Jaloezie wordt verwaarloosd door de psychologie. Uitzondering is David M. Buss, die het fenomeen al tien jaar wetenschappelijk onderzoekt. Inzicht in het hoe en waarom helpt om de negatieve aspecten onder controle te krijgen.

Tijdens de seksuele revolutie in de jaren zestig werd van jaloezie beweerd dat ze door de maatschappelijke verhoudingen werd geconditioneerd en dat ze overwonnen moest worden. Tegenwoordig denken velen er nog zo over. Maar volgens steeds meer wetenschappelijke studies zit jaloezie in onze genen en was ze voor onze voorouders een nuttige eigenschap, bedoeld om relaties te verstevigen, niet om ze kapot te maken.

Als er in de psychologie al over geschreven werd, was het haast altijd in verband met dwangneurose of paranoia. Een extreme vorm van jaloezie werd zelfs als een aparte aandoening beschouwd: het Othello-syndroom, genoemd naar de ziekelijk jaloerse hoofdpersoon in de gelijknamige tragedie van William Shakespeare. De laatste tien jaar is daar verandering in gekomen. De Amerikaan David M. Buss, hoogleraar aan de universiteit van Austin, Texas, is de belangrijkste onderzoeker van jaloezie. Hij publiceerde er een hele rits artikelen over in wetenschappelijke tijdschriften, en onlangs verscheen Jaloezie, de gevaarlijke passie. Buss stelt dat deze emotie een in de loop van tienduizenden jaren verworven eigenschap is die essentieel was voor het voortplantingssucces van de menselijke soort.

“Het is best mogelijk dat vele van onze verre voorouders in eerste aanleg niet jaloers waren. Maar zij hadden minder nakomelingen dan die die dat wel waren. Een man die zegt: ‘Slaap gerust met mijn vrouw, dat kan me niets schelen’, loopt een groter risico dat zijn genen zich niet voortplanten dan een man die jaloers waakt over zijn vrouw. Jaloerse mannen en vrouwen waren dus veel succesvoller in de voortplanting dan de anderen, die uiteindelijk ook verdwenen.”

Toch hebben veel antropologen beweerd dat sommige primitieve volkeren het verschijnsel jaloezie nog altijd niet kennen.

David M. Buss: Ik ken haast al die studies, waarvan de meeste uit de eerste helft van deze eeuw stammen, maar ik ken ook veel van de vervolgstudies. Vooral de antropologe Margaret Mead, die in de jaren ’20 Micronesië bezocht en een tijdlang op Samoa verbleef, is verantwoordelijk voor die mythe. Later, degelijker onderzoek toonde aan dat de Samoanen net zo jaloers zijn als andere volkeren. Het gevoel leeft zowel bij eskimo’s en Bantoes als bij indianenstammen in het Amazonegebied. Tropische, jaloezievrije paradijzen werden nooit gevonden. Boeken zoals die van Mead zijn eerder wishful thinking.

Mannen en vrouwen hadden oorspronkelijk verschillende redenen om vreemd te gaan. U beweert dat vrouwen in wezen op zoek gingen naar gezonde genen.

In vroegere tijden waren er twee redenen voor vrouwen om vreemd te gaan. De eerste was inderdaad de zoektocht naar gezonde genen. Een occasionele minnaar was soms aantrekkelijker dan de vaste partner omdat hij een symmetrischer lichaam had. Symmetrie is in de natuur het herkenningsteken bij uitstek voor gezonde genen en dus voor een grotere overlevingskans van het nageslacht in geval van ziekten. Maar de vaste partner bood meer zekerheden voor de opvoeding van het kind, dus bleef de occasionele minnaar een minnaar voor één nacht. De tweede reden is partnerverzekering. De kans was groot dat de vaste partner door een gevecht of ziekte al vroeg om het leven kwam, en in dat geval bleven vrouw en kinderen met onvoldoende voedsel en bescherming achter. Incidentele seks kon een extra maaltijd opleveren, en die kon het verschil maken tussen de hongerdood en overleven. Een tweede partner, die de vrouw achter de hand hield, kon de eerste vervangen als die zou sterven. De band met hem had dus een langduriger karakter.

En door die minnaars-voor-één-nacht kon de vaste partner er nooit zeker van zijn dat zijn kinderen echt van hem waren?

Inderdaad. Die onzekerheid is de basis van de mannelijke jaloezie. Door onoplettend te zijn riskeerde de man de kinderen en dus de voortgeplante genen van zijn rivaal op te voeden, en kostbare tijd te verliezen die hij had kunnen investeren in het vinden van een andere partner die wel zijn genetische nakomelingen kon voortbrengen. Dat verklaart ook waarom mannen zo zwaar tillen aan seksuele ontrouw. Bewijzen voor deze stelling werden door de moderne biologie geleverd, die het bestaan van een ware spermaoorlog heeft ontdekt. Mannelijk zaad blijkt slechts voor een deel uit zogenaamde ei-jagers te bestaan. De rest wordt gevormd door moordcellen met een gekrulde staart. Die nestelen zich in de wand van de vagina met de bedoeling zaadcellen van andere mannen aan te vallen. Ze wikkelen hun staart rond de kop van de vijandige ei-jager en doden die. Dit is ook de reden waarom veel mannen, na de ontdekking van de ontrouw van hun partner, bij wijze van verzoening een heftig verlangen naar seks met hun partner voelen. Wanneer ze kort na het vreemdgaan met haar vrijen, hebben ze kans dat de eventuele nakomeling alsnog van hen is.

Overigens levert ook de vrouw een bijdrage aan het resultaat van deze spermaoorlog. Tijdens een orgasme trekt zij het sperma als het ware naar binnen, waardoor er nadien minder zaad uit haar lichaam sijpelt. Bij verkrachting of ongewenste seks is de kans op bevruchting kleiner.

Hoe functioneert jaloezie bij vrouwen?

Vrouwen zien een slippertje nogal eens door de vingers, maar reageren vaak sterk op emotionele ontrouw. Als de partner een band ontwikkelt met de vrouw met wie hij vreemdgaat, wordt het risico dat hij zijn echtgenote en haar kinderen onverzorgd en onbeschermd achterlaat een stuk groter.

De functie van jaloezie is dus die van bewaker van de genetische investering?

Zoiets. Je zou jaloezie ook de pendant van liefde kunnen noemen. Liefde is in de evolutie ontstaan als een mechanisme om te voorkomen dat mannen en vrouwen elkaar al na korte tijd verlaten, wat desastreus zou zijn voor de nakomelingen. Je komt na verloop van tijd namelijk altijd wel iemand tegen die aantrekkelijker, sterker, grappiger enzovoorts is. Ook in die zin maakt liefde blind. Maar het zou vreemd zijn als de evolutie niet tegelijk een mechanisme had voorzien dat waarschuwt tegen bedreigingen van die liefde.

Maar als ze de liefdesband moet beschermen, hoe kan het dan dat juist jaloezie zoveel relaties kapotmaakt?

Jaloezie is een instinct dat vergelijkbaar is met onze angst voor spinnen en slangen, en dat dus een hoge foutscore heeft. Het is rendabeler om drie keer onnodig om een bosje heen te lopen dan één keer erdoorheen met als gevolg op een zwarte weduwe of een ratelslang te trappen. Mensen bij wie deze angst minder goed ontwikkeld was, hebben in de oertijd dan ook vaker op giftige spinnen of slangen getrapt en hebben als gevolg daarvan minder nakomelingen gehad. Je kunt dus beter je man of vrouw enkele keren ten onrechte van ontrouw verdenken, in plaats van net die ene keer dat het terecht is niets te vermoeden.

Toch beweert u dat extreem jaloerse mensen zelden de plank echt misslaan en dat als gevolg daarvan het Othello-syndroom misschien niet bestaat.

Ik beweer niet dat het Othello-syndroom niet bestaat, maar uit onderzoekingen is wel gebleken dat de patiënten die dit etiket kregen opgeplakt inderdaad opvallend vaak door hun man of vrouw werden bedrogen. Psychiaters en psychotherapeuten doen jaloezie zo gemakkelijk af als een uitsluitend negatieve emotie dat ze vaak te weinig aandacht besteden aan het verhaal van hun patiënt. Jaloerse mensen zijn erg gevoelig voor subtiele signalen van hun partner. Er zijn natuurlijk klassieke tekenen die duiden op ontrouw, zoals verdachte telefoontjes en overwerk, maar er zijn er ook ongewone, zoals plotse belangstelling voor de muziek van Beethoven. In mijn boek citeer ik het geval van een vrouw die ervan overtuigd was dat haar man haar bedroog met de overbuurvrouw, omdat de lichtjes in haar kerstboom synchroon knipperden met die in de hare. Dat ruikt verdacht veel naar achtervolgingswaanzin, en dat is dan ook wat de psychiater dacht die de zeer jaloerse vrouw te behandelen kreeg. Maar achteraf bleek dat die vrouw gelijk had. Dat van die lichtjes was natuurlijk onzin, maar ze had op een onbewust niveau wel degelijk signalen opgevangen en die vervolgens vertaald in de lichtjes in de kerstboom.

Over weinig dingen in het leven doen mensen zo geheimzinnig als over ontrouw. Omdat de prijs voor ontdekking zo hoog is, zijn we er uiterst bedreven in geworden die te verhullen. De behandeling van mensen die lijden onder hun jaloezie zou kunnen verbeteren als therapeuten er rekening mee zouden houden dat er maar al te vaak een reële oorzaak is voor de angsten van de patiënt.

Wat is symbiotische jaloezie?

Tijdens mijn onderzoekingen ben ik verschillende keren gestuit op gevallen van agorafobie of pleinvrees. De vrouwen die hieraan leden, hadden stuk voor stuk een zeer jaloerse echtgenoot die hen nauwelijks alleen het huis liet uitgaan. Als ze die angst voor open ruimten, voor winkels, bioscopen enzovoorts ontwikkelden en dus ook werkelijk niet langer durfden buiten te komen, namen de aanvallen van jaloezie van de echtgenoot sterk af. Nadat een therapeut hen had geholpen hun angst te overwinnen, kwamen de aanvallen weer in alle hevigheid terug. Hier was dus sprake van symbiose tussen de jaloezie van de man en de agorafobie van de vrouw. Een beter inzicht in de werking van jaloezie zou dus ook in deze gevallen tot een effectievere behandeling kunnen leiden, want nu keerde de pleinvrees na verloop van tijd telkens terug.

Ik heb ook andere vormen van symbiose ontdekt. Zo was er een vrouw wier echtgenoot ervan overtuigd was dat hij zijn partner zo vaak mogelijk seksueel moest bevredigen uit vrees dat ze anders genot zou gaan zoeken in de armen van een andere man. Dit aspect van de relatie beviel de vrouw in kwestie bovenmate, maar de voortdurende verdachtmakingen en aanvallen van razernij maakten het samenleven met de man tot een hel. Het koppel ging in therapie, de man kreeg medicijnen. Zijn jaloezie nam inderdaad sterk af, maar helaas ook zijn lust. Na verloop van tijd begon de vrouw te klagen en nu op haar beurt haar man van ontrouw te verdenken. Uiteindelijk gooide de man zijn medicijnen weg. Zijn jaloezie keerde in alle hevigheid terug, maar ook zijn seksuele hyperactiviteit. Sindsdien is de vrouw gelukkig. Ze is bevredigd en neemt de jaloezie er op de koop toe bij.

Is dat geen uitzonderingsgeval? U schrijft zelf dat extreme jaloezie in veel gevallen leidt tot geweld en zelfs tot moord.

Extreme jaloezie is inderdaad vaak de oorzaak van mishandeling van vrouwen, soms ook van mannen. Onderzoek heeft aangetoond dat geweld of de dreiging met geweld voor een bepaald soort mannen een effectief middel is om hun vrouw aan hen te binden. Vrouwen die een opvangtehuis verlaten en terugkeren naar hun echtgenoot, doen dat in veel gevallen uit angst voor verder geweld. Zo’n vrouw vreest dat hij haar en haar kinderen zal weten te vinden en vermoorden. Als je de moordstatistieken erop naslaat, kun je niet anders dan concluderen dat die angst vaak terecht is. Er ligt een pervers soort evolutionaire logica aan dit ultieme geweld ten grondslag, dat het beste valt samen te vatten in de zin: “Als ik haar niet kan krijgen, zal niemand haar krijgen.” In die zin moet het jaloezie-instinct echt getemd worden.

Dat is in de loop der jaren ook een van de drijfveren voor mijn onderzoek geweest. Ik hoop dat inzicht in het ontstaan en de functie van jaloezie een bescheiden bijdrage kan leveren tot een beter hanteren ervan. Als we niet langer het willoze slachtoffer zijn van een onbegrepen instinct, zal het aantal gevallen van mishandeling wellicht iets afnemen en de stortvloed van onterechte verdachtmakingen worden ingedamd. Dat bereik je niet door jaloezie gewoon af te doen als een negatieve emotie of een product van het kapitalisme.

Veel van de redenen voor het ontstaan van jaloezie gaan tegenwoordig niet meer op. Mannen kunnen door een erfelijkheidstest weten of hun kind door hen is verwekt, en vrouwen zijn voor hun onderhoud niet langer automatisch afhankelijk van een echtgenoot. Zou jaloezie dus op den duur uit onze genen kunnen verdwijnen?

Dat kan best, al zullen daar wel vele generaties voor nodig zijn. Overigens zijn de omstandigheden die jaloezie bevorderen voorlopig nog niet fundamenteel. Als je bedenkt dat ongeveer dertien procent van de kinderen een andere genetische vader heeft dan degene die ze als hun vader beschouwen, moet je concluderen dat nog heel wat vrouwen net als in de oertijd op zoek gaan naar gezonde genen. Maar helemaal verdwijnen zal jaloezie nooit, tenzij het verschijnsel liefde ook zou verdwijnen.

David M. Buss, Jaloezie, de gevaarlijke passie – waarom jaloezie net zo noodzakelijk is als liefde en seks, vertaald uit het Engels door Anna Vesting, Het Spectrum, 260 blz., 665 fr.

Jeroen Kuypers & Piet de Moor/ Tekening Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content