De onderbuik van New York

Het is dinsdagochtend tien uur en er staat al een lange rij mensen aan te schuiven voor de ingang van New Yorks nieuwste museum. Het heeft stichter Daniel Gluck vier harde jaren gekost maar begin oktober, met een zinnenprikkelende week vertraging, zwaaiden de deuren van zijn Museum of Sex of MoSex eindelijk open. Het jonge Italiaanse stel, de Zuid-Amerikaanse studenten en de twee Amerikaanse zestigers voor me tellen zonder verpinken 17 dollar per persoon neer. Zelfs naar New Yorkse museumnormen (het entreegeld voor het Metropolitan Museum bedraagt 12 dollar) is dit duur. Het meisje aan de kassa geeft me een sticker met een rode ‘X’ op. Het is eens iets anders dan het deftige speldje dat je in andere musea krijgt.

Gebrandmerkt als MoSex-klant door de rode X op mijn borst, stap ik naar binnen. Eerlijk gezegd, ik wacht al lang op dit moment. New York heeft meer dan 250 musea, maar MoSex is het eerste dat haar erogene zones belicht. In samenwerking met stadshistorici en het Kinsey-Instituut vertelt het de seksuele geschiedenis van de stad. Elke stad verdient zo’n museum, en New York zeker. Als geen ander heeft ze avonturiers, opportunisten, dromers, fanatici, oplichters en vluchtelingen aangetrokken en geproduceerd. Haar seksuele diversiteit was en is legendarisch. Al sinds haar ontstaan wisselden golven van verdraagzaamheid en repressie elkaar af. Op straat, in rechtbanken en in het stadhuis hebben New Yorkers voor seksuele vrijheid gevochten. En van elke overwinning proefde de rest van Amerika, en af en toe ook de rest van de wereld mee.

De tentoonstelling begint een beetje arbitrair in 1835. New York had toen 34 kranten, maar James Gordon Bennett vond dat er nog een bij kon. Zijn New York Herald was de eerste sensatiekrant en scoorde meteen door zich op de moord van een 23-jarige prostituee te gooien. Bennetts beschrijving van het naakte lijk in het dure bordeel – deels softporno, deels griezelverhaal -, wordt aan de ingang van de tentoonstelling door een mannenstem voorgelezen. Je begrijpt meteen waarom de Herald zo’n succes had en andere kranten haar voorbeeld volgden. Henry Robinson, de man die Bennetts stukken met gewaagde tekeningen illustreerde, was de eerste New Yorker die wegens pornografie werd aangehouden. De politie viel zijn studio binnen en vond er duizenden erotische tekeningen en boeken. De studio werd gesloten, maar dat kon niet beletten dat de eroticamarkt explodeerde.

Ook de rest van de eerste verdieping is aan negentiende en vroeg-twintigste-eeuwse seks gewijd. Er zijn stadskaarten die tonen waar de negentiende-eeuwse bordelen lagen, verslagen van processen van homo’s beschuldigd van groepsseks, onbetrouwbaar uitziende contraceptie zoals een glazen bol zo groot als een biljartbal, uit Frankrijk geïmporteerde abortusinstrumenten en een vrolijke verzameling tinnen condoomdoosjes. De primitieve condooms werden gemaakt uit darmen door immigranten zoals Julius Schmid, die later miljoenen verdiende met zijn Ramses-condooms. Er zijn natuurlijk ook massa’s prenten en foto’s, zoals van Eugene Sandow, een bodybuilder die vrouwen liet betalen om zijn spieren te betasten.

De tweede verdieping geeft een rijk geïllustreerde geschiedenisles over sadomasochistische seks. Het blijkt dat New York op dat gebied veel aan de nazi’s heeft te danken. Gevluchte Fransen en Duitsers brachten hun gesofisticeerde SM-speeltjes en -spelletjes mee. Nog op deze etage wordt het verhaal verteld van de eerste beroemde New Yorkse transseksueel: George Jorgensen uit de Bronx die na zijn legerdienst in Europa in 1953 terugkwam als Christine. Uit de jaren twintig zijn er intrigerende foto’s van (raciaal gemengde) groepsseks in privé-flats in Harlem. Die seksfuiven werden rent parties genoemd omdat het entreegeld diende om de huur te betalen. Uit diezelfde periode zijn er beelden en klankopnames van zwarte zangeressen zoals Bessie Smith, die in clubs ruige nummers zongen over hun openlijke lesbische en biseksuele escapades. Verder zijn er antieke pornostrips en de vroegst bekende New Yorkse pornofilm: een man met een walrussnor heeft seks met twee giechelende vrouwen, in close-up gefilmd in 1915.

Op de derde verdieping is het menens. Je ziet er alle beroemde New Yorkse pornosterren uit de jaren tachtig en negentig keihard aan het werk, van dichterbij dan me lief is. De tentoonstelling eindigt met een opdoffer. Het woord ‘aids’ schreeuwt ineens van de muur. De ravage die de ziekte in New York veroorzaakte en de strijd ertegen zijn uitgebreid gedocumenteerd. Ondanks dit ontnuchterende slot sta ik met een tevreden gevoel weer op straat. Ik denk aan William Donohue, die zich met zijn Catholic League met hand en tand verzette tegen MoSex en voorspelde dat weinig mensen 17 dollar zouden betalen voor iets wat ze “voor een kwartje in een peepshow bij Times Square kunnen zien”. Hij kreeg ongelijk. Het is trouwens door moraalridders zoals hij dat de toegang zoveel kost. Onder hun druk heeft de staat geweigerd MoSex als museum te erkennen en het zo vrij te stellen van belastingen. Misschien is dat niet slecht. Geen subsidies betekent dat MoSex vrij is om te tonen wat het wil, en daar gaat het tenslotte om.

Jacqueline Goossens, vanuit New York

Museum of Sex, 233 Fifth Avenue, New York. www.museumofsex.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content