijn karakter zo sterk, dat ik verloren loop in die muziek. Wie Bach durft spelen, moet het gevoel hebben dat hij niet zonder hem kan leven. Zonder die obsessie raak je nergens.”

Uitlaatklep

Flashback naar 7 juni 2003. Von Eckardstein speelt op de laatste finaleavond een magistrale Beethoven en Prokofiev en krijgt enkele uren later de eerste prijs in de Elisabethwedstrijd. Bestookt met camera’s en opdringerige interviewers kreeg hij geen woord gezegd. En toen wijlen Yasmine hem live in de ether vroeg of hij nu een feestje zou bouwen met zijn Duitse kameraden, klapte hij helemaal dicht. Von Eckardstein is helemaal geen tafelspringer, laat staan een fuifnummer. Hij is erg schuchter, overgevoelig, vertoont (net als Evgeny Kissin overigens) wat autistische trekjes, en wikt zijn woorden voortdurend. Over iets anders dan muziek praten, is moeilijk. En zelfs over muziek zegt hij “dat het nauwelijks onder woorden te brengen is waarover het precies gaat”.

Von Eckardstein : “Ik kom timide over, maar binnenin kolkt het. Mijn piano is een kanaal waarlangs ik mijn emoties en gedachten kan vertalen. Net daarom hou ik zo van Russische muziek, zoals Prokofiev of Medtner. Die muziek is vulkanisch. Er zit zoveel energie en emotie in. Het is een manier om gevoelens uit te drukken, die ik op geen enkele andere manier kwijt raak.” Een ander middel om zich te uiten, is zijn pen. “Om de paar dagen schrijf ik wat in mijn dagboek. Ook als er niks speciaals gebeurd is, pen ik enkele zinnen neer. Dat helpt me mijn gedachten te ordenen en rust te vinden.”

Baron von Eckardstein komt uit een totaal onmuzikale adellijke familie uit Düsseldorf. Zijn moeder is vertaalster, zijn vader was directeur van een staalfabriek in het Ruhrgebied. De von Eckardsteins zijn verwant met de achttiende-eeuwse Duitse dichter Kosegarten, die poëzie op muziek liet zetten door Schubert. De liederen van diezelfde Schubert waren voor Severin de eerste kennismaking met klassieke muziek in zijn ouderlijk huis. “Ik luisterde er keer op keer naar. Ik vond het magisch. Op een dag ontdekte ik bij de buren een piano. Ik moet een jaar of vijf geweest zijn. Vanaf die dag wou ik niks anders meer dan piano spelen.”

Eerst kreeg hij les van een celliste, die al snel aanvoelde dat de kleine jongen extreem begaafd was. Hij schakelde over naar een Hongaarse lerares die hem eerst niet wou aanvaarden omdat hij maar acht jaar was. Maar toen ze hem technisch moeilijke stukken van Liszt hoorde spelen, was ze meteen overtuigd. De jonge Severin raakte geobsedeerd door de piano en volgde les aan de academie in Düsseldorf.

De grootste progressie maakte hij bij zijn twee Duitse leraren : Karl-Heinz Kämmerling in Hannover en Salzburg en Klaus Hellwig in Berlijn. Bij de eerste moest hij de etudes van Chopin telkens in een sneller tempo en een ander ritme spelen, zodat hij na jaren oefening voeling had met elke noot van het klavier. Bij de tweede was techniek een evidentie geworden en kon hij zich muzikaal helemaal bijschaven. “Maestro Hellwig was zo betrokken in de muziek. Hij voelde elke noot aan, hij stond te trillen van emotie.” Nu volgt von Eckardstein sporadisch nog lessen op de Lake Como Academy. “Het sterkt mijn zelfvertrouwen. Maar eerlijk gezegd maakt het niet zoveel meer uit wat mijn leraar nu nog zegt. Want als puntje bij paaltje komt, doe ik toch koppig mijn zin. Misschien is dat wel een typisch Duits trekje.”

Eigenzinnig moederskind

Hoezo, typisch Duits trekje ? “Dat eigenzinnige zit er wel in bij ons. We streven naar perfectie op een exacte en analytische manier. En dan dulden we geen tegenkanting van anderen. Ooit had ik een leraar die niks goed vond van wat ik deed. Gewoon knikken en me aanpassen aan zijn advies kon ik niet. En hij kon niet verdragen dat ik hem tegensprak. Dus heb ik me maar een andere leraar gezocht waar het wel beter mee klikte.” Is von Eckardstein dan zo’n perfectionist ? “Als de deadline voor het instuderen van een werk nadert, word ik snel een beetje laks. Over zulke belangrijke prestaties maak ik me niet druk, terwijl ik me over banale details soms wel erg veel zorgen maak. Ik zit raar ineen. Er zijn mensen die hysterisch dagenlang non-stop oefenen, maar dat is niks voor mij. Ik vertrouw op mijn talent en op mijn controle over mijn zenuwen. Een half uur vóór ik op scène moet, word ik wel heel nerveus. Maar dan tracht ik hersenloos een boek te lezen of wat rond te springen om de spieren los te maken. Als ik dan naar mijn piano stap op het podium, hoor ik zelfs het applaus van het publiek niet. Zo gefocust ben ik.”

Waar von Eckardstein ook nerveus van wordt, is zijn moeder. “In mijn begindagen was ze mijn manager, maar ze maakte vele fouten. Ze wil me zo dicht mogelijk volgen in alles wat ik doe. Ik word er soms gek van. Geregeld vliegen we elkaar in de haren, omdat ik niet wil dat ze zich zoveel met mij moeit. Maar ze snapt het niet.” Misschien is het gewoon omdat ze apetrots is op haar zoon ? “Soms wou ik dat ik niet zo interessant was voor mijn moeder. Ze is altijd heel gelukkig als ik even thuis ben in Düsseldorf. Maar ik ben dan meestal niet te genieten. Soms vraagt ze me voor haar een pianostuk te spelen. Maar dan zeg ik meestal nee. Ik ben toch geen klein kind meer.”

Severin von Eckardstein speelt op het Klarafestival (van 28 augustus tot 11 september) in Brussel. www.klarafestival.be. In het najaar brengt hij een cd uit met het late werk van Schubert. www.severin-eckardstein.de

Tekst Thijs Demeulemeester

“De Duitsers lijken geen oren te hebben naar mijn muziek. Ze willen een avondje entertainment met bekende melodieën.”

“Bach is afzien. Zijn werk is zo complex dat ik verloren loop in die muziek. Wie Bach durft spelen, moet het gevoel hebben dat hij niet zonder hem kan leven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content